In een wereld waarin afstanden steeds makkelijker te overbruggen zijn, is het buitenland steeds dichterbij. De hogere welvaart en levensverwachting hebben bijgedragen aan een nieuwe kijk op pensioen, waarin wonen in het buitenland voor steeds meer mensen tot de mogelijkheden behoort. Na een leven lang in Nederland te hebben gewoond en gewerkt, vertrekken deze mensen naar het buitenland voor een andere manier van leven. Hoewel er veel anekdotisch materiaal bestaat over pensioenmigranten, is het de vraag of die verhalen en beelden kloppen. In deze speciale uitgave brengen we op basis van een representatief onderzoek in kaart wat de kenmerken en motieven zijn van Nederlanders die ooit de stap hebben gewaagd om op latere leeftijd te emigreren en vooral hoe zij tot de keuze voor hun bestemmingsland kwamen.
Wie is de pensioenmigrant?
Bij pensioenmigranten, in de volksmond ook wel ‘pensionado’s’ genoemd, denkt men vooral aan gezonde en welvarende senioren die volop van hun pensioen genieten. Het NIDI deed in 2021 onderzoek onder ruim zesduizend 50-plussers die aan het eind van hun loopbaan naar het buitenland verhuisden (zie achterkant Demos). Gekeken werd naar pensioenmigranten in de veertig meest populaire bestemmingen. Pensioenmigratie vindt namelijk niet alleen plaats naar het zuiden van Europa, maar naar alle uithoeken van de wereld.
De Nederlandse pensioenmigrant vertrekt gemiddeld op de leeftijd van 62 jaar. Figuur 1 laat de leeftijd zien waarop mensen naar het buitenland verhuisden. Het vertrek piekt duidelijk rondom de leeftijd van 65 jaar. Toch vertrekt een derde al voor het 60ste levensjaar. Een kleine groep migreert bijvoorbeeld op 55-jarige leeftijd, de leeftijd waarop sommige mensen in aanmerking kwamen voor vervroegd pensioen. Onder vrouwen ligt de leeftijd van migratie iets lager. Dit kan er mee te maken hebben dat de meeste vrouwen met hun partner migreren, die vaak iets ouder is. Ook kan een traditionele rolverdeling waarin het carrièrepad van de kostwinner (veelal de man) leidend is in beslissingen op huishoudensniveau een rol spelen. Naarmate mensen ouder worden neemt de migratiegeneigdheid af. Slechts een enkeling vertrekt nog na het 85ste levensjaar.
Er zijn meer mannelijke dan vrouwelijke pensioenmigranten: zo’n twee op de drie pensioenmigranten is man. Het zou kunnen dat er meer vrouwen terugkeren dan mannen, want bij vertrek gaan de meeste mensen met een partner (71%). In een enkel geval dacht de partner iets positiever over de verhuizing naar het buitenland dan de respondent, maar meestal was het de wens van beide partners. Kinderen bleven meestal achter in Nederland. Voor vertrek waren de meeste mensen al op een of andere manier bekend met het bestemmingsland. Ze zijn er bijvoorbeeld al vaker op vakantie geweest (70%), hebben er eerder gewoond (8%), of ze hadden er een (tweede) huis (20%).
Waarom emigreren?
Verhuizen naar het buitenland is niet makkelijk. Taalbarrières en cultuurverschillen zijn voorbeelden van zaken waar elke migrant mee te maken krijgt. Toch is migratie op latere leeftijd net even anders. Enerzijds hebben pensioenmigranten het voordeel dat zij minder afhankelijk zijn van inkomensbronnen: hun pensioen hebben ze immers opgebouwd in hun werkende leven. Anderzijds missen ze de context van werk en kinderen voor integratie in het bestemmingsland, krijgen ze te maken met de gebreken van het ouder worden en laten ze hun sociale vangnet achter. De beslissing om te emigreren zal dus niet lichtzinnig worden genomen. Wat beweegt mensen om deze grote stap te zetten?
Figuur 2 laat de verschillende motieven voor migratie zien. Zoals je zou verwachten bij pensioenmigratie hebben de meest genoemde motieven te maken met de kenmerken van het bestemmingsland: 83 procent van de respondenten noemt de natuur, rust en ruimte in het land van bestemming en 80 procent noemt het klimaat. Er is duidelijk consensus: waarom kiezen voor het dichtbevolkte Nederland als je ook in het zonnige Zuiden kunt zitten? Ook de cultuur en mensen spelen mee, maar vaak gaat het om een combinatie: “de rust en de vriendelijke mensen en bijna vierhonderd dagen per jaar zonnig weer!”, zoals een 71-jarige man die tien jaar eerder naar Griekenland verhuisde het samenvat.
