Foto: Ehimetalor Akhere Unuabona / Unsplash

Ouderen tijdens de eerste lockdown in Nederland en Engeland

LOUISE MEIJERING, ARLINDE DUL & TESS OSBORNE | 30 april 2021 | DEMOS jaargang 37, nummer 4 - april 2021
De COVID-19-pandemie heeft ervoor gezorgd dat we meer aan huis gebonden zijn dan voorheen. Vooral oudere mensen wordt aangeraden er zo min mogelijk op uit te trekken. Als gevolg daarvan speelt hun leven zich plotseling veel meer lokaal af: in huis, tuin, straat en buurt of dorp. Met uitzondering van alleenwonenden, heeft de eerste lockdown een beperkte negatieve invloed gehad op hun kwaliteit van leven.

Ouderen brengen vaak veel tijd door in hun directe leefomgeving, zoals hun buurt, wijk of dorp. Daarom ervaren zij een relatief sterk gevoel van verbondenheid met deze omgeving. Dit gevoel kan versterkt worden naarmate zij langer op een bepaalde plek wonen. Terwijl ouderen al relatief veel tijd doorbrengen in de nabije omgeving van hun woning, nam dit verder toe tijdens de lockdown die in maart 2020 begon in Nederland en Engeland. In ons onderzoek gingen wij na wat de ervaren effecten van de eerste lockdown – half maart tot begin juni 2020 – waren op de dagelijkse activiteiten van ouderen in Nederland en Engeland, in relatie tot hun kwaliteit van leven. Om die vraag te beantwoorden maken we gebruik van een unieke dataset (zie kader) waarin we in onder andere Engeland en Nederland kwalitatieve en ruimtelijke gegevens over de bewegingen van ouderen verzamelen. We vergelijken Nederland en Engeland, omdat deze twee landen de coronapandemie op verschillende manieren hebben aangepakt. In Nederland werd sneller maar minder streng ingegrepen; in Engeland werd langer gewacht, maar strenger ingegrepen (zie tabel 1).

Tabel 1. Verschillen in COVID-19-aanpak tussen Nederland en Engeland

Overeenkomsten in de aanpak in beide landen zijn dat iedereen sterk werd aangeraden zoveel mogelijk thuis te blijven. De wegen en winkelstraten waren leeg, bijna iedereen werkte thuis, de horeca was dicht, sociale ontmoetingen waren beperkt, en scholen gesloten. Omdat ouderen een verhoogd risico lopen op een ernstig beloop van COVID-19 werd hen in het bijzonder aangeraden om zo veel mogelijk thuis te blijven en geen bezoek te ontvangen. Het verschillende verloop van de pandemie tijdens de eerste lockdown in beide landen wordt duidelijk uit de figuur hieronder. Hieruit valt af te lezen dat beide landen in het begin gelijk opgingen, maar dat in Nederland de daling van het aantal besmettingsgevallen veel eerder inzette dan in Engeland.

Totaal aantal nieuwe geregistreerde COVID-19-besmettingsgevallen per dag (per miljoen inwoners) in het Verenigd Koninkrijk en Nederland, maart-juni 2020 (7-daags voortschrijdende gemiddelde)

Tijdens de lockdown hebben we gekeken naar de dagelijkse activiteiten die ouderen wel en niet ondernamen. We kijken naar zowel de zogenoemde ‘Instrumentele activiteiten’ in het dagelijks leven, die nodig zijn om zelfstandig te kunnen wonen, als de zogenoemde ‘Additionele activiteiten’ die in de literatuur worden benoemd (zie tabel 2). Volgens de onderzoeksliteratuur hebben beide typen activiteiten een robuuste relatie met kwaliteit van leven.

