Foto: Bjorn Christian Torrissen/wikimedia.org

De demografische staat van Noord-Korea

26 januari 2018 | DEMOS jaargang 34, nummer 1 - januari 2018
Noord-Korea – officieel de Democratische Volksrepubliek Korea – is de laatste totalitair geregeerde communistische staat. Het land is veel in de media, maar wat weten we eigenlijk over de demografie van Noord-Korea? En hoe verhoudt hun gezondheid en welvaart zich tot die van hun buurland Zuid-Korea?

HARRY VAN DALEN

Korea kent een roerig verleden. In 1910 werd het land geannexeerd door Japan. Na de overgave van Japan in 1945 werd Korea onder de hoede van de Verenigde Naties in tweeën gesplitst: het noorden dat door de Sovjet-Unie werd bestuurd en het zuiden door de Verenigde Staten. Die splitsing en de modellen die men voor de inrichting van de samenleving koos, hebben een beslissende invloed gehad op het leven van de Koreanen. Om het leven in Noord-Korea goed te kunnen begrijpen is het nodig om meer te weten over de leiders die de koers van Noord-Korea hebben bepaald. In 1948 werd de Democratische Volksrepubliek Korea uitgeroepen met Kim Il-Sung als eerste leider. De ambities waren groot en in 1950 viel Noord-Korea het zuiden binnen met als doel om één communistische staat te vormen. De Korea- oorlog ontbrandde, waarbij het uiteindelijk in 1953 tot een wapenstilstand kwam. Een officiële vrede is echter nooit getekend en op papier zijn beide Korea’s nog steeds met elkaar in oorlog. ‘De Grote Leider’ Kim Il-Sung regeerde van 1948 tot 1994 met straffe hand en veel persoonsverheerlijking. Volgens insiders had zijn zoon Kim Jung-Il – ‘de Geliefde Leider’ – al ver voor het overlijden van Kim Il-Sung het heft in handen en bestuurde op dezelfde wijze het land van 1994 tot zijn dood in 2012. Na zijn heengaan in 2012 is Kim Jung- Un – ook bekend als ‘de Geweldige Leider en de Briljante Kameraad’ – het officiële staatshoofd van Noord-Korea geworden.

Noord versus Zuid

Noord-Korea is een land dat, net als andere communistische landen in het verleden, geen openheid van zaken geeft. Op de ranglijst van economische vrijheid van de Heritage Foundation bungelt Noord-Korea onderaan als het meest repressieve land in de wereld. Het feit dat bijna de helft van de actieve bevolking verbonden is met het leger maakt ook duidelijk waar men de prioriteiten binnen de staat legt. Officiële data in repressieve landen moeten voorzichtig worden geïnterpreteerd. Dat geldt ook voor demografische gegevens. Volkstellingen of surveys komen weliswaar onder supervisie van organisaties van de Verenigde Naties zoals UNFPA of UNICEF tot stand, maar de uitvoering ligt in handen van het Noord-Koreaanse Bureau voor de Statistiek. Het zal niet verbazen dat er op veel terreinen, zoals economie of samenleving, geen statistisch inzicht is in de staat van het land. Voor terreinen waar wel enige data zijn verzameld is het moeilijk om een juiste ontwikkeling in de tijd te schetsen. Ook data van internationale organisaties zoals de Wereldgezondheidsorganisatie WHO moeten met de nodige voorzichtigheid worden behandeld omdat deze gegevens modelmatig zijn afgeleid en een grote onzekerheidsmarge kennen.

Met deze kanttekeningen proberen we een beeld te schetsen van Noord-Korea. Om enig reliëf te bieden wordt Noord-Korea vergeleken met Zuid- Korea. Beide landen delen immers een gezamenlijke geschiedenis. Daarnaast vormt de scheiding, met in het noorden een communistische en in het zuiden een kapitalistische economie, ook een interessant natuurlijk experiment. Vanaf het begin waren de samenlevingen van ongelijke omvang. De bevolking van Zuid-Korea telde bij het uitbreken van de Koreaanse oorlog in 1950 20 miljoen zielen; die van Noord-Korea 10 miljoen. In 2016 is die verhouding 2:1 nog steeds geldig (Zuid-Korea heeft 51 miljoen inwoners; Noord-Korea 25 miljoen). Die verhouding suggereert een stabiliteit die er in werkelijkheid niet is geweest als we de geschiedenis van sterfte- en geboortecijfers bestuderen. Figuur 1a laat het gemiddelde kindertal per vrouw (het zogenoemde totale vruchtbaarheidscijfer) voor beide landen zien vanaf 1960. Opvallend is dat het vruchtbaarheidsniveau in Zuid-Korea aanvankelijk duidelijk hoger lag, maar gedurende de jaren zeventig treedt een convergentie op en vanaf 1980 is het vruchtbaarheidscijfer in Noord-Korea duidelijk hoger en schommelt het rond het zogenoemde vervangingsniveau van 2,1. Met gemiddeld 1,2 kinderen per vrouw (2015) behoort de Zuid-Koreaanse vruchtbaarheid tot de laagste ter wereld.

