Jaargang 40, nummer 10 - november/december 2024
Jaargang 40, nummer 9 - October 2024
Previous issues
-
Jaargang 40, nummer 8 - September 2024
-
Jaargang 40, nummer 7 - July/august 2024
-
Jaargang 40, nummer 6 - juni 2024
-
Jaargang 40, nummer 5 - mei 2024
- State Commission advises ‘moderate population growth’ for the Netherlands
- Which world population projection should we trust?
- Europeans are united on climate change
- Retirement dreams of baby boomers
- The risks and rewards of international retirement migration
- Who decides on women’s sexual and reproductive health and rights?
- Getting a grip on immigration: the citizens’ view
-
Jaargang 40, nummer 4 - april 2024
-
Jaargang 40, nummer 3 - maart 2024
-
Jaargang 40, nummer 2 - februari 2024
-
Jaargang 40, nummer 1 - januari 2024
- 2023
-
Jaargang 39, nummer 10 - november/december 2023
-
Jaargang 39, nummer 9 - October 2023
-
Jaargang 39, nummer 8 - September 2023
-
Jaargang 39, nummer 7 - July/august 2023
-
Jaargang 39, nummer 6 - juni 2023
-
Jaargang 39, nummer 5 - mei 2023
-
Jaargang 39, nummer 4 - april 2023
-
Jaargang 39, nummer 3 - maart 2023
-
Jaargang 39, nummer 2 - februari 2023
-
Jaargang 39, nummer 1 - januari 2023
-
- 2022
-
Jaargang 38, nummer 10 - november/december 2022
-
Jaargang 38, nummer 9 - October 2022
-
Jaargang 38, nummer 8 - September 2022
-
Jaargang 38, nummer 7 - July/august 2022
-
Jaargang 38, nummer 6 - EPC issue - 2022
- Policy choices in an ageing society
- Fifty years of demographic change
- Young adults question normative roles of men and women in society
- The Lifelines Cohort Study: A rich data source for demographers
- Who marries whom? Partner choice among the children of immigrants
- Post-retirement work limits participation in volunteer work
- Demographers’ views on family and child policies
-
Jaargang 38, nummer 5 - mei 2022
-
Jaargang 38, nummer 4 - april 2022
-
Jaargang 38, nummer 3 - maart 2022
-
Jaargang 38, nummer 2 - februari 2022
-
Jaargang 38, nummer 1 - januari 2022
-
- 2021
-
Jaargang 37, nummer 10 - november/december 2021
-
Jaargang 37, nummer 9 - October 2021
-
Jaargang 37, nummer 8 - September 2021
-
Jaargang 37, nummer 7 - July/august 2021
-
Jaargang 37, nummer 6 - juni 2021
-
Jaargang 37, nummer 5 - mei 2021
-
Jaargang 37, nummer 4 - april 2021
-
Jaargang 37, nummer 3 - maart 2021
-
Jaargang 37, nummer 2 - februari 2021
-
Jaargang 37, nummer 1 - januari 2021
-
- 2020
-
Jaargang 36, nummer 10 - november / december 2020
-
Jaargang 36, nummer 9 - October 2020
-
Jaargang 36, nummer 8 - September 2020
-
Jaargang 36, nummer 7 - July/august 2020
-
Jaargang 36, nummer 6 - juni 2020
-
Jaargang 36, nummer 5 - mei 2020
-
Jaargang 36, nummer 4 - april 2020
-
Jaargang 36, nummer 3 - maart 2020
-
Jaargang 36, nummer 2 - februari 2020
-
Jaargang 36, nummer 1 - januari 2020
-
- 2019
-
Jaargang 35, nummer 10 - november / december 2019
-
Jaargang 35, nummer 9 - oktober 2019
-