Tabel 2. Instrumentele en additionele activiteiten in het dagelijks leven

Instrumentele activiteiten

Voor de mensen die medische zorg nodig hadden bleek deze zorg tijdens de lockdown soms lastig te realiseren. Over het algemeen konden medicijnen wel afgehaald of bezorgd worden. Wat moeilijker bleek was het doorgang laten vinden van behandelingen. Tijdens de eerste weken van de lockdown verleenden zorgverleners, zoals fysiotherapeuten, behandelingen op afstand via een videoverbinding. De deelnemers ervoeren problemen met het toepassen van aangeboden oefeningen, en leerden soms zelfs verkeerde dingen aan:

  • “Ik heb nou eindelijk iemand gevonden gisteren […] en die gaat van vooraf aan beginnen. Dus ik heb zeg maar 1,5 maand lopen klooien met verkeerde oefeningen en nou ja video fysio wat gewoon niet werkt.” (Vrouw, 65 jaar, alleenstaand, Nederland)

Fysiotherapie op afstand had dus soms zelfs een averechts effect. Verder lieten deelnemers die hulp in de huishouding kregen vanwege medische redenen dat doorgaan. Anderen gingen zelf meer huishoudelijke activiteiten ondernemen, zoals opruimen en schoonmaken. Ook klussen in en om het huis werden genoemd. Vanwege de beperkte mogelijkheden om activiteiten buitenshuis te ondernemen, gaven veel deelnemers aan dat ze instrumentele activiteiten binnenshuis intensiever gingen doen. Genoemde voorbeelden waren uitgebreider koken, eten bestellen, of een taartje halen of bakken voor bij de koffie:

  • “[W]e gingen elk weekend naar de stad en even een kopje koffie en een gebakje erbij. Maar nu halen we het vrijdag op en dan doen we het thuis gewoon een kopje koffie en een gebakje. Je moet zelf de slingers ophangen.” (Man, 65 jaar, getrouwd, Nederland)

Telefoon, tablet en computer werden vaak intensiever gebruikt tijdens de lockdown dan daarvoor. Deelnemers gaven bijvoorbeeld aan dat ze meer telefoneerden of belden via Zoom, Whatsapp of FaceTime om sociale contacten te onderhouden. Bekendheid met dergelijke apparaten en programma’s voordat de lockdown begon was echter wel belangrijk. Samengevat konden de meeste instrumentele activiteiten doorgaan tijdens de lockdown, al dan niet in aangepaste vorm.

Hobby’s en andere vrijetijdsactiviteiten

Onze deelnemers in beide landen brachten meer tijd thuis door dan gewoonlijk. Daardoor werden ze ook voor hobby’s meer op huis aangewezen. Ze gingen bijvoorbeeld meer lezen, in de tuin werken, gezelschapsspelletjes doen en televisiekijken. Sommige deelnemers pakten oude hobby’s weer op of begonnen met een nieuwe hobby, zoals pianospelen:

  • “Ik probeer dus wel met muziek bezig te zijn, [vandaar] dat ik nu pianolessen volg. Ik wilde dat altijd nog een keer doen, een soort onlinecursus […]. Toen [de lockdown] net begonnen was ben ik daar […] mee begonnen. En dat vind ik wel heel erg leuk. Dat doe ik elke avond, en [zo] ben ik toch met muziek bezig.” (Vrouw, 67 jaar, getrouwd, Nederland)

Ook in het beoefenen van hobby’s en activiteiten waren mensen meer op zichzelf aangewezen. Voor sociale activiteiten raakten mensen meer aangewezen op interactie over afstand. Sommige deelnemers ontmoetten hun kinderen en kleinkinderen wel, maar dat gebeurde ofwel buiten of door het raam. De fysieke afstand tot dierbaren werd vaak als moeilijk ervaren, vooral door de mensen die alleen woonden. In Engeland speelde dit een nog grotere rol dan in Nederland, omdat deelnemers daar geen mensen van buiten hun eigen huishouden mochten ontmoeten. Deelnemers misten een arm om zich heen of een knuffel van een kleinkind. Dit gemis had een negatieve invloed op hun kwaliteit van leven.

