Het einde van de Tweede Wereldoorlog in Duitsland ging gepaard met mensen die vluchtten. Vaak nam die vlucht de vorm aan van migratie. Half Duitsland was in beweging. In de zomer van 1945 hadden de toen vier geallieerde zones van Duitsland een bevolking van 75 miljoen mensen; 40 miljoen hiervan waren niet op de plaats waar zij wilden of behoorden te zijn. Vrijgelaten gevangenen, gevluchte nazi’s die probeerden hun straf te ontkomen, dwangarbeiders, maar vooral vele Duitse burgers die weg probeerden te komen voor de naderende geallieerden, in het bijzonder de Russen. Van deze soldaten kon men vermoeden dat ze uit waren op wraak voor de gepleegde oorlogsmisdaden door Duitse troepen in de Sovjet Unie. Tegelijkertijd ontwikkelde zich precies 80 jaar geleden, in april 1945, een sterke vlucht in een zelfgekozen dood, die door sommigen als een zelfmoordepidemie werd betiteld. Het is een verhaal waar niet vaak over werd gesproken, zeker niet in (voormalig) Oost-Duitsland, waar na de oorlog kritiek op Sovjet-misdaden niet geduld werd. De laatste twintig jaar zijn er echter vele boeken gepubliceerd die dat drama in beeld hebben gebracht. In dit artikel wil ik op basis van de bestaande literatuur en cijfers een beeld schetsen van wat er toen in Duitsland plaatsvond.
Op weg naar het einde
Met D-day in Normandië in juni 1944 werd het begin van het einde ingeluid van het bewind van Hitler. Hij was niet meer de strateeg die in 1939 Europa overrompelde met zijn ‘Blitzkrieg’. Hij begon steeds meer paranoïde te raken en verkeerde beslissingen te nemen. De Duitse bevolking voelde die neergang ook aan en tegen het eind van 1944 verlangde men naar vrede. Op 19 maart 1945 was hij ten einde raad en verstuurde hij een telex met het zogenaamde Nero-bevel naar de bevelhebbers van zijn troepen. De gehele Duitse industriële en militaire infrastructuur diende te worden vernietigd, want “als de vijand zich terugtrekt, laten ze ons als verschroeide aarde achter en laten ze alle aandacht voor de bevolking varen.” Met deze boodschap aan zijn troepen in Duitsland maakte Hitler duidelijk dat het Duitse rijk zijn einde naderde. De geallieerden rukten op, zoals ook te zien is op de Amerikaanse legerkaart (figuur 1) die de situatie schetste rond de tijd van Hitlers dood. Hij was danig in het nauw gedrongen. Met deze tactiek van de ‘verschroeide aarde’ tekende hij de facto voor de zelfmoord van Duitsland. Daar kwam nog eens bij dat Hitler zelfmoord ook als de enige waardige optie opperde voor zichzelf, zijn strijdkrachten en zijn volk als er geen hoop meer was. Die hoop vervloog nog sneller na verkondiging van zijn Nero-bevel. Hitlers architect en rijksminister van Bewapening en Oorlogsproductie, Albert Speer, probeerde nog dit bevel te dwarsbomen in het besef dat Duitsland na de oorlog ook aan wederopbouw zou moeten werken. Volgens Speer liet Hitler in de nacht van 18 maart 1945 aan hem weten: “Als de oorlog verloren wordt, is het volk ook verloren. Dit lot is onontkoombaar. Het volk heeft dan bewezen dat ze de zwakkere natie is […] Wie er na de strijd overblijven, zijn hoe dan ook de minderwaardigen, want alle goeden zullen dan dood zijn.”

Berlijn
Berlijn vormde het centrum van de macht. De stad bevond zich in het rode gedeelte van de kaart en soldaten en burgers aldaar hadden zich al lang voorbereid op de strijd om Berlijn. De Russen en Amerikanen naderden snel. De definitieve val van Hitler was aanstaande en voor hem was het tijd om de daad bij het woord te voegen. Op 30 april om 15.30 uur hebben Adolf Hitler en Eva Braun zelfmoord gepleegd in de Führerbunker in Berlijn. De dag daarvoor waren zij in het huwelijk getreden. In een testament, opgemaakt op 29 april (04.00 uur) verklaarde hij waarom: “Om de schaamte van afzetting of overgave te vermijden, kiezen ik en mijn vrouw voor de dood. Het is onze wil om onmiddellijk verbrand te worden op de plek waar ik het grootste deel van mijn dagelijkse werk heb gedaan in de loop van twaalf jaar dienstbaarheid aan mijn volk.” Het was een daad die, gegeven de chaos van troepenbewegingen en gebrekkige communicatie, niet voor alle Duitsers direct een feit was. Maar Berlijnse burgers konden zelf wel de tekenen van de neergang zien in de straat.
