Op het moment dat oudere Nederlanders naar het buitenland vertrekken zijn zij vaak relatief jong (tussen de 65 en 70 jaar) en zonder gezondheidsproblemen. Met de jaren neemt de kans op ouderdomsklachten echter toe. Dit zou kunnen leiden tot eventuele terugkeer naar Nederland. Kennis over deze mogelijke terugkeer is gering in de migratieliteratuur. In 2021 deed het NIDI-onderzoek onder Nederlandse gepensioneerden in het buitenland. Deze zogenoemde pensioenmigranten vertrokken naar het buitenland rond hun pensionering en waren op het moment van het onderzoek tussen de 66 en 90 jaar oud. Respondenten werd gevraagd of zij ooit dachten terug te keren naar Nederland. Aan de pensioenmigranten die aangaven (misschien) terug te willen keren werd ook gevraagd of ze binnen drie jaar zouden willen terugverhuizen en welke zaken een rol zouden spelen om terug te gaan.
Van alle pensioenmigranten denkt driekwart dat zij zeker niet of waarschijnlijk niet zullen terugkeren. Met andere woorden, de meerderheid van deze migranten heeft dus de intentie om voor de rest van zijn of haar leven in het land van bestemming te blijven wonen. Voor de mensen die wel overwegen te remigreren is dat vaak iets voor de verre toekomst: slechts 20 procent van deze pensioenmigranten wil binnen drie jaar terugverhuizen. Zwitserland heeft het grootste percentage pensioenmigranten dat in de toekomst terug wil keren (42%, zie onderstaande figuur). De hoge kosten voor levensonderhoud aldaar maken wonen in Nederland wellicht aantrekkelijker. In Italië en Frankrijk denkt 33 procent aan terugkeer naar Nederland. Aanvankelijk werden Nederlandse ouderen in deze landen getrokken door de cultuur en de rust en ruimte, maar kennelijk neemt het belang ervan af als men nadenkt over de toekomst. In de verre bestemmingen Indonesië, Canada en Thailand denken veel minder pensioenmigranten aan een terugkeer (13-15%). Eerder bleek al dat in deze landen men relatief vaak aangaf een nieuw leven te willen beginnen.
De voornaamste reden om terug te verhuizen is de gezondheid van pensioenmigranten (59%). Concrete redenen die genoemd worden in een open vraag, en sterk met de gezondheid samenhangen, zijn: het op hoge leeftijd komen, het niet meer zelfstandig kunnen wonen en de kwaliteit van de ouderenzorg in Nederland. Kinderen en kleinkinderen in Nederland wordt door respectievelijk 37 procent en 30 procent genoemd als reden om te remigreren. Zo wil een 72-jarige vrouw “niet alleen overblijven zonder familie in de buurt”. De partner speelt ook een grote rol, bijvoorbeeld zijn of haar gezondheidsproblemen (36%) maar ook het mogelijk wegvallen van de partner vanwege een scheiding of overlijden (30%). Financiële redenen worden nauwelijks genoemd (6%). Veel van bovengenoemde ouderdomsgerelateerde omstandigheden raken uiteindelijk alle pensioenmigranten, dus ook veel van de pensioenmigranten die naar eigen zeggen niet zullen terugkeren. De vraag is of men dan ook daadwerkelijk besluit in het buitenland te blijven wonen of toch noodgedwongen de band met Nederland weer aanhaalt.
Juul Spaan, NIDI-KNAW/Rijksuniversiteit Groningen, e-mail: spaan@nidi.nl
Literatuur
- Henkens, K., M. Kalmijn, H.P. van Dalen, E.B. Savaş en J. Spaan (2022), A Survey of Dutch Retirement Migrants Abroad: Codebook version 1.0, Den Haag: NIDI-KNAW/Rijksuniversiteit Groningen.
- Spaan, J., E.B. Savaş, H. van Dalen, K. Henkens en M. Kalmijn (2022), Emigratie van Nederlanders op latere leeftijd. Demos, 38 (5), pp. 1-4.