Tegelijk met pensioen?

31 augustus 2017 | DEMOS jaargang 33, nummer 7 - juli / augustus 2017
Er is een gestage groei van het aantal werkende tweeverdieners onder 60-plussers. Velen van hen zouden samen met pensioen willen gaan, maar schrikken van het prijskaartje. Door de stijging van de AOW-leeftijd moeten jongere partners nu soms extra lang doorwerken nadat hun oudere partner is gestopt.

MARIA EISMANN & KÈNE HENKENS

Het Nederlandse pensioenlandschap is de afgelopen jaren sterk veranderd: de AOW-leeftijd schuift op en er is steeds minder flexibiliteit om vervroegd met pensioen te gaan. Dit heeft gevolgen voor de pensioenplannen van individuele oudere werknemers, maar uiteraard ook voor de plannen van oudere tweeverdieners. Deze groep is de afgelopen decennia aanzienlijk in omvang toegenomen door de sterk gestegen arbeidsdeelname van oudere vrouwen. Volgens cijfers van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) lag het aantal tweeverdieners voor 60-jarigen met partner in de periode 2000 tot 2005 nog op 11 procent voor vrouwen en 20 procent voor mannen, maar was dit gestegen tot 31 procent voor vrouwen en 48 procent voor mannen in de periode 2010 tot 2015. Het is dus lang geen uitzondering meer dat beide partners met een baan op de drempel staan van pensionering. De pensioenhervormingen beïnvloeden tweeverdieners vooral als zij gelijktijdig met pensioen willen, want dit vereist flexibiliteit en afstemming. Maar hoeveel tweeverdieners willen überhaupt gelijktijdig met pensioen, en welke belemmeringen ervaren tweeverdieners om tegelijk te stoppen met werken? Het NIDI ondervroeg in 2015 meer dan 2 duizend gehuwd en ongehuwd samenwonende paren van 60 jaar en ouder over hun gezamenlijke pensioenplannen.

Tijd voor de partner

Over het algemeen wordt het pensioen gezien als een tijd om te genieten van het leven – in ieder geval zolang gezondheid en financiën dit toestaan. Naast het oppakken van hobby’s hoort bij deze levensfase dat men ook meer tijd heeft voor de partner. Een ruime meerderheid van 65 procent van de oudere werknemers heeft duidelijke plannen om veel dingen samen met hun partner te ondernemen. Het bevestigt het beeld dat veel gepensioneerden gericht zijn op het samen met hun partner actief zijn, samen kinderen en kleinkinderen bezoeken en gezamenlijk andere activiteiten te ontplooien waar zij niet of minder aan toe kwamen toen zij nog werkten.

Tegelijk met pensioen

In de internationale literatuur wordt er doorgaans van uitgegaan dat partners een sterke neiging hebben om hun pensioenplannen op elkaar af te stemmen, zodat men gelijktijdig kan stoppen met werken. Ook uit ons onderzoek komt deze tendens naar voren, maar er zijn duidelijke verschillen. De meeste tweeverdieners in ons onderzoek bespreken de mogelijkheid om gelijktijdig te stoppen met elkaar. Sommige stellen doen dit vaak (25%), anderen soms (40%). Opvallend is dat 35 procent aangeeft hier zelden of nooit over te spreken. We vonden in het onderzoek ook grote verschillen in de mate waarin tweeverdieners gelijktijdig stoppen met werken (heel) belangrijk vinden (figuur 1). Minder dan de helft van de ondervraagde mannen en vrouwen vindt gelijktijdig stoppen met werken (heel) belangrijk. Een op de vijf mannen en een op de vier vrouwen vindt gelijktijdig stoppen daarentegen (heel) onbelangrijk. De ondervraagde tweeverdieners zijn het ook lang niet altijd eens over de wenselijkheid van gezamenlijke pensionering. Bij een op de drie stellen (31%) zijn de partners het erover eens dat gelijktijdig stoppen (heel) belangrijk is. Bij 30 procent van de stellen wil een van de twee graag gelijktijdig stoppen terwijl de ander dit niet zo belangrijk vindt.

Figuur 1. Antwoorden van tweeverdieners op de vraag “Hoe belangrijk is het voor u om ongeveer gelijktijdig met uw vrouw/man/partner te stoppen met werken?” naar geslacht, 2015
Figuur 1. Antwoorden van tweeverdieners op de vraag Hoe belangrijk is het voor u om ongeveer gelijktijdig met uw vrouw/man/partner te stoppen met werken? naar geslacht, 2015* Leeftijd op 1 januari.
Bron: NIDI Pensioen Panel Onderzoek (2015).

De vrij algemene wens van tweeverdieners om na hun pensioen tijd met hun partner door te brengen vertaalt zich dus niet direct in de wens om gelijktijdig te stoppen. Waarschijnlijk passen tweeverdieners hun voorkeuren aan wanneer zij weinig mogelijkheden zien om gelijktijdig uit te treden. Partners die bijvoorbeeld vanwege hun leeftijdsverschil weten dat ze heel moeilijk gelijktijdig kunnen stoppen met werken geven dan aan dat ook niet zo belangrijk te vinden. Het kan echter ook zo zijn dat tweeverdieners vanwege een slechte kwaliteit van de partnerrelatie of een sterke binding met het werk samen met pensioen niet als een lonkend perspectief zien.

