Foto: Gerard Stolk / Flickr

Verblijfsduur van arbeidsmigranten in Nederland

GOVERT BIJWAARD | 28 oktober 2022 | DEMOS jaargang 38, nummer 9 - October 2022
Velen hebben de indruk dat arbeidsmigranten die naar Nederland komen hier permanent blijven. Nadere analyse van registergegevens laat zien dat de meeste arbeidsmigranten (60%) Nederland na vijf jaar weer hebben verlaten.

In hedendaagse maatschappelijke debatten, bijvoorbeeld in de Tweede Kamer, wordt er meestal van uitgegaan dat immigranten permanent in Nederland zullen blijven. Dat was immers ook grotendeels het geval voor de gastarbeiders uit de jaren zestig van de vorige eeuw. De recent gearriveerde migranten – tussen 1999 en 2007 – zijn echter steeds minder geneigd om permanent in ons land te blijven dan de gastarbeiders. Een groot aandeel, meer dan 40 procent, verblijft maar kort in Nederland, of migreert heen en weer tussen Nederland en het land van herkomst.

In economisch opzicht is het van belang om te weten of succesvolle werkende migranten met een hoog inkomen eerder vertrekken dan minder succesvolle, werkloze migranten. Op basis van CBS-gegevens, waarbij we migranten volgen in de tijd, weten we dat binnen vijf jaar gemiddeld genomen 60 procent van de arbeidsmigranten weer is vertrokken. Die vertrekkans loopt echter sterk uiteen, afhankelijk van de persoonlijke omstandigheden. Zo vertrekken arbeidsmigranten met de laagste inkomens (minder dan 1.000 euro netto per maand), bijvoorbeeld werkzaam in de bouw, eerder dan migranten met middeninkomens.

Kans dat een arbeidsmigrant nog in Nederland is naar lengte van verblijf (in maanden sinds eerste aankomst)

Ook migranten met de hoogste inkomens (meer dan 5.000 euro netto per maand), bijvoorbeeld expats (hoogopgeleide professionals die niet in hun eigen land werken), vertrekken eerder dan migranten met middeninkomens. Baanbehoud blijkt een belangrijke rol te spelen bij de vertrekbeslissing: arbeidsmigranten die hun baan verliezen, vertrekken gemiddeld ruim twee keer zo snel naar het buitenland. Uit nader onderzoek blijkt dat lage-inkomensmigranten met verkeerde verwachtingen aan hun migratieavontuur zijn begonnen. Zij hadden blijkbaar een veel hoger inkomen voor ogen en uit teleurstelling keert men terug naar het land van oorsprong of vertrekt men naar een ander EU-land. Migranten met een hoog inkomen gedragen zich veel meer als rationele migranten met een inkomensdoel voor ogen. Indien zij elders een beter loon kunnen verdienen dan zijn zij weer vertrokken.

Kortom, voor een discussie over de hedendaagse instroom van immigranten in Nederland dient niet vergeten te worden dat een aanzienlijk deel van deze migranten ons land binnen afzienbare tijd weer verlaat. Dat kan positief worden opgevat wanneer het gaat om migranten die werkloos worden als ze zouden blijven, maar men kan het ook negatief beoordelen omdat het ook betekent dat arbeidsmigranten met een hoog inkomen of migranten met een hoge loongroei eerder vertrekken dan middeninkomensmigranten. Denk hierbij aan de kenniswerkers of ‘high potentials’ waarvan verondersteld wordt dat zij een grotere economische bijdrage leveren aan de Nederlandse economie, bijvoorbeeld door meer belasting te betalen en meer te consumeren.

Govert Bijwaard, NIDI-KNAW/ Rijksuniversiteit Groningen, e-mail: bijwaard@nidi.nl

Literatuur

KNAW Logo
Cookie consent
This website makes use of third party cookies for traffic analysis. Privacy statement.