Hij en/of zij: transgenders en intersekse in Nederland

21 december 2017 | DEMOS jaargang 33, nummer 10 - november / december 2017
De laatste tijd is er steeds meer aandacht voor transgenders en mensen die worden geboren met een lichaam dat niet aansluit bij het standaardbeeld van man of vrouw. Hoewel door de toegenomen aandacht de zichtbaarheid van vooral transgenders is toegenomen, is er in de samenleving nog veel onbekend over deze groep burgers. Om wie gaat het eigenlijk en hoe groot is deze groep in Nederland?

Hoewel door de toegenomen aandacht de zichtbaarheid van vooral transgenders is toegenomen, is er in de samenleving nog veel onbekend over deze groep burgers. Om wie gaat het eigenlijk en hoe groot is deze groep in Nederland?

NICOLE VAN DER GAAG & NICO VAN NIMWEGEN

De toenemende erkenning van de genderdiversiteit in de Nederlandse samenleving uit zich op verschillende manieren. Zo wordt als erkenning voor de mensen die zich niet thuis voelen bij de binaire man/vrouw-verdeling op de OV-chipkaart niet meer vermeld of iemand een man of vrouw is, kiezen steeds meer gemeenten en instanties voor een genderneutraal toilet en heeft de gemeente Amsterdam recent geadviseerd het aloude “Geachte dames en heren” te vervangen door gender-neutrale alternatieven, net als de Nederlandse Spoorwegen. Steeds meer wordt erkend dat de tweedeling man óf vrouw niet overeenkomt met de werkelijkheid. Maar over wie gaat het hier?

Transgender

Transgender is een breed begrip dat wordt gebruikt voor mensen van wie de genderidentiteit of expressie niet past bij het geslacht dat zij bij geboorte hebben gekregen. Zo komt bij transseksuelen het gevoel man of vrouw te zijn niet (helemaal) overeen met het toegewezen geslacht, terwijl bij travestieten de genderexpressie afwijkt. Dit komt bijvoorbeeld tot uiting in de kledingstijl, het uiterlijk of het gedrag. Een derde, kleinere groep transgenders, bestaat uit mensen die zichzelf ervaren als zowel man als vrouw, als geen van beiden of ergens tussen mannen en vrouwen in. Doordat zowel de breedte van het begrip transgender als de interpretatie van de verschillende termen aan verandering onderhevig zijn, en bovendien systematisch onderzoek naar transgenders pas van recente datum is, is het moeilijk een precieze afbakening van deze groep te geven. De meest recente schatting voor Nederland komt uit op zo’n 50.000 transgenders (zie kader).

Van een deel van deze groep is wel bekend om hoeveel personen het gaat. Dit betreft de mensen die hun geslachtsaanduiding in de Basisregistratie Personen hebben laten wijzigen. Tot halverwege 2014 was het alleen mogelijk om bij een medische geslachtsaanpassing de registratie aan te laten passen. Met de Transgenderwet die op 1 juli 2014 in werking is getreden, is dit makkelijker geworden. Met deze wet kunnen ook mensen die (nog) geen geslachtsaanpassende behandelingen hebben ondergaan hun juridische geslacht veranderen en hoeven zij hiervoor niet meer naar de rechter, maar volstaat een deskundigenverklaring.

In de periode 2007-2014 veranderden gemiddeld zo’n 80 personen per jaar hun geslachtsregistratie. In 2015, na de wetswijziging, waren dit er 770 (zie figuur). Op dit moment is nog niet duidelijk of dit hogere aantal vooral betrekking heeft op een inhaalslag, of dat deze verhoging zich de komende jaren voort zal zetten. Hoewel de cijfers voor 2015 dus een bredere groep weergeven dan alleen transgenders die een medische geslachtsverandering hebben ondergaan, zitten hier nog geen gegevens bij van mensen die geen behoefte of mogelijkheid hebben om de registratie van hun geslacht aan te laten passen.

Van alle geslachtswijzigingen betreft 60 procent zogenoemde ‘transvrouwen’: vrouwen geboren met een lichaam van een jongen. Dit zou erop kunnen duiden dat er meer mannen zijn met een vrouwelijke genderidentiteit, dan vrouwen met een mannelijke genderidentiteit (‘transmannen’). Het is echter ook mogelijk dat vrouwen met een mannelijke genderidentiteit meer mogelijkheden hebben om hier vorm aan te geven zonder dat zij daar een aanpassing van het geboortegeslacht bij nodig hebben.