Het was stilte voor de storm en wachten op de gevreesde Russische soldaten. Om de lugubere sfeer van die tijd te proeven geeft het dagboek van Marta Hillers (1911-2001) een realistische, maar ook wrange indruk van twee verschrikkelijke maanden (20 april – 22 juni 1945). Hillers was een Duitse journaliste die in Berlijn was achtergebleven en schetste met nuchterheid het alledaagse leven, waarbij tal van vrouwen, van jong tot zeer oud, door Russische soldaten en officieren werden verkracht. Verkrachting was overigens niet voorbehouden aan Russen; ook de Britten, Amerikanen en Fransen maakten zich daaraan schuldig in andere delen van Duitsland. Volgens conservatieve schattingen zijn ongeveer twee miljoen vrouwen in Duitsland verkracht. Voor de stad Berlijn worden getallen tussen de 95 duizend en een half miljoen genoemd. Als men bedenkt dat er in april 1945 in Berlijn ongeveer 1,4 miljoen vrouwen aanwezig waren, dan werd er in die periode tussen de 7 en 36 procent van de vrouwelijke bevolking verkracht. Voor sommige vrouwen waren deze verkrachtingen een reden om zelfmoord te plegen. Een Berlijnse arts schatte dat dit voor tien procent van de verkrachte vrouwen gold. Daarnaast moet men niet vergeten dat vrouwen meermaals verkracht werden, waardoor dit soort schattingen een grove onderschatting vormen van het leed. Hillers werd zelf ook talloze malen verkracht, waarna zij uit lijfsbehoud een overlevingsstrategie wist te ontwikkelen – zoek de bescherming van een officier “die de wolven weghoudt” – waardoor zij op een gegeven moment niet meer overgeleverd was aan de grillen van soldaten. Haar dagboek werd in 1954 anoniem gepubliceerd in het Engels in de Verenigde Staten en in 1959 werd het in Zwitserland in het Duits uitgebracht. Duitse critici verachtten de anonieme auteur omdat ze zich volgens hen op pragmatische wijze had geprostitueerd en de eer van de Duitse vrouw had bezoedeld. Pas na haar dood in 2001 wilde zij dat haar naam bekendgemaakt werd en was Duitsland wel ontvankelijk voor haar relaas. Het boek werd in korte tijd een bestseller en ook een klassieker.
Zelfmoordepidemie
Voor vele Duitse burgers was de komst van de Russen een reden om zelfmoord te plegen. In een rapport van de SS uit maart 1945 bleek dat velen zelfmoord wilden plegen. In het Berlijn van die tijd verloor zelfmoord in de maanden van neergang zijn taboestatus en werd het een normaal gespreksonderwerp. Een van de sprekende verhalen komt van de pastoor Gerhard Jacobi van de Kaiser-Wilhelm-Gedächtniskirche. Tegen een Deense journalist verklaarde hij: “Het gevaar van een epidemie is reëel. Ik word keer op keer door gemeenteleden in vertrouwen genomen dat zij cyanide in bezit hebben. Zij zien het niet meer zitten. [..] De persoon die verantwoordelijk is voor al deze zelfmoordneigingen is Dr. Goebbels.” Het dragen van cyanidecapsules was volgens ingewijden de gewoonste zaak van de wereld. Iedereen had ze wel op zak, en vele vrouwen hadden uit extra voorzorg ook scheermesjes in hun tas. Een journalist uit die periode vertelde ook dat de vele verkrachtingen of de angst hiervoor een reden was voor vrouwen om een einde aan hun leven te maken. Een landelijk cijfer voor Duitsland ontbreekt voor die periode. De weerslag van deze zelfmoordepidemie is echter duidelijk terug te zien in de Berlijnse sterftestatistieken over de jaren 1923-1949 (figuur 2). Voor 1945 schommelt het zelfmoordcijfer tussen de 38 en 52 per 100.000 inwoners om in 1945 met een factor vijf te pieken om vlak na 1945 weer terug te zakken naar het niveau van 50 (per 100.000).

Om het verloop van de zelfmoordepidemie in het jaar 1945 nog beter te zien zijn de maandcijfers voor Berlijn het meest geschikt (figuur 3). In april 1945 vonden bijna 4.000 zelfmoorden plaats, waarbij historici ook vaak aantekenen dat dergelijke cijfers nog een grove onderschatting zijn omdat familie vaak uit geloofsovertuigingen niet wilde dat een dood als zelfmoord werd geregistreerd. Zelfmoord werd immers als een zonde gezien. Het verloop van andere doodsoorzaken na april 1945 laat overigens ook zien dat de levensomstandigheden in Berlijn in dat jaar zeer slecht waren. De sterfte onder ouderen, die al verzwakt waren door een gebrek aan voedsel en drinkwater, liep nog verder op in het jaar 1945 om pas na december te dalen. De leefomstandigheden voor zuigelingen waren ook zeer slecht en velen stierven. De zuigelingensterfte ten gevolge van darmontstekingen piekte in juli 1945.

