Als we de gesloten huwelijken per jaar bekijken (de huwelijkscohorten), dan blijkt dat het risico op echtscheiding voor de huwelijkscohorten tussen 1950 en 1990 snel en gelijkmatig toenam, maar dat dit risico tussen 1990 en 2010 weer wat afnam. Van de in 1990 gesloten huwelijken eindigde bijvoorbeeld 18 procent binnen tien jaar in een echtscheiding, maar voor de huwelijkscohorten van 2000 en 2010 lagen die percentages op respectievelijk 17 en 16 procent. Het echtscheidingspercentage van huwelijkscohort 2010 ligt zodoende dichter bij het percentage van cohort 1980 dan bij dat van cohort 1990. Ter vergelijking: van de huwelijken die in 1950 werden gesloten was na tien jaar slechts 3 procent door echtscheiding ontbonden.
Later en minder trouwen
Dat recente huwelijken weer wat minder vaak stranden komt deels doordat stellen op steeds latere leeftijd trouwen. Op jonge leeftijd trouwen, een risicofactor voor echtscheiding, komt steeds minder voor. Maar ook als we rekening houden met de leeftijd waarop mensen in het huwelijksbootje stappen is het risico op echtscheiding afgenomen. Zo scheiden recent getrouwde twintigers wat minder vaak dan eerder; hetzelfde geldt voor dertigers, veertigers en vijftigplussers. Waarschijnlijk komt dit doordat mensen die vandaag de dag trouwen een selectere groep vormen dan vroeger. Voorheen was trouwen de norm, terwijl tegenwoordig vooral stellen met een laag scheidingsrisico besluiten te trouwen. Zij hebben ofwel succesvol een ‘proefperiode’ van ongehuwd samenwonen doorstaan ofwel hangen traditionelere gezinswaarden aan en zijn sterker aan hun huwelijk gecommitteerd.
Ongehuwde ouders
Als we naar zowel gehuwde als ongehuwde samenwoonrelaties kijken, gaan paren vandaag de dag wel vaker uit elkaar. Dat is ook het geval als er kinderen zijn. Zo zien we dat ouders van jongere kinderen tegenwoordig vaker uit elkaar gaan dan vroeger; een trend die ook na de eeuwwisseling heeft doorgezet. Van de ouders die in 1998 een kind kregen ging 9 procent uit elkaar voordat het kind zijn zesde verjaardag vierde. Bij ouders die in 2013 een kind kregen was dat ruim 11 procent. Steeds meer ouders zijn ongehuwd of hebben een geregistreerd partnerschap wanneer zij een kind krijgen. Van de ouders die in 1998 een kind kregen was ruim 85 procent op dat moment getrouwd, maar van de ouders die in 2013 een kind kregen was dat nog slechts 55 procent. Deze verschuiving is van belang omdat ongehuwde ouders ongeveer twee keer zo vaak scheiden als getrouwde ouders. De scheidingskans van ouders met een geregistreerd partnerschap ligt hoger dan die van getrouwde ouders, maar lager dan die van ouders zonder formele verbintenis.
Niels Kooiman, Centraal Bureau voor de Statistiek, e-mail: c.kooiman@cbs.nl
Literatuur
- Kooiman, N. (2022), Trends in (echt)scheidingen. Statistische Trends. Den Haag: Centraal Bureau voor de Statistiek.