Figuur 1a. Vruchtbaarheid in Zuid- en Noord-Korea, 1960-2015

Figuur 1b. Levensverwachting bij geboorte in Zuid- en Noord-Korea, 1960-2015

In figuur 1b is de levensverwachting bij geboorte afgebeeld. Het meest opvallende van deze figuur is dat tot begin jaren negentig de sterftecijfers blijkbaar gelijk opgingen. Maar vanaf 1992 daalt de Noord-Koreaanse levensverwachting in rap tempo, voor mannen met ruim vijf jaar en voor vrouwen met vier jaar. Het zijn de jaren waarin zich misoogsten en hongersnoden voordeden, met dramatische gevolgen: de schattingen lopen uiteen van 200 duizend tot 3 miljoen doden. Die toename in sterfte is in feite de prijs die Noord- Koreaanse burgers betaalden voor het hoog houden van het ideaal om zelfvoorzienend te zijn. Hulpgoederen die door internationale organisaties werden gestuurd kwamen uiteindelijk terecht bij militairen en partijkader. Door de uiteenlopende ontwikkelingen in sterfte en geboorte in beide landen is het logisch dat Zuid-Korea nu een grotere bevolking en oudere bevolkingsstructuur kent dan Noord-Korea. Dat zien we ook terug in een overzicht van officiële cijfers, getoond in de tabel. De gemiddelde leeftijd in Noord-Korea bedraagt 33,6 jaar en is daarmee bijna zes volle jaren jonger dan die van de gemiddelde Zuid-Koreaan. We zien in de tabel ook het grote verschil in levensverwachting tussen mannen en vrouwen in de twee landen. De Noord-Koreaanse mannen leven 6,6 jaren korter dan hun Zuid-Koreaanse evenknie, en bij vrouwen is het verschil nog groter: 9,9 jaar.

De divergentie tussen de landen roept de vraag op hoe het met de gezondheidszorg in de beide Korea’s is gesteld. De cijfers in tabel 1 laten heel duidelijk zien dat er veel aan de levensstandaard en de kwaliteit van de gezondheidszorg in Noord-Korea schort. De sterftecijfers zijn een factor 7 à 8 hoger dan in Zuid-Korea en ook als we naar de sterftekansen op hogere leeftijd kijken dan is het landenverschil groot: de gemiddelde resterende levensverwachting op leeftijd 60 bedraagt 17 jaar in Noord-Korea en 24 jaar in Zuid-Korea. Volgens ingewijden is het gezondheidszorgapparaat in Noord-Korea omvangrijk, bij praktisch iedere bevalling is een arts aanwezig, maar is het werk kwalitatief slecht, ineffectief en zijn artsen onvoldoende toegerust. Ook voor de levensstandaard laten de schaarse cijfers voor Noord-Korea geen positief beeld zien. Om een voorbeeld te noemen, kinderen kennen ernstige groeiachterstanden, hetgeen vaak een aanwijzing is dat men niet de gewenste voeding krijgt. Cijfers uit 2002 laten zien dat jonge kinderen (6-7 jaar) uit Noord-Korea gemiddeld 13 centimeter korter zijn en 7 kilo lichter dan kinderen in dezelfde leeftijdscategorie uit Zuid-Korea. Ondervoeding is nog steeds een hardnekkig gegeven: anno 2015 is volgens Wereldbankcijfers 41 procent van de Noord-Koreaanse bevolking ondervoed.

Demografische en gezondheidsindicatoren Noord- versus Zuid-Korea, 2015

Migratie

Een laatste demografische factor die de twee landen onderscheidt is migratie. Zuid-Korea kent een omvangrijke groep immigranten, terwijl in Noord-Korea het aantal immigranten volgens de statistieken praktisch nul is. Dat laatste was niet het geval bij de vorming van de twee staten, toen een grote stroom migranten, waaronder landeigenaren en Christenen, wegtrokken vanuit Noord-Korea naar Zuid-Korea. Tussen 1945 en 1950 zou dit om 740.000 mensen gaan. Tijdens de Korea-oorlog (1950-1953) vluchtten ongeveer 650.000 inwoners naar Zuid-Korea. Omgekeerd vertrokken er in die tijd ook mensen vanuit Zuid- Korea naar het noorden, waaronder intellectuelen, arbeiders, boeren en activisten die in Noord- Korea de socialistische heilstaat verwachtten.

