In het licht van de participatiesamenleving streeft de overheid er naar de rol van mantelzorgers in de uitvoering van zorgtaken te vergroten. Er wordt hierbij vanuit gegaan dat familieleden relatief eenvoudig de intensiteit van hun band met een hulpbehoevend familielid kunnen aanpassen. Maar zijn familiebanden wel zo flexibel? Of zijn patronen van contact, hulpuitwisseling en conflict vaak diep ingesleten en moeilijk aan te passen?
Onderzoek gebaseerd op de Netherlands Kinship Panel Study laat zien dat – ondanks een veranderende samenleving – familiebanden relatief stabiel zijn. Dit roept de vraag op of de overheid wellicht te hoge verwachtingen heeft van het aanwenden van familiesolidariteit om de zorgkosten in Nederland verder terug te brengen.
MARTIJN HOGERBRUGGE
> Lees het volledige artikel: demos-32-01-hogerbrugge.pdf