Aantal wijzigingen in geslachtsregistraties, bevolking 15 jaar en ouder, 2007-2015

Intersekse

Hoewel intersekse vaak wordt geassocieerd met transgender betreft het iets wezenlijk anders. Voor personen met een intersekse-conditie wijkt niet de perceptie van de eigen sekse af van het geboortegeslacht, maar past het lichaam waarmee zij geboren worden niet bij het heersende beeld van een jongens- of een meisjeslichaam. Diverse aangeboren condities vallen onder de term intersekse (zie kader). Voorbeelden zijn een jongetje met een vagina of een meisje met mannelijke XY-chromosomen. De variatie aan condities is groot en niet alle condities worden bij de geboorte ontdekt. Als de gevolgen vooral de inwendige geslachtsorganen betreffen, komt dit vaak pas in de puberteit of volwassenheid tot uiting. Ook de aard en ernst van de medische gevolgen variëren sterk. Als de conditie niet zichtbaar is en de klachten gering zijn, komt het ook voor dat iemand een intersekse-conditie heeft zonder dit te weten.

In tegenstelling tot transgender personen die zelf kiezen voor een geslachtswijziging, werd lange tijd voor personen met intersekse besloten welke medische behandelingen zij moesten ondergaan. Nog tot begin van de 21ste eeuw waren er artsen die van mening waren dat het beter was voor mensen om niet te weten dat ze een intersekseconditie hadden omdat de impact ervan te groot zou zijn. En mensen die het wel wisten, kregen vaak het advies hier met niemand over te praten. Nu sekse steeds vaker wordt gezien als een continuüm met als uitersten de stereotypen man en vrouw en veel variaties daartussenin, is er ook vaker sprake van de-medicalisering. Dit betekent dat er minder kinderen worden geopereerd, er meer openheid wordt nagestreefd en volledige informatieverstrekking de norm is.

Het Sociaal en Cultureel Planbureau (SCP) schat dat 1 op de 200 mensen wordt geboren met een lichaam dat niet helemaal overeenkomt met het heersende beeld van een mannen- of vrouwenlichaam. In Nederland gaat het om ruim 85.000 mensen. Dit is inclusief personen die niet weten dat ze een intersekse-conditie hebben of die nooit een medische behandeling hebben ondergaan. De meeste personen met intersekse voelen zich óf man óf vrouw en presenteren zich ook als zodanig. Net als anderen kunnen zij een heteroseksuele, lesbische, homoseksuele of biseksuele oriëntatie hebben, of zich identificeren als transgender.

Stigma

Nu langzaamaan het inzicht groeit dat de traditionele tweedeling van onze samenleving in mannen en vrouwen de werkelijkheid niet dekt, komt er geleidelijk meer ruimte voor transgenders en personen met intersekse om naar buiten te treden. Toch is het stigma nog steeds groot en blijkt uit het schaarse onderzoek dat deze groep vaker te maken heeft met problemen in de leef- en werksituatie en negatief afsteekt op terreinen als veiligheid, eenzaamheid, gezondheid en psychische problemen. Of meer zichtbaarheid de oplossing is voor deze problemen, is echter de vraag. Aan de ene kant kan meer zichtbaarheid leiden tot een positievere beeldvorming waardoor transgenders en mensen met intersekse meer open kunnen zijn zonder schaamte, angst of terughoudendheid. Aan de andere kant kan meer zichtbaarheid juist leiden tot meer stigmatisering en kan het tot gevolg hebben dat transgenders en mensen met intersekse, meer dan voorheen, als aparte groep worden beschouwd, terwijl de meeste van hen juist als volwaardige man, vrouw of individu willen worden geaccepteerd.

Niet alleen extra regelgeving en meer bekendheid, maar zeker ook meer begrip voor transgenders en personen met intersekse kan bijdragen aan de verbetering van hun maatschappelijke en juridische positie.

Nicole van der Gaag, NIDI, e-mail: gaag@nidi.nl
Nico van Nimwegen, NIDI, e-mail: nimwegen@nidi.nl

Literatuur

Geerdinck, M., L. Muller, C. Verkleij en C. van Weert (2011),
Transseksuelen in Nederland; is er sprake van ongelijkheid? Den Haag: Centraal Bureau voor de Statistiek.
Keuzenkamp, S. (2012),
Worden wie je bent, het leven van transgenders in Nederland. SCP-publicatie 2012- 30, Den Haag: Sociaal en Cultureel Planbureau.
Kuyper, L. (2012),
Transgenders in Nederland: prevalentie en attitudes. Tijdschrift voor Seksuologie 36 (2), pp. 129-135.
Kuyper, L. (2017),
Transgenderpersonen in Nederland. SCP-publicatie 2017-14, Den Haag: Sociaal en Cultureel Planbureau.
Lisdonk, J. van (2014),
Leven met intersekse/DSD; een verkennend onderzoek naar de leefsituatie van personen met intersekse/DSD. SCP-publicatie 2014-15, Den Haag: Sociaal en Cultureel Planbureau.

 

KNAW Logo
Cookie consent
This website makes use of third party cookies for traffic analysis. Privacy statement.