Daarnaast spelen zaken een rol die te maken hebben met de Nederlandse context. Zo noemt driekwart de drukte in Nederland en geeft een ruime meerderheid aan dat de Nederlandse mentaliteit en de bureaucratie een rol hebben gespeeld bij de emigratie. Deze motieven lijken te duiden op onvrede met Nederland. In dit verband kunnen ook de lagere kosten van levensonderhoud in het buitenland worden bezien. Vaak wordt genoemd dat Nederland onbetaalbaar is geworden. Een verhuizing naar het buitenland biedt dan meer mogelijkheden voor “een beter leven met weinig geld”. Soms roept dit emotionele reacties op en wordt de emigratie niet als vrijwillige keuze ervaren maar omschreven als “ontvluchting”.
In de wetenschappelijke literatuur wordt pensioenmigratie vaak gezien als een vorm van leefstijlmigratie, waarbij men in het buitenland op zoek gaat naar een beter leven. Dit is inderdaad terug te zien in de antwoorden van de respondenten. Veel mensen zijn op zoek naar avontuur en nieuwe ervaringen (62%). De emigratie is niet altijd onderdeel van een vooropgezet plan of een langgekoesterde droom, maar soms ook gewoon toeval. Zoals een vrouw (69) die naar Zweden verhuisde die “een kans [heeft] gegrepen toen die zich voordeed”. Daarnaast ziet 55 procent het als een mogelijkheid om een nieuw leven te beginnen. Dit zou bijvoorbeeld te maken kunnen hebben met levensloopgebeurtenissen, zoals een man van 76 jaar die zegt: “als weduwnaar heeft emigratie mijn leven weer zin gegeven”.
Bovenstaande motieven gelden voor meer dan de helft van de migranten. Er zijn echter ook motieven die minder vaak worden genoemd, maar daarom niet minder interessant zijn. Zo noemt een op de drie de eigen gezondheid, waarbij de nieuwe omgeving kan leiden tot een vermindering van fysieke klachten. Een op de vijf geeft aan weinig goede sociale banden in Nederland te hebben. Een man van 73 jaar verhuisde bijvoorbeeld vijf jaar eerder naar het geboorteland van zijn partner, omdat hij in Nederland bijna geen familie meer had terwijl zijn partner juist veel familie, kinderen en kleinkinderen in haar geboorteland had.
Het is duidelijk dat er veel verschillende beweegredenen zijn voor migratie. Dat de omgeving in het land van bestemming het vaakst wordt genoemd, is niet verrassend. Toch valt ook de onvrede met Nederland op. Het lijkt alsof sommigen worden aangetrokken door de nieuwe omgeving, terwijl anderen zich niet meer op hun plaats voelen in Nederland. Vaak is het de combinatie die mensen over de streep trekt. Slechts twee procent noemt dan ook maar één motief en ongeveer de helft noemt tussen de zeven en tien motieven.
Waarheen?
Om een emigratiebeslissing te begrijpen, wordt deze vaak opgedeeld in twee delen: waarom vertrekken mensen en waar gaan ze heen. Vaak zijn deze delen niet helemaal los van elkaar te zien. Het is daarom interessant om te kijken of er patronen in migratiemotieven naar voren komen tussen migranten in verschillende bestemmingslanden. De tabel geeft voor een aantal motieven aan in welk land dat het meeste werd genoemd. Als we binnen Europa kijken, vallen direct enkele zaken op. De aantrekkingskracht van de cultuur en de mensen in het land van bestemming wordt het vaakst genoemd in de Mediterrane gebieden, zoals Griekenland, Portugal en Italië. Eerdere vakanties kunnen hebben bijgedragen aan een gevoel van vertrouwdheid en kunnen de beslissing om permanent te verhuizen makkelijker hebben gemaakt. Dit lijkt op het klassieke beeld van de pensioenmigrant.
Het motief lagere kosten voor levensonderhoud wordt het meest genoemd door pensioenmigranten in Oost-Europa. In Hongarije geeft 88 procent aan dat lagere kosten voor levensonderhoud een rol speelden bij de migratiebeslissing en in bijvoorbeeld Polen en Tsjechië is dit motief het vaakst aangemerkt als het belangrijkste motief voor vertrek naar het buitenland. Hier kan bijvoorbeeld de hoogte van het opgebouwde pensioen in Nederland een rol spelen, waarbij het pensioen wel toereikend is in landen met lagere kosten van levensonderhoud. Overigens wordt dit kostenmotief niet alleen in Oost-Europa genoemd, het is ook een veel genoemd motief in landen als Thailand en de Filipijnen.
