Foto: Roel Wijnants / Flickr

Opleidingssegregatie in Nederland gedaald

MARJOLIJN DAS, MARIEKE DE VRIES & LUCILLE MATTIJSSEN | 30 juni 2023 | DEMOS jaargang 39, nummer 6 - juni 2023
De segregatie tussen mensen met verschillende opleidingsniveaus in Nederland is tussen 2009 en 2020 afgenomen. Dit was vooral onder laagopgeleiden het geval: hun netwerken bestonden relatief minder uit mensen met hetzelfde opleidingsniveau en meer uit mensen met een ander opleidingsniveau. Dit blijkt uit een recente netwerkanalyse van het Centraal Bureau voor de Statistiek.

Segregatie is een belangrijk maatschappelijk thema. Het beschrijft in hoeverre mensen gescheiden van elkaar leven. Sociale groepen zijn en waren er altijd: mensen die op elkaar lijken zoeken elkaar immers op. In dit artikel gaat het om de segregatie van mensen met verschillende opleidingsniveaus.
Voor dit onderzoek werden netwerken van familie, huisgenoten, klasgenoten, buren en collega’s gebruikt om opleidingssegregatie van 25- tot 55-jarigen in kaart te brengen. Er is sprake van opleidingssegregatie als mensen met eenzelfde opleidingsniveau binnen deze netwerken clusteren. Dat komt bijvoorbeeld doordat ze in dezelfde buurt wonen, omdat familieleden vaak hetzelfde opleidingsniveau hebben, of doordat mensen op de werkplek collega’s hebben met eenzelfde opleidingsniveau.
In de literatuur zijn ook andere redenen beschreven waarom mensen met bepaalde opleidingsniveaus zich in netwerken met vergelijkbare opleidingsniveaus bevinden. Veel mensen hebben een voorkeur voor anderen die op hen lijken. Dit zie je veel bij partners die vaak hetzelfde opleidingsniveau hebben. Uit veel onderzoeken blijkt tevens dat ouders (vooral die uit hogere sociale klassen) vaak een voorkeur hebben voor scholen met kinderen met een vergelijkbare achtergrond. Ook de keuze voor een woonlocatie kan met dergelijke voorkeuren te maken hebben. Daarnaast spelen ook sociaal-economische factoren een rol. Zo lijkt de sociaal-economische positie van buren vaak op elkaar omdat ze veelal in hetzelfde type woning wonen. En zoals gezegd, collega’s hebben vaak vergelijkbare banen met vergelijkbare opleidingseisen.

Welke mensen je tegenkomt, is onder meer afhankelijk van de omvang van de verschillende opleidingsgroepen. Als er in een bepaald gebied bijvoorbeeld 10 procent hoogopgeleiden en 40 procent middelbaar opgeleiden zijn, dan is puur statistisch te verwachten dat iedereen gemiddeld 10 procent hoogopgeleiden en 40 procent middelbaar opgeleiden in zijn/haar netwerk heeft. Segregatie meet juist in hoeverre mensen méér of minder gescheiden van elkaar leven dan op grond van een dergelijke statistische verdeling verwacht mag worden. Daarom is in de segregatiescore gecorrigeerd voor de grootte van de opleidingsgroepen binnen het gebied (met een straal van 30 km).

Vooral de segregatie van laagopgeleiden is tussen 2009 en 2020 relatief sterk afgenomen. Een lage opleiding betekent dat iemand geen diploma heeft behaald op mbo2-, havo- of vwo-niveau, oftewel geen startkwalificatie heeft. In 2009 leefden laagopgeleiden meer gesegregeerd dan alle andere opleidingsgroepen. In 2020 was dat niet meer het geval en was de segregatie bij laagopgeleiden juist lager dan bij mensen met een (hbo- of universitaire) masteropleiding of een middelbare opleiding.

Opleidingssegregatie in Nederland, 2009-2020

De populatie van 25- tot 55-jarigen bestaat in 2020 voor een deel uit andere personen dan in 2009. Daarom is het op basis van deze cijfers niet te zeggen of de verschuiving in segregatie komt doordat individuele laagopgeleide personen over de tijd daadwerkelijk meer gemengd zijn gaan leven, of doordat de cijfers over gedeeltelijk andere personen gaan.

Sterke segregatie in een maatschappij wordt gewoonlijk als ongunstig gezien: het kan ‘sociale bubbels’ bevorderen, maatschappelijke polarisatie versterken en sociale mobiliteit tegenwerken. Vaak wordt gesteld dat segregatie in de huidige maatschappij is toegenomen. Als we naar het opleidingsniveau kijken, blijkt dat echter niet uit deze cijfers.

Marjolijn Das, Centraal Bureau voor de Statistiek en Leiden-Delft-Erasmus Centre for BOLD Cities/Erasmus Universiteit, e-mail: m.das@cbs.nl
Marieke de Vries, Centraal Bureau voor de Statistiek, e-mail: mm.devries@cbs.nl
Lucille Mattijssen, Centraal Bureau voor de Statistiek

Literatuur

KNAW Logo
Cookie consent
This website makes use of third party cookies for traffic analysis. Privacy statement.