Jaargang 35, nummer 8 - september 2019
-
Jaargang 35, nummer 7 - juli / augustus 2019
-
Jaargang 35, nummer 6 - juni 2019
-
Jaargang 35, nummer 5 - mei 2019
-
Jaargang 35, nummer 4 - april 2019
-
Jaargang 35, nummer 3 - maart 2019
-
Jaargang 35, nummer 2 - februari 2019
-
Jaargang 35, nummer 1 - januari 2019
-
- 2018
-
Jaargang 34, nummer 10 - november / december 2018
-
Jaargang 34, nummer 9 - oktober 2018
-
Jaargang 34, nummer 8 - september 2018
-
Jaargang 34, nummer 7 - juli / augustus 2018
-
Jaargang 34, nummer 6 - juni 2018
-
Jaargang 34, nummer 5 - mei 2018
-
Jaargang 34, nummer 4 - april 2018
-
Jaargang 34, nummer 3 - maart 2018
-
Jaargang 34, nummer 2 - februari 2018
-
Jaargang 34, nummer 1 - januari 2018
-
- 2017
-
Jaargang 33, nummer 10 - november / december 2017
-
Jaargang 33, nummer 9 - oktober 2017
-
Jaargang 33, nummer 8 - september 2017
-
Jaargang 33, nummer 7 - juli / augustus 2017
-
Jaargang 33, nummer 6 - juni 2017
-
Jaargang 33, nummer 5 - mei 2017
-
Jaargang 33, nummer 4 - april 2017
-
Jaargang 33, nummer 3 - maart 2017
-
Jaargang 33, nummer 2 - februari 2017
-
Jaargang 33, nummer 1 - januari 2017
-
- 2016
-
Jaargang 32, nummer 10 - november/december 2016
-
Jaargang 32, nummer 9 - October 2016
-
Jaargang 32, nummer 8 - September 2016
-
Jaargang 32, nummer 7 - July/august 2016
-
Jaargang 32, nummer 6 - juni 2016
-
Jaargang 32, nummer 5 - mei 2016
Themanummer tentoonstelling “100 worden – en ervan genieten”
LANGER LEVEN, WAT BETEKENT DAT?
Dat onze bevolking vergrijst is bekend. Vergrijzing is geen ramp of noodlot, maar in feite een succesverhaal van menselijke vooruitgang. Het blijkt echter moeilijk te bevatten dat een afnemende bevolkingsgroei en een steeds langere levensduur, die wij grotendeels in gezondheid doorbrengen, een structureel oudere leeftijdsopbouw tot gevolg hebben. We hebben tijd nodig om aan het ‘nieuwe oud’ te wennen en ook om onze samenleving daarop in te richten. Dat raakt ons allemaal.
Deze speciale uitgave van DEMOS is in zijn geheel gewijd aan het thema van de tentoonstelling “100 worden – en ervan genieten”, met een breed palet aan bijdragen van medewerkers van het NIDI en de Rijksuniversiteit Groningen. We hopen dat het onze lezers uitnodigt om de tentoonstelling te bezoeken. Dit kan van 23 mei tot en met 3 juni 2016 in het Atrium van het Stadhuis in Den Haag en van 7 tot en met 19 juni 2016 in de Der Aa-kerk in Groningen.
STERKE STIJGING VAN DE KANS OM 100 TE WORDEN
LENNY STOELDRAIJER, FANNY JANSSEN & JOOP DE BEER
De kans van een 18-jarige vrouw om 100 te worden is 17 procent. Die kans was in 1950 maar 3 procent. Het bereiken van de 100-jarige leeftijd wordt dus steeds minder uitzonderlijk. En in de toekomst zal het nog normaler worden. Voor mannen liggen de kansen om 100 te worden een stuk lager dan voor vrouwen. Het is de vraag of de burgemeester dan nog langs komt, maar het bereiken van de 100-jarige leeftijd blijft toch zeker de moeite van het vieren waard.