Sinds het bewind van Kim Il-Sung is Noord- Korea een gesloten bolwerk. Emigratie wordt als verraad aan de staat gezien. Wie betrapt wordt loopt het risico om de doodstraf te krijgen. De enige officiële vorm van (tijdelijke) emigratie zijn werknemers die door de staat naar het buitenland worden gestuurd om daar tijdelijk te werken en zo buitenlandse deviezen te verdienen. De doodstraf wordt overigens niet alleen voor vluchten opgelegd, maar voor tal van vergrijpen waar men elders in de wereld op z’n hoogst een taakstraf of boete voor krijgt. Cornell University houdt wereldwijd doodstraffen bij en heeft geconstateerd dat Noord-Korea een land is waar vergrijpen breed en subjectief worden geïnterpreteerd: een actie of een uiting wordt al snel als staatsvijandig opgevat. Het is dan ook niet verwonderlijk dat het verlangen om te vluchten groot is. Wat velen tegenhoudt is dat achterblijvende familieleden zwaar worden gestraft. Daarnaast heeft men te maken met het gegeven dat voor iedere verplaatsing binnen Noord-Korea toestemming moet worden verkregen.

De enige manier om als burger Noord-Korea te verlaten is via de illegale weg en zoals figuur 2 toont is dat in deze eeuw op grotere schaal gedaan dan daarvoor. Zuid-Korea is de meest begeerde bestemming omdat men als Noord-Koreaanse vluchteling in Zuid-Korea op het staatsburgerschap en financiële ondersteuning kan rekenen. Vaak is dat niet voldoende om van te leven en is het voor de meeste vluchtelingen moeilijk een bestaan op te bouwen. Ze zijn ofwel getraumatiseerd of kennen een te grote opleidingsachterstand waardoor ze moeilijk in de Zuid-Koreaanse maatschappij hun draai kunnen vinden. Momenteel verblijven er 30.000 Noord-Koreaanse vluchtelingen in Zuid-Korea, waarvan de meesten uit de twee provincies komen die tegen de grens van China aanliggen.

Zuid-Korea is echter moeilijk te bereiken omdat het grensgebied, de zogenoemde gedemilitariseerde zone (38ste breedtegraad) streng wordt bewaakt. China is de meest natuurlijke tussenbestemming op weg naar Zuid-Korea. Vluchten via China is echter zeer riskant omdat China actief vluchtelingen opspoort en terugstuurt naar het land van oorsprong, wat in het geval van Noord- Korea gelijkstaat aan de dood. Volgens de Amerikaanse overheid zijn er in totaal tussen 30.000 en 50.000 Noord-Koreaanse vluchtelingen in China; andere organisaties schatten dit aantal tussen de 100.000 en 300.000. De meesten worden door hun illegale status gedwongen om jaren in China te blijven. Vooral vrouwen hebben een zwakke positie. Veel vrouwelijke vluchtelingen worden het slachtoffer van mensensmokkelbendes die hen ofwel ontvoeren zodra ze de grens over zijn of ze smokkelen de vrouwen met als doel om hen te verkopen voor gedwongen huwelijken met Chinese mannen. Deze vrouwen zullen er alles aan doen om weer te vluchten en Zuid-Korea te bereiken. Dat is ook terug te zien in figuur 2: vrouwen zijn overduidelijk in de meerderheid in de vluchtelingenstroom. Daarnaast valt op dat met het aantreden van Kim Jung-Un de teugels nog verder zijn aangehaald en het aantal vluchtelingen richting Zuid-Korea sterk is ingedamd.

Figuur 2. Aantal Noord-Koreanen die gevlucht zijn naar Zuid-Korea

Conclusie

Noord-Korea sluit zich letterlijk en figuurlijk af van de rest van de wereld. De prijs die de bevolking daarvoor betaalt is in de jaren negentig duidelijk geworden toen er hongersnood was en de sterfte sterk toenam. Volgens een peiling onder Noord-Koreaanse vluchtelingen in Zuid-Korea stelt een overgrote meerderheid dat het leven onder Kim Jung-Un alleen maar slechter is geworden. Ondanks het strenge regiem zijn er echter ook tekenen dat de grip van de regering op burgers kleiner wordt. Door de grote schaarste zijn illegale markttransacties en ruilhandel toegenomen en is men minder afhankelijk van het staatsdistributiesysteem. Een omwenteling, zoals de ineenstorting van het communisme in Europa, lijkt zeker op korte termijn zeer onwaarschijnlijk. De opeenvolgende Kim’s hebben alle oppositie en bewegingsvrijheid in woord en daad gesmoord waardoor de krachten die een land in beweging zouden kunnen brengen verstomd lijken.

Harry van Dalen, NIDI, e-mail: dalen@nidi.nl

Literatuur

Jin-Sung, J. (2014),
Dear Leader – From trusted insider to enemy of the state, my escape from North Korea. Londen: Rider.
Schwekendiek, D. (2008),
Height and weight differences between North and South Korea. Journal of Biosocial Science, 41 (1), pp. 51-55.
Tanaka, H. (2008),
North Korea: Understanding Migration to and from a closed countryMigration Information Source, 7 January 2008.
KNAW Logo
Cookie consent
This website makes use of third party cookies for traffic analysis. Privacy statement.