Massazelfmoord
Het verhaal van Berlijn spreekt boekdelen, maar deze zelfmoordepidemie speelde zich ook elders in Duitsland af. Het stadje Demmin, 160 kilometer ten noorden van Berlijn, had met dezelfde dreiging te maken als Berlijn, maar de intensiteit was wellicht nog heftiger en is uitgebreid belicht in het boek Kind, beloof me dat je de kogel kiest van Florian Huber. Hij beschrijft de opkomst en neergang van Duitsland door de ogen en dagboekbeschrijvingen van gewone Duitsers. Vooral het einde van de oorlog is huiveringwekkend voor de plaatselijke bevolking. Demmin was een stad met aanvankelijk in 1945 ongeveer 15 duizend inwoners. Maar er kwam een enorme vluchtelingengolf op gang om de Russen te ontlopen. Eind april was het inwonertal van de stad verdubbeld, en de inwoners bevonden zich opeens in het oog van de storm. Men moest van de ene op de andere dag een beslissing nemen om alles achter te laten door op een legertruck te klimmen, of anders richting het westen te lopen of te liften. Wie achterbleef moest zich opmaken voor de Russen, die op wraak voor Duitse oorlogsmisdaden zinden en waarover angstaanjagende verhalen de ronde deden. Op 30 april, toen de Russen de stad hadden bezet en door opgeblazen bruggen niet verder konden met hun tanks, gingen soldaten in de avond en nacht op zoek naar horloges, sieraden, drank en vrouwen en staken zij vele huizen in brand. 80 procent van het centrum werd vernietigd, en ook hier werden vele vrouwen verkracht. Maar waardoor Demmin vooral in herinnering blijft is dat binnen een paar dagen ongeveer duizend inwoners een eind aan hun leven maakten. Complete families namen het drastische besluit om zelfmoord te plegen, waarbij kinderen eerst gingen en daarna de vader als laatste zichzelf ombracht. Vaak met behulp van inname van gif. Dagboeknotities reppen van een massapsychose en die kwam duidelijk tot uitdrukking in de nacht van 30 april. Toen gingen ruim 600 mensen naar de plaatselijke rivieren Tollense en Peene om zichzelf te verdrinken. Echtparen, maar ook hele families waren met touwen aan elkaar verbonden, beladen met rugzakken vol stenen en zo liepen zij de rivier in om hun dood te vinden.
Tot slot
Het einde van de Tweede Wereldoorlog in Duitsland ging gepaard met doodsangst voor de Russen en wroeging en schaamte bij Duitsers die zich vertwijfeld afvroegen waarom zij zich zo hadden laten meeslepen door Hitler. Een sfeer die overging in een groot stilzwijgen dat door de val van de muur in 1989 pas doorbroken kon worden. Dat velen eind april 1945 zelfmoord pleegden, was wellicht ook een nalatenschap van Hitler die vanaf zijn aantreden herhaaldelijk sprak over zelfmoord als een logische en eervolle keuze. Overgave was geen optie. De journalist Sebastian Haffner was in zijn analyse over Hitler hard en duidelijk: “hij was geen staatsman en ook geen man van het volk”. Hij had (als Oostenrijker) “Duitsland gekozen zonder Duitsland te kennen”. De ambities van Duitsland vielen eerst samen met zijn ambities, maar op het einde bleken die ambities toch niet identiek. “Hij gedroeg zich als een opvliegende en teleurgestelde eigenaar van racepaarden. En toen zijn beste paard de race niet kon winnen sloeg hij deze dood omdat het paard bewezen had geen winnaar te zijn.” Een nieuwe regeringsleider met een echt hart voor het volk werd node gemist.
Harry van Dalen, NIDI-KNAW / Rijksuniversiteit Groningen en Tilburg University, e-mail: dalen@nidi.nl
Literatuur
- Goeschel, C. (2009), Suicide in Nazi Germany. Oxford: Oxford University Press.
- Haffner, S. (1979), The meaning of Hitler. Londen: Phoenix.
- [Hillers, M.] (2004), A Woman in Berlin, oorspronkelijk anoniem uitgegeven in 1954, Londen: Virago Modern Classics.
- Huber, F. (2015), Kind, versprich mir, das du dich erschiest. Berlijn: Piper Verlag, vertaald in het Nederlands Kind, beloof me dat je de kogel kiest in 2016. Amsterdam: Hollands Diep.
- Jähner, H. (2020), Wolfszeit. Deutschland und die Deutschen 1945 – 1955. Berlin: Rowohlt BerlinVerlag, vertaald in het Nederlands: Wolfstijd. Duitsland en de Duitsers, 1945 – 1955. Amsterdam: De Arbeiderspers.
- McKay, S. (2022), Berlijn – Leven en dood in de stad die de geschiedenis van de 20ste eeuw bepaalde. Amsterdam: Atlas Contact.
- Schramm, P. (1985), Die Niederlage 1945, Aus dem Kriegstachebuch des Oberkommandos der Wehrmacht. München: Deutscher Taschenbuch Verlag.