Foto: Elsa Olofsson / Unsplash

Tieners met verhuisproblemen vertonen vaak ongezond gedrag

KATHARINA RUNGE, AAT LIEFBROER & HELGA DE VALK | 26 september 2025 | DEMOS jaargang 41, nummer 8 - September 2025
Verhuizen als kind gaat vaak gepaard met stress en problemen op school. Onderzoek laat zien dat die verhuisproblemen ook tot uiting komen in ongezond gedrag zoals roken en gebruik van drugs.

Uit de meest recente Gezondheidsmonitor Jeugd uit 2023 bleek dat middelbare scholieren in Noord-Nederland relatief ongezond gedrag vertonen in vergelijking met andere regio’s in het land. Met name roken en alcohol- en drugsgebruik liggen relatief hoog. Jongeren in Noord-Nederland scoren gemiddeld op dagelijks bewegen en hun ervaren gezondheid. We onderzochten een grote groep tieners in Noord- Nederland om te bepalen of er een verband ligt tussen verhuizen en ongezonde gewoonten, zoals drugsgebruik, roken, alcoholgebruik, weinig bewegen en een ongezond eetpatroon. Daarvoor combineerden we gegevens uit de Lifelines Cohort Study en Biobank – een grote representatieve studie in Groningen, Drenthe en Friesland, verzameld tussen 2010 en 2013 – met de gegevens uit de Basisregistratie Personen die gemeenten bijhouden. Van de 3.917 tieners tussen de 13 en 17 jaar in ons onderzoek, bleek 38 procent minstens één keer verhuisd te zijn sinds ze vier jaar oud waren.

Er is goed en minder goed nieuws. Het goede nieuws is dat verhuizen niet samenhangt met het drinken van alcohol, het eten van zoete tussendoortjes en het je gezond voelen. Het slechte nieuws is dat tieners die verhuisd waren, vergeleken met tieners die nog nooit zijn verhuisd (zie onderstaande figuur), een aanzienlijk hogere kans hadden om drugs te hebben gebruikt (9% tegenover 5%) en te roken (16% tegenover 11%). Tevens hebben ze een kleinere kans om actief te bewegen (57% tegenover 53%).

Percentage tieners (13-17 jaar) dat risicovol gezondheidsgedrag vertoont, uitgesplitst naar verhuizingen in de kindertijd (4 jaar of ouder)

We hebben ook onderzocht of het uitmaakt hoe vaak tieners sinds hun vierde levensjaar verhuisd zijn. Er bleek geen verschil tussen tieners die één keer verhuisd zijn en zij die vaker verhuisd zijn. Het is bekend dat verhuizen soms ook het gevolg kan zijn van een scheiding en zo’n scheiding kan negatief uitpakken voor kinderen. Voor een dergelijke specifieke verhuizing hebben we gekeken of de verschillen tussen verhuisde en niet-verhuisde tieners het gevolg zijn van het al dan niet meemaken van een ouderlijke scheiding. Het antwoord is opnieuw nee.

Tieners die sinds hun vierde ooit verhuisd zijn roken dus wat vaker, gebruiken vaker drugs en bewegen minder dan tieners die niet verhuisd zijn. Dit suggereert dat kinderen het vaak moeilijk vinden om zich ‘thuis’ te voelen in een nieuwe omgeving. Voor kinderen lijkt de verandering die verhuizen met zich meebrengt groter dan voor ouders. Het netwerk van een kind is vaak meer lokaal dan dat van de ouders. Bovendien is verhuizen voor kinderen vaak hun eerste keer, terwijl ouders natuurlijk wel vaker verhuisd zijn. Het kan een kind dus meer moeite kosten om nieuwe vriendschappen op te bouwen en zich veilig te voelen. Het is belangrijk dat ouders alert zijn op de stress die voor kinderen met verhuizing gepaard kan gaan, en hun kinderen steunen in het aanpassen aan een nieuwe leefomgeving.

Katharina Runge, NIDI-KNAW/Rijksuniversiteit Groningen, e-mail: runge@nidi.nl
Aat Liefbroer, NIDI-KNAW/Rijksuniversiteit Groningen en UMCG/Vrije Universiteit Amsterdam, e-mail: liefbroer@nidi.nl
Helga de Valk, NIDI-KNAW/Rijksuniversiteit Groningen, e-mail: valk@nidi.nl

Literatuur

KNAW Logo
Cookie consent
This website makes use of third party cookies for traffic analysis. Privacy statement.