SOCIAAL ‘KONVOOI’ BESTE MIDDEL TEGEN EENZAAMHEID
JENNY DE JONG GIERVELD & TINEKE FOKKEMA
Op het NIDI wordt veel onderzoek gedaan naar het welbevinden van ouderen en de rol die partner en kinderen daarbij spelen. Als ouderen deze familiebanden missen, leidt dat automatisch tot eenzaamheid? En zijn ouderen met partner en/of kinderen dan nooit eenzaam? Recente gegevens over ouderen in Nederland laten zien dat het ontbreken van een partnerrelatie en contact met kinderen voor een belangrijk deel kan worden gecompenseerd door contact met andere mensen. Tijdig investeren in een sociaal netwerk buiten de directe familiekring is dan ook van groot belang.
OVERGEWICHT BIJ KINDEREN
LEONIE ELSENBURG, NYNKE SMIDT, HANS HOEK & AART LIEFBROER
Overgewicht en obesitas onder kinderen is de afgelopen decennia sterk toegenomen. Kinderen met een hoge body mass index (BMI) hebben een verhoogd risico op ziektes zoals hart- en vaatziekten en type 2 diabetes (‘ouderdomssuikerziekte’). Daarom is het belangrijk om vast te stellen welke factoren van invloed zijn op de ontwikkeling van de BMI van kinderen.
DE LANGE ARM VAN DE HONGERWINTER
PETER EKAMPER, FRANS VAN POPPEL, GOVERT BIJWAARD & L.H. LUMEY
De winter van 1944-1945 staat in Nederland bekend als de Hongerwinter. De onmiddellijke effecten van de blootstelling aan de Hongerwinter zijn overduidelijk. Door de honger waren veel vrouwen niet meer vruchtbaar; het aantal verwekte kinderen in die periode daalde dan ook dramatisch. De verstoorde groei in de baarmoeder leidde tot een sterke daling van het geboortegewicht van Hongerwinterkinderen. Maar hoe zit het met gezondheidseffecten op de lange termijn?
INTERGENERATIONELE SOLIDARITEIT BIJ MIGRANTEN
ILSE ROOYACKERS & HELGA DE VALK
In hoeverre lijken Nederlanders en niet-Westerse migranten op elkaar in de relaties die volwassen kinderen met hun moeder onderhouden? En wat voor effect heeft acculturatie op moeder-kind relaties?
WELBEVINDEN: WAT VINDEN OUDEREN ER ZELF VAN?
LOUISE MEIJERING, LINDEN DOUMA, INGE HUTTER, WENDY OUDE VRIELINK & NARDI STEVERINK
Subjectief welbevinden kan worden omschreven als iemands waardering van zijn of haar eigen leven. Meer inzicht in het subjectieve welbevinden van ouderen is belangrijk omdat dit samengaat met een betere ervaren en objectieve gezondheid. In onderzoek over welbevinden van ouderen wordt maar weinig aandacht besteed aan de mening van ouderen zelf.
DOORWERKEN NA PENSIOEN VOORAL POPULAIR IN HOGERE FUNCTIES
HANNA VAN SOLINGE & KÈNE HENKENS
De leeftijd waarop men AOW kan ontvangen schuift langzaam op in Nederland. Vanaf 2021 zullen werknemers moeten doorwerken tot 67 jaar. Veel werknemers voelen zich hierdoor overvallen en zijn er boos over. Er is echter ook een kleine groep werknemers die geen moeite heeft met deze ontwikkelingen.
-
Jaargang 32, nummer 4 - april 2016
-
Jaargang 32, nummer 3 - maart 2016
-
Jaargang 32, nummer 2 - februari 2016
-
Jaargang 32, nummer 1 - januari 2016
-
- 2015
-
Jaargang 31, nummer 10 - november/december 2015
-
Jaargang 31, nummer 9 - October 2015
-
Jaargang 31, nummer 8 - September 2015
-
Jaargang 31, nummer 7 - July/august 2015
-
Jaargang 31, nummer 6 - juni 2015
-
Jaargang 31, nummer 5 - mei 2015
-
Jaargang 31, nummer 4 - april 2015
-
Jaargang 31, nummer 3 - maart 2015
-
Jaargang 31, nummer 2 - februari 2015
-
Jaargang 31, nummer 1 - januari 2015
-
- 2014
-
Jaargang 30, nummer 10 - november/december 2014
-
Jaargang 30, nummer 9 - October 2014
-
Jaargang 30, nummer 8 - September 2014
-
Jaargang 30, nummer 7 - July/august 2014
-
Jaargang 30, nummer 6 - juni 2014
-
Jaargang 30, nummer 5 - mei 2014
-
Jaargang 30, nummer 4 - april 2014
-
Jaargang 30, nummer 3 - maart 2014
-
Jaargang 30, nummer 2 - februari 2014
-
Jaargang 30, nummer 1 - januari 2014
-
- 2013
-
Jaargang 29, nummer 10 - november/december 2013
-
Jaargang 29, nummer 9 - October 2013
- Op naar de honderd! Sterke toename van de kans om honderd jaar te worden
- Meer sociale cohesie maar niet gelukkiger: een paradox?