De gezondheid speelt het vaakst een rol voor pensioenmigranten in Turkije, Spanje en Griekenland. Deze landen hebben met elkaar gemeen dat ze een aangenaam klimaat hebben, wat gezondheidsklachten zou kunnen verminderen. Vooral Turkije valt op, waar bijna 70 procent van de pensioenmigranten deels om gezondheidsredenen is geëmigreerd. Turkije staat bekend op het gebied van gezondheidstoerisme, waarbij de prijs-kwaliteitverhouding de grootste trekpleister is.
Het motief natuur, rust en ruimte wordt het vaakst genoemd in de rest van Europa. In Zweden en Frankrijk, maar ook in Ierland, wordt de natuur het vaakst aangewezen als de belangrijkste reden voor de emigratie. In de literatuur wordt dit type migrant ook wel beschreven als zij die op zoek zijn naar een landelijke idylle die contrasteert met het drukke en dichtbevolkte Nederland.
Buiten Europa worden de minder voorkomende motieven vaker genoemd. Ongeveer 40 procent van alle pensioenmigranten die naar Thailand of de Filipijnen vertrekt geeft aan te migreren voor een nieuwe partner. Een man die op zijn 60ste naar Thailand vertrok gaf aan dat hij “het alleen zijn moe was”. In de wetenschappelijke literatuur bestaat discussie over deze vorm van migratie, vanwege mogelijke ongelijkheid in status, economische achtergrond en leeftijd tussen de pensioenmigrant en diens (toekomstige) nieuwe partner.
De mogelijkheden voor een nieuwe baan of een eigen bedrijf worden het vaakst genoemd in Canada en de Verenigde Staten. Uit de beschrijvingen blijkt dat het soms gaat om de kansen in het bestemmingsland, zoals meer mogelijkheden in de agrarische sector, maar soms over het gebrek aan kansen in Nederland. Zoals een man die naar de Verenigde Staten vertrok nadat hij op zijn 55ste in Nederland werkloos raakte, die aangaf dat het zoeken naar werk op die leeftijd in Nederland “geen optie” is terwijl werken op hoge leeftijd in de Verenigde Staten normaal is.
Terug naar de ‘roots’ is vooral belangrijk voor gepensioneerden in Israël. Israël is het enige land waar een meerderheid (58%) dit motief benoemt. Ongetwijfeld speelt religie hierbij een grote rol. Sommige Israël-gangers zeggen toegenomen antisemitisme te ervaren in Nederland. Zo’n 15 procent van de migranten in Ierland en Indonesië noemt eveneens de terugkeer naar hun afkomst. De mensen in deze landen hebben vaker dan gemiddeld een partner uit het bestemmingsland, namelijk 73 procent van de pensioenmigranten in Indonesië en 38 procent in Ierland, tegenover het gemiddelde van 26 procent onder alle pensioenmigranten.
De ene pensionado is de andere niet
Het onderzoek onder Nederlandse migranten op latere leeftijd laat een divers beeld zien. Zo vindt het moment van emigratie in elke generatie voor een aanzienlijk deel plaats vóór de officiële AOW-leeftijd. Dat is opvallend omdat oudere generaties gebruik konden maken van ruimhartige uittredingsregelingen en jongere generaties juist te maken kregen met een verhoging van de pensioenleeftijd. Daarnaast blijkt het traditionele beeld van de pensioenmigrant die in Zuid- Europa de zon zoekt slechts een deel van het verhaal te vertellen. Dat blijkt ook uit het feit dat mensen zelden één motief noemen om te emigreren. Verder laten de motieven uitgesplitst naar bestemmingsland duidelijke regionale verschillen zien. Om emigratie op latere leeftijd te begrijpen, kunnen de beweegredenen voor migratie niet los worden gezien van de keuze voor het bestemmingsland.
Juul Spaan, NIDI-KNAW/Rijksuniversiteit Groningen, e-mail: spaan@nidi.nl
Esma Betül Savaş, NIDI-KNAW/Rijksuniversiteit Groningen, e-mail: savas@nidi.nl
Harry van Dalen, NIDI-KNAW/Rijksuniversiteit Groningen en Tilburg University, e-mail: dalen@nidi.nl
Kène Henkens, NIDI-KNAW/Rijksuniversiteit Groningen en UMCG, e-mail: henkens@nidi.nl
Matthijs Kalmijn, NIDI-KNAW/Rijksuniversiteit Groningen, e-mail: kalmijn@nidi.nl
Literatuur
- Dalen, H.P. van en K. Henkens (2007), Longing for the good life: Understanding emigration from a highincome country, Population and Development Review 33(1), pp. 37-65.
- Henkens, K., M. Kalmijn, H.P. van Dalen, E.B. Savaş en J. Spaan (2022), A Survey of Dutch Retirement Migrants Abroad: Codebook version 1.0. Den Haag: NIDI-KNAW/Rijksuniversiteit Groningen.