PETER EKAMPER
Hoewel de groei van de wereldbevolking sinds het eind van de jaren tachtig afneemt, komen er tegenwoordig per saldo toch nog altijd ongeveer 83 miljoen mensen (1,1%) per jaar bij, ongeveer de omvang van de bevolking van Duitsland. Hoewel de Verenigde Naties (VN) in hun meest recente prognose van de wereldbevolking een verdere daling van de geboortecijfers voorzien, verwachten zij een voortgaande groei van de wereldbevolking. De huidige verwachting (volgens de zogenoemde middenvariant van de VN-bevolkingsprognose) is dat rond 2023 de grens van 8 miljard wordt doorbroken, rond 2037 die van 9 miljard, rond 2055 die van 10 miljard en op de langere termijn, rond 2087, mogelijk zelfs die van 11 miljard.
Regionale verschillen
De verwachte bevolkingsgroei zal ongelijk verdeeld zijn over de wereld. In de komende 25 jaar zal ongeveer 60 procent van de totale bevolkingsgroei in Afrika plaatsvinden, en een derde in Azië. Europa is het enige continent waar de bevolkingsomvang rond 2050 waarschijnlijk lager zal zijn dan in 2017. Na 2050 komt de bevolkingsgroei naar verwachting vrijwel volledig voor rekening van Afrika.
De hoogste groei wordt verwacht in een kleine groep landen met ofwel relatief hoge geboortecijfers (vooral in Afrika) ofwel omvangrijke bevolkingen. In volgorde van hun bijdrage aan de wereldbevolkingsgroei tot 2050 zijn dat India, Nigeria, Congo, Pakistan, Ethiopië, Tanzania, Verenigde Staten, Oeganda en Indonesië. China, met 1,4 miljard inwoners nu het grootste land qua inwonertal, wordt naar verwachting rond 2025 voorbij gestreefd door India. Waar de Indiase bevolking naar verwachting door blijft groeien, zal de Chinese bevolking na 2030 mogelijk gaan dalen.
Onzekerheid
Uiteraard past bij alle uitkomsten van de VN-bevolkingsprognose wel de nodige voorzichtigheid: hoe verder in de toekomst, hoe onzekerder de uitkomsten. De toekomstige omvang van de wereldbevolking wordt het meest bepaald door de verwachtingen over de ontwikkelingen van het aantal kinderen dat zal worden geboren. In de VN-prognose wordt een voortgaande daling van de geboortecijfers voorzien: van wereldwijd gemiddeld 2,5 kinderen per vrouw nu naar 2,2 rond 2050 en 2,0 rond 2100. De verschillen tussen de continenten zijn echter groot: in bijvoorbeeld Afrika van 4,7 kinderen per vrouw nu naar 3,1 rond 2050 en in Azië van 2,2 nu naar 1,9 rond 2050. En dat geldt ook voor individuele landen: in bijvoorbeeld Nigeria van 5,7 nu naar 3,5 rond 2050, in India van 2,4 naar 1,9 en in China juist iets omhoog van 1,6 naar 1,75.
Andere veronderstellingen over de geboortetrends kunnen – zeker op de langere termijn – tot grote verschillen leiden, zoals blijkt uit door de VN berekende hoge en lage prognosevarianten, met gemiddelde kindertallen die op de lange termijn respectievelijk 0,5 kind hoger of lager zijn dan in de middenvariant. Zelfs in vergelijking met bijvoorbeeld de VN-bevolkingsprognose van 5 jaar geleden, waarin een iets grotere daling van de geboortecijfers was voorzien dan nu, komt de huidige prognose met 11 miljard mensen rond 2100 een miljard hoger uit.
Om de huidige (middenvariant) verwachtingen omtrent de substantieel dalende geboortecijfers in de wereld waar te maken zullen volgens de VN ondersteuning van reproductieve gezondheidszorg en gezinsplanning vooral in de armste en minst ontwikkelde landen essentieel zijn.
Peter Ekamper, NIDI, e-mail: ekamper@nidi.nl
Literatuur
- United Nations (2017),
- World population prospects: The 2017 revision; key findings and advance tables. ESA/P/WP/248.
- United Nations (2012),
- World population prospects: The 2012 revision; highlights and advance tables. ESA/P/WP.228.
- United Nations (1999),
- The world at six billion. ESA/P/WP.154.
Te citeren als
- Peter Ekamper (2017),
- Wereldbevolking van 7½ naar 11 miljard? Bevolkingsprognose Verenigde Naties. Demos: bulletin over bevolking en samenleving 33 (7): 8.