- Werkgevers en werkende gepensioneerden
Inhoud:
OP NAAR DE HONDERD!
JOOP DE BEER
Sterke toename van de kans om honderd jaar te worden
Een honderdste verjaardag is een bijzondere gebeurtenis. In veel gemeenten komt de burgemeester op bezoek. Van de mensen die een eeuw geleden zijn geboren, heeft minder dan één procent de honderd jaar gehaald. Generaties die nu worden geboren hebben een veel grotere kans om honderd te worden. Volgens berekeningen van het NIDI kan rond de helft van de meisjes en een op de drie jongens die leeftijd bereiken.
MEER SOCIALE COHESIE MAAR NIET GELUKKIGER: EEN PARADOX?
HANS SCHMEETS
In de afgelopen twee decennia is de sociale cohesie in de Nederlandse samenleving toegenomen. Zo zijn er meer sociale contacten en is vooral het onderlinge vertrouwen en het vertrouwen in instellingen gestegen. Meer ‘meedoen’ en meer ‘vertrouwen’ gaat gepaard met een hoger geluk. Toch wordt de gemiddelde Nederlander niet gelukkiger. Een mogelijke sleutel tot de verklaring van deze vermeende paradox is het aanpassingsvermogen van de Nederlandse burger.
WERKGEVERS EN WERKENDE GEPENSIONEERDEN
JAAP OUDE MULDERS
Nederland telt zo’n 80.000 gepensioneerden die naast hun pensioen bij een bedrijf arbeid verrichten, waarbij vrijwilligerswerk niet eens wordt meegeteld. Voor welk soort werk worden gepensioneerden ingezet, wat zijn de belangrijkste motieven voor het gebruik van gepensioneerden, en hoe worden zij gerekruteerd?
-
Jaargang 29, nummer 8 - September 2013
- Doorstarten na pensioen: een opkomend fenomeen
- Bevolking nieuw EU-lid Kroatië krimpt
- NIDI en het maatschappelijk debat
Inhoud:
DOORSTARTEN NA PENSIOEN: EEN OPKOMEND FENOMEEN
ELLEN DINGEMANS, KÈNE HENKENS & HANNA VAN SOLINGE
Voor een groeiende groep ouderen betekent de pensionering niet meer het einde van de arbeidsloopbaan. De pensionering opent mogelijkheden voor een doorstart in vergelijkbaar of ander werk, soms zelfs voor een tweede carrière. Doorstarten komt in brede lagen van de (vervroegd) uitgetreden werknemers voor en kent veel verschijningsvormen. Wie zijn die doorstarters en wat beweegt hen?
BEVOLKING NIEUW EU-LID KROATIË KRIMPT
ROB VAN DER ERF
Sinds 1 juli is de Europese Unie uitgebreid met Kroatië. Daarmee is het na Slovenië het tweede land van het voormalige Joegoslavië, dat is toegetreden tot de EU. Kroatië is sinds 1991 onafhankelijk en werd in 2004 kandidaat-lid. Hoe onderscheidt dit nieuwe lid van de EU zich van andere lidstaten, bijvoorbeeld wat betreft groei of krimp, geboorte, sterfte, ontgroening en vergrijzing? En zijn er binnen Kroatië belangrijke regionale demografische verschillen?
