Maandag 26 september 2022 is Olga Grünwald gepromoveerd op haar proefschrift getiteld ‘Social engagement during the retirement transition: Insights into volunteering, caregiving, and grandparenting‘.
In de afgelopen tien jaar hebben zich grote veranderingen voorgedaan in de late loopbaan en pensionering. Naast de hogere pensioenleeftijden, komt het werken na de AOW-leeftijd steeds vaker voor. Dit onderzoek kijkt naar de implicaties van langer doorwerken voor maatschappelijke betrokkenheid in Nederland, met de nadruk op vrijwilligerswerk, mantelzorg en opvang van kleinkinderen tijdens de pensioentransitie. De bevindingen suggereren dat vooral de opkomst van betaald werk na pensionering de deelname van recent gepensioneerden aan vrijwilligerswerk zou kunnen verminderen, aangezien de twee activiteiten met elkaar concurreren. De bevindingen impliceren verder dat de verlenging van het beroepsleven het aanbod van informele zorg niet zal ontmoedigen, maar eerder het aandeel oudere werknemers dat betaald werk combineert met informele zorg zou kunnen vergroten. Bovendien tonen de bevindingen aan dat grootouders een actieve rol spelen in het gezinsleven na hun pensionering, zelfs als ze een betaalde baan hebben na hun pensionering. Toch zal uitgestelde pensionering als gevolg van verhogingen van de AOW-leeftijd waarschijnlijk het aandeel grootouders dat beschikbaar is voor grootouderschap verminderen. Alles bij elkaar genomen, belicht dit onderzoek de onbedoelde bijwerkingen van het verlengen van het beroepsleven voor sociale betrokkenheid. Omdat toekomstige cohorten oudere werknemers langer zullen werken, zal de combinatie van betaald werk en maatschappelijke betrokkenheid de aandacht blijven vragen van beleidsmakers, organisaties, familieleden en ouderen zelf.
Dit onderzoek werd gefinancierd door de Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek (VICI-subsidie 453-14-001 aan K. Henkens; VENI-subsidie 451-17-005 aan M. Damman) en Network for Studies on Pensions, Aging and Retirement (Netspar ).
Voor meer informatie zie de website van de Rijksuniversiteit Groningen.