Uit eerder NIDI-onderzoek blijkt dat veel oudere werknemers door hun partner worden aangespoord om eerder te stoppen met werken. Dit laatste is vooral het geval als de partner zich zorgen maakt over de gezondheid van de werknemer. Maar wat gebeurt er met die zorgen van de partner na de pensionering?
Uit het NIDI Pensioen Panel (zie kader) blijkt dat de zorgen van de partner over de gezondheid licht afnemen na pensionering terwijl er bijna geen veranderingen te zien zijn in de daadwerkelijke gezondheid van de werknemer. Toch is ook na de pensionering nog ruim een derde (34%) van de partners bezorgd. Dat er een relatie is met de algemene gezondheid van de recent gepensioneerde zal geen verbazing wekken.
Van de gepensioneerden die hun eigen gezondheid als slecht of erg slecht beoordelen, maakt 73 procent van de partners zich zorgen. Wanneer we inzoomen op specifieke aandoeningen, dan blijken vooral diabetes en psychische klachten meer aanleiding te geven tot zorgen dan bij voorbeeld artritis en hart- en vaatziekten. Maar ook van de groep die de eigen gezondheid als goed of zeer goed beoordeelt, maakt een aanzienlijk deel van de partners zich zorgen (27%).
Aanpassingsproblemen lijken hierbij een rol te spelen. Van de gepensioneerden geeft 17 procent aan moeite te hebben zich aan te passen aan een leven zonder werk. Gepensioneerden met aanpassingsproblemen missen vooral de sociale contacten (55%), het werk in het algemeen (44%) en het gevoel productief te zijn (44%). Als er sprake is van aanpassingsproblemen bij de gepensioneerde, maakt 50 procent van de partners zich zorgen. Als er geen aanpassingsproblemen zijn is dat 31 procent. Wanneer mensen met pensioen gaan nemen de zorgen over hun gezondheid over het algemeen licht af bij de partner, maar niet bij alle partners. Vooral bij gepensioneerden die kampen met gezondheidsproblemen of die moeite hebben met het aanpassen aan de pensionering, blijft een groep partners bezorgd.
Een ruime meerderheid van de gepensioneerden heeft geen gezondheids- of aanpassingsproblemen. De overgang van werk naar pensioen lijkt voor de meeste oudere werknemers dus goed te verlopen. Mede hierdoor is er echter relatief weinig aandacht voor gepensioneerden waarvoor dit proces moeizamer verloopt. Dit kan zich uiten in verminderd welbevinden. Bezorgdheid van de partner kan hier een belangrijke signaalfunctie hebben.
Katharina Runge, NIDI-KNAW/Rijksuniversiteit Groningen en UMCG, e-mail: runge@nidi.nl
Hanna van Solinge, NIDI-KNAW/Rijksuniversiteit Groningen en UMCG, e-mail: solinge@nidi.nl
Literatuur
- Eismann, M. en K. Henkens (2017), Tegelijk met pensioen? Demos, 33 (7), pp. 1-4.
- Runge, K., S. van Zon, U. Bültmann en K. Henkens (2021), Metabolic syndrome incidence in an aging workforce: Occupational differences and the role of health behaviors. SSM – Population Health, 15, 100881.