NIDI EN HET MAATSCHAPPELIJK DEBAT
HARRY VAN DALEN
Valorisatie van de wetenschap is het buzz-woord onder beleidsambtenaren. Letterlijk betekent het waarde toevoegen aan kennis en in de sociale wetenschappen gebeurt dat vooral door kennis over de samenleving inzichtelijk te maken voor beleid en maatschappij. Het NIDI heeft de afgelopen jaren het maatschappelijk debat en beleid gevoed door te informeren maar ook door stelling te nemen op basis van wetenschappelijk onderzoek.
-
Jaargang 29, nummer 7 - July/august 2013
ONDERZOEK NAAR BEVOLKINGSVRAAGSTUKKEN: ONS LAND KAN NIET ZONDER!
NICO VAN NIMWEGEN M.M.V. COLLEGA’s
Demografische ontwikkelingen zijn bepalend voor de toekomst van Nederland. Onderzoek naar bevolkingsvraagstukken zou daarom hoog op de agenda moeten staan. Toch moet NIDI vechten voor behoud van demografisch onderzoek.
Dat onderzoek naar bevolkingsvraagstukken broodnodig is lijkt een open deur als we bij voorbeeld denken aan de vergrijzing, of spreken over internationale migratie. Ook als het gaat over nieuwe relatievormen, het aantal kinderen dat we willen, en de manier waarop generaties met elkaar omgaan hebben we het over demografische ontwikkelingen die ons allemaal raken. Datzelfde geldt bij de vraag of, wanneer en hoe bevolkingsgroei veranderingen in de omvang en samenstelling van de bevolking onze samenleving rechtstreeks raken en zullen veranderen. Dat gebeurt op heel veel maatschappelijke terreinen en zowel op de korte als de langere termijn. Het maatschappelijk belang van kennis over demografische ontwikkelingen en de oorzaken en gevolgen daarvan lijkt dan ook buiten kijf te staan. Een samenleving die zich, bij voorbeeld, het hoofd breekt over de toekomst van het pensioenstelsel, over oplopende zorgkosten en de inrichting van het zorgstelsel, over de ruimtelijke planning, over de toekomst van de woningmarkt en over duurzame arbeidsparticipatie, heeft demografisch onderzoek nodig. Onderzoek dat, direct of indirect, bouwstenen levert die kunnen worden gebruikt bij het aanpakken van de grote maatschappelijke vragen waarmee onze samenleving wordt geconfronteerd.
Een speciale Demos
Het belang van onderzoek naar bevolkingsvraagstukken wordt kennelijk toch niet door de minister en een aantal politieke partijen gedeeld. Een van de gevolgen is dat de toekomst van het NIDI hierdoor in het geding is (zie ook pag. 8). Het is voor ons aanleiding om, eens te meer, de aandacht te vestigen op ons onderzoek. Deze speciale DEMOS geeft voorbeelden van uitkomsten van recent NIDI-onderzoek die illustreren hoe gedegen onderzoek bijdraagt aan het maatschappelijk debat over bevolkingsvraagstukken.
Onze boodschap is duidelijk: demografische veranderingen zijn een grote uitdaging voor onze samenleving, nu en in de toekomst. De demografische uitdaging heeft vele gezichten: de vergrijzing en de ouder wordende bevolking als gevolg van een doorgaande stijging van de levensverwachting, de groeiende diversiteit van de bevolking door internationale migratie, de grote variatie aan leefvormen, de veranderende verhoudingen tussen de generaties, maar ook de steeds duidelijker omslag van bevolkingsgroei naar krimp. Deze grote veranderingen bieden mogelijkheden en kansen. Demografisch onderzoek verkent, analyseert, verdiept en geeft inzicht in deze veranderingen, de achtergronden en de gevolgen en voedt het maatschappelijk debat over bevolkingsvraagstukken. Dit onderzoek kan niet gemist worden in het Nederlandse wetenschapsbestel. Het is broodnodig! Dat is de maatschappelijke bestaansreden van het NIDI. Onze wetenschappelijke bestaansreden is de bewezen excellente kwaliteit van ons werk.
