Gebruik deeltijdpensioen verwaarloosbaar

HARRY VAN DALEN | 3 december 2021 | DEMOS jaargang 37, nummer 10 - november/december 2021
Om langer doorwerken mogelijk te maken wordt er vaak gewezen op de mogelijkheid van deeltijdpensioen. Het gebruik hiervan was al laag, maar is sinds 2011 nog verder ingezakt. Wat zit hier achter?

Deeltijdpensioen wordt de laatste jaren als een nieuw onderdeel in het pensioenpakket gezien om langer doorwerken in goede gezondheid mogelijk te maken. Het idee bestaat echter al veel langer: in de jaren tachtig werden zogenoemde seniorendagen – extra verlof voor oudere werknemers – geïntroduceerd om de belastbaarheid van oudere werknemers te ontzien. Deze regelingen worden langzaam doch zeker afgeschaft en gelden nog maar voor een beperkte groep werknemers. Wie nu op hogere leeftijd structureel verlof wil kan gebruik maken van deeltijdpensioen, waarbij de werknemer zijn of haar eigen pensioen aanspreekt om al voor een stukje met pensioen te gaan, terwijl hij of over het gedeelte dat wordt doorgewerkt nog steeds pensioen wordt opgebouwd. Uiteraard kost deze regeling geld omdat een werknemer een deel van het pensioen naar voren schuift om hetzelfde inkomen te behouden tot de officiële pensioendatum, maar vanaf de pensioendatum zal de pensioenuitkering lager zijn dan wanneer men (volledig) was blijven doorwerken.

Hoewel er soms berichten opduiken dat deeltijdpensioen een succes is, valt dat niet af te meten aan de officiële cijfers van pensioentoezichthouder De Nederlandsche Bank. De onderstaande figuur laat zien dat tot 2011 jaarlijks ongeveer 12 duizend deelnemers per jaar) gebruik maakten van zo’n regeling (waarbij mannen duidelijk in de meerderheid zijn). Als we dat gebruik afmeten aan het percentage 60-plus actieve deelnemers bij pensioenfondsen – ongeveer de leeftijd waarop men gebruik mag maken van deze regeling – dan gaat het om ongeveer drie procent. Niet echt een hoog percentage, en dan is dit percentage waarschijnlijk nog een overschatting omdat volgens het caooverzicht 2020 van het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid de leeftijd waarop voor het eerst gebruik gemaakt kan worden van deeltijdpensioen, varieert van 55 tot en met 62 jaar.

Aantallen en percentage werknemers die gebruik hebben gemaakt van deeltijdpensioenregelingen van pensioenfondsen, 2007-2020

Maar dan komt de wonderlijke val in het gebruik van deeltijdpensioen na 2011 (zie figuur). Uitgerekend op het moment dat de plannen om de AOW-leeftijd te verhogen concreter werden en deeltijdpensioen de last van langer doorwerken zou kunnen verlichten. Het blijft speculeren waarom dit plaatsvond. Een mogelijke reden zou de financiële crisis kunnen zijn die toen pas echt voelbaar werd en gepaard ging met dreigende pensioenkortingen. Die onzekerheid zou een afschrikkende werking op de opname van deeltijdpensioen kunnen hebben. Echt plausibel is die crisisverklaring niet, omdat men dan na het herstel van de crisis weer een toename van deeltijdpensioen zou verwachten. Die opleving is niet te zien. In 2020 maakten slechts 3.400 werknemers gebruik van deze regeling (0,5 procent van de actieve 60-plus deelnemers). Een andere reden zou kunnen zijn dat vanaf 2012 er te veel onzekerheid was over hoogte van de AOW-leeftijd en over de koers van het nieuwe pensioenstelsel. Onzekerheid is nooit goed voor het nemen van een onomkeerbare beslissing zoals deeltijdpensioen.

Maar misschien is het nog simpeler: uit de praktijk hoor je vaak dat deeltijdpension fiscaal complex is en dat de werknemers voor wie het juist bedoeld is – lagere en middeninkomens – deeltijdpensioen te duur vinden. Deeltijdpensioen komt dan over als een sigaar uit eigen doos en dat soort regelingen zijn eigenlijk nooit populair.

Harry van Dalen, NIDI-KNAW/Rijksuniversiteit Groningen en Tilburg University, e-mail: dalen@nidi.nl

Literatuur

KNAW Logo
Cookie consent
This website makes use of third party cookies for traffic analysis. Privacy statement.