Relatie en beroep

Gelijktijdig met pensioen gaan vergt veelal aanpassing van ten minste een van de partners. Er is een verband tussen de kwaliteit van de relatie en pensioenvoorkeuren. Tweeverdieners voor wie hun relatie centraal staat hechten niet alleen meer waarde aan gemeenschappelijke vrije tijd met hun partner, maar zij zullen waarschijnlijk ook meer geneigd zijn hun eigen pensioenplannen aan te passen om gelijktijdig stoppen mogelijk te maken. Van de tweeverdieners die hun relatie als goed en stabiel ervaren vindt een meerderheid (52%) gelijktijdig stoppen belangrijk. Van de tweeverdieners die hun relatie minder positief ervaren vindt maar 40 procent gelijktijdig stoppen belangrijk. Naast omstandigheden die ertoe bij kunnen dragen dat tweeverdieners gelijktijdig stoppen belangrijk vinden zijn er uiteraard ook omstandigheden die er juist aan bijdragen dat men het minder belangrijk vindt. Van de tweeverdieners die een hoge werktevredenheid ervaren vindt een minderheid (45%) gelijktijdig stoppen belangrijk, terwijl meer dan de helft (53%) van degenen die hun werk minder positief ervaren gelijktijdig stoppen belangrijk acht. Deze tweede groep haalt weinig voldoening uit hun werk en kijkt hierdoor extra uit naar de vrije tijd die zij met hun partner kunnen delen. Daarnaast vinden hoogopgeleiden (42%) gelijktijdig stoppen doorgaans minder belangrijk dan tweeverdieners met een middelbare (50%) of lage opleiding (52%). Dit geeft aan dat degenen die via hun opleiding geïnvesteerd hebben in hun werk minder geneigd zijn hun eigen pensioenplannen aan te passen om gelijktijdig stoppen mogelijk te maken.

Belemmeringen en sekseverschillen

Behalve verschillen in het belang dat men hecht aan gelijktijdige pensionering, zijn er ook meer praktische belemmeringen als het gaat om gelijktijdig met pensioen gaan. Aan alle stellen is gevraagd wat de belangrijkste factoren waren die gezamenlijke pensionering in de weg staan. De antwoorden worden weergegeven in figuur 2. Over het algemeen worden het leeftijdsverschil tussen de partners en de daarmee verbonden financiële haalbaarheid van gelijktijdige pensionering het vaakst als belemmeringen genoemd. Welke belemmeringen de grootste rol spelen verschilt echter naar geslacht: terwijl vrouwen het vaakst financiën (69%) en leeftijdsverschil tussen de partners (67%) noemen is voor mannen naast de financiën (59%) het meest belemmerende dat hun vrouw het werk te leuk vindt om te stoppen (57%). Daarnaast valt op dat vrouwen over het algemeen meer belemmeringen ervaren dan mannen. Dit zou deels verklaard kunnen worden door het feit dat de vrouwen in ons onderzoek over het algemeen twee jaar jonger zijn dan hun mannen en dus later de pensioengerechtigde leeftijd bereiken. Hierdoor is het waarschijnlijk dat de vrouw meer rekening moet houden met de mogelijkheden van haar man dan andersom. Zodra de man de AOW-leeftijd heeft bereikt is het voor hem vaak moeilijk om toch door te gaan met werken omdat bij het bereiken van de AOW-leeftijd doorgaans ook het arbeidscontract wordt beëindigd. Voor de vrouw is het dan naar verhouding makkelijker om eerder te stoppen, mits men zich dat financieel kan veroorloven. De jongere partner (meestal de vrouw) is dus vaak degene die haar pensioenplannen moet aanpassen aan de mogelijkheden van de oudere partner (man). Hierdoor ervaren vrouwen de financiële haalbaarheid en het leeftijdsverschil dus sneller als belemmering dan mannen.

Figuur 2. Redenen genoemd door tweeverdieners, waarom zij niet gelijktijdig met pensioen kunnen gaan naar geslacht (%)*, 2015
Figuur 2. Redenen genoemd door tweeverdieners, waarom zij niet gelijktijdig met pensioen kunnen gaan naar geslacht (%), 2015* Meer dan één antwoord mogelijk.
Bron: NIDI Pensioen Panel Onderzoek (2015).

Toekomst

Met de opmars van het aantal tweeverdieners zal de afstemming van pensioenplannen tussen partners steeds belangrijker worden. Veel tweeverdieners willen graag samen met pensioen maar ervaren belemmeringen, zowel op het persoonlijke als op het financiële vlak, om dit te kunnen realiseren. De afschaffing van vervroegd pensioen en de verhoging van de AOW-leeftijd hebben de flexibiliteit die werknemers ervaren in hun pensioenkeuzes er niet groter op gemaakt. Wat de gevolgen van het veranderende pensioenlandschap zullen zijn voor tweeverdieners is moeilijk te zeggen. Als de intentie om gelijktijdig met pensioen te gaan echter sterk genoeg is kan het zijn dat één van beide partners bereid is tot een inkomensoffer om dit mogelijk te maken. Het zou ook kunnen dat de oudere partner steeds vaker doorwerkt totdat de jongere partner de AOW-leeftijd heeft bereikt. Maar het meest waarschijnlijk is dat veel stellen een voorkeur voor gelijktijdige pensionering niet zullen realiseren.

Maria Eismann, NIDI, e-mail: eismann@nidi.nl
Kène Henkens, NIDI, e-mail: henkens@nidi.nl

Literatuur

Eismann, M., Henkens, K. & Kalmijn, M. (2017),
Spousal preferences for joint retirement: Evidence from a multi-actor survey among older dual-earner couples. NIDI.
Johnson, R. W. (2004),
Do spouses coordinate their retirement decision? Issue in Brief (19). Chestnut Hill, MA: Center for Retirement Research at Boston College.

Te citeren als

Maria Eismann & Kène Henkens (2017),
Tegelijk met pensioen? Demos: bulletin over bevolking en samenleving 33 (7): 1-4.
KNAW Logo
Cookie consent
This website makes use of third party cookies for traffic analysis. Privacy statement.