Vanwege het mooie weer tijdens de eerste lockdown, waren mensen veel buiten te vinden. Sommige van de Nederlandse deelnemers brachten veel tijd door met wandelen of fietsen, alleen of in gezelschap van familie of vrienden. Een belangrijk gegeven is dat sommige deelnemers in beide landen er juist voor kozen om niet naar buiten te gaan, om het risico op besmetting zo klein mogelijk te houden. In Engeland gingen mensen over het algemeen minder naar buiten, omdat ze maximaal één uur naar buiten mochten voor een frisse neus en de boodschappen. Niet iedereen hield zich daaraan:

  • “Ik kan naar buiten gaan om te fietsen. Ok, niet de groepsritten die we op zondag deden. Maar ik vind het ook leuk om alleen te fietsen, hoewel niet zo ver. […] Dus ik ga om de dag ofzo, en dan fiets ik twee of drie uur.” (Man, 67 jaar, getrouwd, Engeland)

Deze meneer vertelde dat hij langer fietste dan het toegestane uur, hoewel hij wel alleen ging en niet in groepsverband zoals voor de lockdown. Naast wandelen en fietsen was meer intensief bewegen en het doen van sport een andere belangrijke manier voor de deelnemers om zich goed te voelen. Veel van hen gaven aan dat ze op een andere manier gingen sporten dan voor de lockdown, omdat de meeste georganiseerde sportactiviteiten vervielen. Veel genoemde nieuwe sportactiviteiten waren “Nederland in Beweging” voor Nederlandse ouderen, en “PE with Joe” [PE = Physical Education] en het zogenoemde “Couch to 5k”-schema voor Engelse ouderen. Vooral in Engeland werden ook yoga en pilates genoemd.

Kwaliteit van leven

Tijdens de lockdown van het voorjaar van 2020 ging het naar omstandigheden goed met de oudere mensen die we hebben geïnterviewd. De meeste Instrumentele activiteiten konden doorgang vinden zoals voorheen, of online, zo goed en zo kwaad als het ging. Sommige van deze activiteiten werden juist intensiever beoefend, omdat mensen zoveel thuis waren. Additionele activiteiten werden vaak gestopt, en veelal vervangen door alternatieve of nieuwe activiteiten. Wat opviel was dat sommige deelnemers aangaven dat ze het wel prettig vonden om een periode lang minder activiteiten te ‘hoeven’ doen. Ze ervoeren meer tijd en rust om van kleine dingen te genieten, klussen aan te pakken waar ze anders nooit aan toe kwamen, en tijd buiten in de natuur door te brengen. Deelnemers die alleen woonden leken de meeste problemen te ervaren: zij misten in sterke mate sociaal contact met en de nabijheid van andere mensen.

De deelnemers gingen op verschillende manieren om met de geldende regels tijdens de lockdown. Sommige mensen waren erg voorzichtig, ofwel voor hun eigen veiligheid ofwel voor die van kwetsbare naasten. Anderen waren wat meer geneigd om het minder nauw te nemen met de regels: op die manieren hadden ze tenminste nog eens een pleziertje in een moeilijke tijd. Hoewel we dit niet kunnen generaliseren, merkten we de eerste – meer voorzichtige – reactie vaker in Nederland, en de tweede – minder voorzichtige – reactie vaker in Engeland. Een mogelijke verklaring hiervoor is dat de lockdown-regels in Engeland strenger waren dan in Nederland, zoals de beperkte tijd om naar buiten te gaan. In de periode van half april tot eind mei 2020, waarin de interviews werden gehouden, kwam er geleidelijk aan zicht op een einde aan de lockdown. Mogelijk heeft dat meegespeeld in het relatief positieve verhaal van de meeste deelnemers. We leven nu al bijna een jaar met coronamaatregelen. Ook is de huidige lockdown strenger, met weinig uitzicht op versoepeling en de vrees voor een derde golf. We vermoeden daarom dat de negatieve effecten op de ervaren kwaliteit van leven onder onze doelgroep nu groter zijn dan in het voorjaar van 2020.

Noot: Het Betekenisvolle Beweging project (Meaningful Mobility) heeft subsidie ontvangen van de Europese Onderzoeksraad in het kader van het Horizon 2020 onderzoeks- en innovatieprogramma van de Europese Unie (Subsidieovereenkomst Nr. 802202).

Louise Meijering, Rijksuniversiteit Groningen, e-mail: l.b.meijering@rug.nl
Arlinde Dul, Rijksuniversiteit Groningen en Adviesbureau STEC Groep, e-mail: arlindedul@gmail.com
Tess Osborne, Rijksuniversiteit Groningen, e-mail: t.osborne@rug.nl

Literatuur

KNAW Logo
Cookie toestemming
Deze website maakt gebruik van cookies van derde partijen voor analyse van dataverkeer. Privacyverklaring.