Verhuizen over lange afstand doen we vaak voor werk of studie. Maar naast werk en studie blijkt ook dichter bij familie wonen een veel voorkomend motief te zijn. Dit blijkt uit een schriftelijke enquête van Statistics Sweden onder bijna 5.000 Zweedse respondenten die volgens het bevolkingsregister waren verhuisd over een afstand van minstens 20 kilometer. Aan de gegevens van deze Zweedse enquête zijn gegevens uit het bevolkingsregister toegevoegd over afstanden tot familieleden (uitwonende ouders en kinderen) vóór en na de verhuizing. Zo kon een koppeling worden gemaakt tussen het verhuismotief familie en of men wel of niet in de richting van familie is verhuisd. Het is geen eenvoudige taak om de kracht van familie in verhuizingen over lange afstand aan te tonen via genoemde motieven. Die kracht is nog het beste te vergelijken met een magneet: soms trekt familie mensen aan, maar nog vaker is het een kracht die mensen op hun plek houdt. Van de verhuisde respondenten noemde 23 procent dichter bij familie wonen als een motief. Voor slechts zeven procent van de respondenten was dit het hoofdmotief. Van alleen degenen die daadwerkelijk dichter bij ouders of kinderen gingen wonen noemde 54 procent familie als motief. Bij net wat minder dan de helft van deze respondenten speelden dus vooral andere motieven een rol, zoals werk of terugkeer naar een bekende omgeving.
Uit een andere studie van onze hand op basis van het Zweedse bevolkingsregister, blijkt dat familie een groot verschil maakt voor het niet over lange afstand verhuizen. Stellen en gezinnen die binnen twee kilometer woonden van ouders, broers of zussen van een of beide partners verhuisden veel minder vaak over een afstand van 50 kilometer (of meer) dan degenen voor wie dat niet gold. Of familie ook echt de reden was voor deze honkvastheid kon niet worden vastgesteld. Maar het verschil in verhuisbewegingen werd ook gevonden voor degenen die niet meer in hun geboorteregio woonden. Dat maakt het minder waarschijnlijk dat het verschil puur en alleen wordt veroorzaakt door gehechtheid aan de geboorteregio, waar toevallig ook de familie nog woont.
Dichter bij familie wonen is een weliswaar niet massaal, maar toch een vrij frequent voorkomend motief voor het verhuizen over lange afstand. Ook blijkt dat mensen die dichtbij familie wonen aanzienlijk minder vaak verhuizen dan degenen die verder weg wonen van familie. De bevindingen gelden voor Zweden, maar er is geen reden om te denken dat familie belangrijker zou zijn in Zweden dan in andere Europese landen: Zweden staat juist bekend als individualistischer en minder familiegericht dan veel andere landen.
Overheden, marktpartijen en andere instanties maken regelmatig de fout te denken dat met de juiste banen of woningen mensen wel te bewegen zullen zijn tot verhuizen over lange afstand. Dat is buiten de waard gerekend van de magneetwerking van familieleden: als attractiefactor als er wordt verhuisd én als factor om te blijven zitten waar men zit.
Noot: Dit artikel is onderdeel van het FamilyTies-project (ERC Grant 740113).
Clara Mulder, Population Research Centre, Rijksuniversiteit Groningen, e-mail: c.h.mulder@rug.nl
Brian Gillespie, Population Research Centre, Rijksuniversiteit Groningen, e-mail: b.j.gillespie@rug.nl
Literatuur
- Gillespie, B.J. en C.H. Mulder (2020), Nonresident family as a motive for migration. Demographic Research, 42 (13), pp. 399-410.
- Mulder, C.H. en G. Malmberg (2014), Local ties and family migration. Environment and Planning A, 46 (9), pp. 2195-2211.