Een groeiend percentage van de Amerikaanse (witte) middenklasse gaat dood door overdoses drugs, drank of zelfmoord volgens de bestseller Deaths of Despair. Hoe verhouden de Amerikaanse cijfers zich met andere Westerse landen?
De bewuste statistieken komen uit het boek van de economen Anne Case en Nobelprijswinnaar Angus Deaton. Het is een schokkend relaas over een ware epidemie, die zich verspreidde van het Zuid-Westen van de Verenigde Staten (VS) in 2000 naar praktisch de gehele VS in 2015. ‘Doden uit wanhoop’ noemen zij deze categorie van sterfte door middel van overdoses drank en drugs en zelfmoord. Het is geen kleine gezondheidscrisis, want het heeft de levensverwachting in de VS al een aantal jaren doen dalen, waarbij vooral de sterfte onder de witte middenklasse van middelbare leeftijd (45-54 jaar) een onthutsend beeld biedt: een stijging van rond de 30 gevallen per 100.000 in 1990 naar 80 per 100.000 in 2015. Vooral vanaf 2000 zien zij een enorme stijging in de VS en met dit sterftepatroon leggen zij ook een verband met het uiteenspatten van de Amerikaanse droom die vooral de middenklasse hard raakt. Wie zonder werk komt te zitten, heeft meestal geen ziektekostenverzekering meer, waardoor gezondheidszorg onbetaalbaar wordt. Het verval van de Amerikaanse economie komt ook tot uiting in de zogenaamde opiatencrisis, waarbij niet alleen overdoses van opiaten als heroïne de boosdoener zijn, maar ook legale pijnstillers als OxyCodon of Tramadol. Wanneer deze medicijnen te gemakkelijk en langdurig worden voorgeschreven liggen fatale ongelukken op de loer. Wie dat op beeldende wijze wil zien kan het beste naar het docudrama Dope Sick kijken, waarin de verslavende pijnstiller OxyContin en de ‘big farma’- familie Sackler een hoofdrol spelen.
De cijfers van de VS intrigeren en wie op zoek gaat naar vergelijkbare cijfers voor Nederland of Europa zal heel veel moeite moeten getroosten om iets te weten te komen. De standaardstatistieken laten het niet toe om inkomensklassen, migratieachtergrond en leeftijd te koppelen aan de definitie van de ‘wanhoopsdoden’ die Case en Deaton gebruiken. De OESO heeft in 2020 weliswaar een poging gewaagd waarbij zij de wanhoopsdoden voor de gehele bevolking reproduceren (zie figuur). De vraag is echter of deze figuur geruststellend of juist verontrustend is.
Wie naar de VS kijkt ziet dat tussen 2010 en 2016 het dodengetal is gestegen van 15 naar 18 (per 100.000). Maar het cijfer ligt nu ook weer niet heel ver af van het OESO-gemiddelde van 15 per 100.000 doden (in 2015). Voor een goede analyse zou je veel meer gedetailleerde cijfers moeten hebben naar sociale klasse en leeftijd. Het is vooralsnog een rommelige grafiek die met de nodige voorzichtigheid behandeld moet worden omdat voor vele landen deze doodsoorzaken slecht worden geregistreerd of ontbreken. Zo bevatten de cijfers voor Rusland alleen maar zelfmoorden terwijl de andere cruciale indicatoren van wanhoop ontbreken. Het is duidelijk dat er nog veel werk valt te verrichten om een goede landenvergelijking te maken. De OESO constateert dat de wanhoopsdoden maar een klein aandeel zijn van het totale sterftecijfer (1,8%). Het zou echter een miskenning van het probleem zijn dit fenomeen te relativeren. Dit wanhoopsdodencijfer is namelijk veel meer dan een marginaal verschijnsel als we de gedetailleerde Amerikaanse cijfers bezien, het is de spreekwoordelijke ‘kanarie in de kolenmijn’.
Harry van Dalen, NIDI-KNAW/Rijksuniversiteit Groningen en Tilburg University, e-mail: dalen@nidi.nl
Literatuur
- Case, A. en A. Deaton (2020). Deaths of despair and the future of capitalism. New Jersey: Princeton University Press.
- OESO (2020), How’s life? 2020, Measuring wellbeing. Parijs: OESO.