Er wonen naar schatting ruim 600 duizend Nederlanders elders in Europa. We hebben het dan over mensen met de Nederlandse nationaliteit. Hiervan woont bijna de helft in één van onze buurlanden en daarvan de meesten in België (zie de kaart). Andere landen waar relatief grote aantallen van deze Nederlanders wonen zijn het Verenigd Koninkrijk, Spanje en Frankrijk. De Nederlandse gemeenschap in België is ook vanuit Belgisch perspectief relatief omvangrijk: Nederlanders vormen 11 procent van alle inwoners van België met een buitenlandse nationaliteit. In andere landen is dat percentage veel lager. In Duitsland heeft maar 1,2 procent van alle niet-Duitsers de Nederlandse nationaliteit. Andere landen waar Nederlanders een relatief groter aandeel van de buitenlandse gemeenschap vormen, maar op ruime afstand van België, zijn Denemarken, Hongarije, Noorwegen, Portugal en het Verenigd Koninkrijk (ieder circa 1,6%).
Hoewel het aantal mannen en vrouwen min of meer gelijk verdeeld is onder alle Nederlanders elders in Europa (51% om 49%), zijn er wel grote verschillen tussen landen. Vooral in Finland, de Baltische staten, Tsjechië, Slowakije, Bulgarije en Roemenië is het aandeel vrouwen onder de Nederlanders laag (minder dan 30%). In Italië en het Verenigd Koninkrijk is hun aandeel het hoogst (55%). Ook naar leeftijd zijn er grote verschillen tussen landen. Het aandeel oudere Nederlanders (65+) is relatief hoog in Duitsland, Frankrijk, Hongarije, Portugal en Spanje (25 à 30%), maar juist laag in de Baltische staten, Scandinavië, Ierland en het Verenigd Koninkrijk (minder dan 12%).
Wonen Nederlanders in meer of mindere mate in andere Europese landen dan andere Europeanen? Van alle mensen in Europa met de Nederlandse nationaliteit, bijna 17 miljoen, woont 3,6 procent niet in Nederland maar elders in Europa. Daarmee zitten Nederlanders onder het gemiddelde van de Europese Unie: 4,5 procent van de mensen met de nationaliteit van een EU-land woont niet in eigen land, maar in een ander land in Europa. Roemenen (16,1%), Litouwers (14,1%), Kroaten (13,6%), Portugezen (13,2%) en Bulgaren (12,7%) wonen juist relatief vaak niet in eigen land. Oekraïense vluchtelingen buiten beschouwing gelaten (ca. 8 miljoen elders in Europa), vormen Roemenen ook in absolute aantallen de grootste groep: ruim 3,6 miljoen Roemenen wonen in een ander Europees land, waarvan ruim een miljoen in Italië. Ook grote aantallen Polen (2,6 miljoen) en Italianen (2,1 miljoen) wonen buiten hun eigen land. Britten, Duitsers, Fransen, Noren en Tsjechen (1,5 à 1,8%) wonen daarentegen relatief weinig in andere Europese landen. Voor Duitsland, Frankrijk en het Verenigd Koninkrijk gaat het door hun grote bevolkingsomvang ondanks de lage percentages wel om grote aantallen personen in het buitenland.
Nederlanders zijn misschien geen Europese koplopers in het hun geluk beproeven in een ander Europees land, maar vergeleken met onze buren en Scandinaviërs wonen Nederlanders verhoudingsgewijs wel vaker in het buitenland. In de afgelopen twee decennia is het aantal Nederlanders dat elders in Europa woont bovendien behoorlijk gegroeid: van 340 duizend in 2001 tot de ruim 600 duizend in 2022.
Peter Ekamper, NIDI-KNAW/Rijksuniversiteit Groningen, e-mail: ekamper@nidi.nl