Hoe werkt het verlies van een baan door op de ontwikkeling en het welzijn van kinderen die aan het begin van hun basisschoolperiode staan? Het is een complexe vraag die van groot belang is voor beleid. Hoe kan immers de impact van baanverlies van ouders op jonge kinderen het beste worden beperkt: moeten we vooral het verlies van inkomen, of de afname in de kwaliteit van het opvoeden, of beide aanpakken? Om deze vragen te beantwoorden, bestudeerden we een groot Iers geboortecohort dat representatief is voor alle kinderen die tussen december 2007 en juni 2008 in Ierland zijn geboren. Onze steekproef bestaat uit 6.303 kinderen, zowel in eenoudergezinnen als in tweeoudergezinnen, waarvan we de ontwikkeling hebben gevolgd gedurende de Grote Recessie (2008-2013). De resultaten laten duidelijk zien dat baanverlies van ouders de vroege ontwikkeling van het kind kan belemmeren. Per saldo is het baanverlies van de moeder schadelijker dan baanverlies van de vader, en worden gedragsproblemen van kinderen sterker beïnvloed door baanverlies dan dat hun verbale vaardigheden achteruitgaan. Als verklaring voor het verband tussen baanverlies en de ontwikkeling van het kind is het inkomen van ouders belangrijker dan de kwaliteit van het opvoeden.
Verder laten de resultaten zien dat baanverlies en inkomensverlies de kans verkleinen dat kinderen op 3-jarige leeftijd naar de betaalde kinderopvang gaan. Sommige van deze effecten zijn complex: vanwege baanverlies gaan vaders en moeders zich vaak ook anders gedragen, en die gedragingen hebben ook invloed op de ontwikkeling van het kind. Als we ons alleen zouden richten op de effecten van baanverlies die zijn ontstaan vanwege het inkomensverlies, dan vinden we dat het baanverlies van ouders ook de verbale vaardigheid van kinderen op 3-jarige leeftijd belemmert. De resultaten laten echter zien dat moeders dit effect compenseren, denk hierbij aan de mogelijkheid dat moeders die hun baan verliezen, meer tijd gaan besteden aan hun kind, en dat deze extra tijdsinvestering gunstig uitpakt voor de verbale vaardigheden van het kind. Dit compensatiepatroon nemen we overigens niet meer waar als kinderen vijf jaar oud zijn. Voorts zien we dat de effecten van baanverlies van ouders iets groter zijn bij kinderen van hoogopgeleide moeders en zien we, ongeacht het opleidingsniveau van de moeder, dat baanverlies het sturen van een kind naar betaalde kinderopvang negatief beïnvloedt. De bevindingen benadrukken de diepe sporen die de Grote Recessie achterlaat: baanverlies was al groot voor de middenklasse in Ierland, maar daar bovenop laten we zien dat dergelijke tegenspoed ook gevolgen heeft voor de volgende generatie. In het afgelopen jaar is het aantal mensen in Ierland dat hun baan heeft verloren weer gestegen. Beleidsmakers zouden er rekening mee moeten houden dat de gevolgen van baanverlies van ouders tijdens een recessie ook kinderen al op jonge leeftijd kunnen treffen. Werkloosheidsuitkeringen zouden beter kunnen worden afgestemd op de behoeften van ouders, misschien via een subsidie die werkloze ouders, ondanks inkomensverlies, in staat stelt om toegang te houden tot hoogwaardige kinderopvang. Beleid gericht op verbetering van de kwaliteit van opvoeden door werkloze ouders lijkt, althans op basis van ons onderzoek, minder effectief.
Gabriele Mari, Erasmus Universiteit Rotterdam, e-mail: mari@essb.eur.nl
Renske Keizer, Erasmus Universiteit Rotterdam, e-mail: keizer@essb.eur.nl
Literatuur
- Mari, G. en R. Keizer (2021), Parental job loss and early child development in the Great Recession. Child Development.