-
Jaargang 29, nummer 6 - juni 2013
- Historische ommekeer? Daling kindertal lijkt ten einde
- Delfts blauwe dood; de gevolgen van de cholera in de negentiende eeuw
- Ouders tijdelijk gelukkiger rond geboorte eerste kind
Inhoud:
HISTORISCHE OMMEKEER? DALING KINDERTAL LIJKT TEN EINDE
NICO VAN NIMWEGEN
In heel veel landen lijkt er een einde gekomen aan de jarenlange daling van het aantal kinderen dat een vrouw tijdens haar leven ter wereld brengt. Nieuw demografisch onderzoek maakt nog eens duidelijk dat zorgen om ‘lage vruchtbaarheid’, die bij veel beleidsmakers leven, vaak gebaseerd zijn op vertekende gegevens. Ook het veelgebruikte ‘vervangingsniveau’ als graadmeter voor de vruchtbaarheid is aan revisie toe! Een nieuwe kijk op de geboorteontwikkeling, maar de effecten van de crisis zijn nog niet helemaal helder.
DELFTS BLAUWE DOOD
PETER EKAMPER EN GEORGE BUZING
De gevolgen van de cholera in de negentiende eeuw
Cholera-epidemieën waren in de 19de eeuw verantwoordelijk voor vele dodelijke slachtoffers. De ziekte maakte bovendien geen onderscheid tussen arm en rijk. Normaal gesproken relatief minder kwetsbare groepen in die tijd, zoals wat oudere kinderen en jongere volwassenen, liepen juist een groter risico om aan cholera te overlijden. Dat blijkt, bij voorbeeld, uit het verloop van de cholera-epidemie van 1866 in Delft.
OUDERS TIJDELIJK GELUKKIGER ROND GEBOORTE EERSTE KIND
KAROLIJNE VAN DER HOUWEN EN LINDA MOONEN
Ingrijpende gebeurtenissen kunnen het subjectief welzijn van mensen beïnvloeden. Soms is deze invloed slechts van korte duur, maar deze kan ook langdurig of zelfs blijvend zijn. Worden mensen gelukkiger wanneer zij een kind krijgen? Deze vraag kan worden beantwoord met gegevens uit het Permanent Onderzoek Leefsituatie (POLS) van het Centraal Bureau voor de Statistiek.
-
Jaargang 29, nummer 5 - mei 2013
- Hardnekkige beelden over armoede onder ouderen
- Inkomensveranderingen bij pensionering en overlijden
- Crisis leidt tot meer zelfdodingen
Inhoud:
HARDNEKKIGE BEELDEN OVER ARMOEDE ONDER OUDEREN
HARRY VAN DALEN EN KÈNE HENKENS
De ophef over de inkomenspositie van ouderen is groot en het beeld van de armlastige oudere is hardnekkig. Maar hoe is het gesteld met de feitelijk kennis over de inkomenspositie van ouderen? Daar schort nog wel het een en ander aan. Zo weet maar 40 procent van de Nederlanders dat de armoede onder 65-plussers lager is dan de armoede onder 65-minners. En maar een kwart van de Nederlanders is ervan op de hoogte dat 65-plussers, volgens eigen zeggen, de afgelopen twintig jaar makkelijker rond konden komen.
INKOMENSVERANDERINGEN BIJ PENSIONERING EN OVERLIJDEN
ARJAN SOEDE
De inkomenspositie van ouderen is in de afgelopen decennia flink verbeterd. Tussen 1990 en 2010 steeg de koopkracht met 23 procent. Een belangrijke reden is dat steeds meer werknemers tegenwoordig een aanvullend pensioen opbouwen. Daarnaast hebben veel vrouwen ook een eigen pensioen. Nu heeft 73 procent van alle gepensioneerden een eigen aanvullend pensioen. In 1990 was dat slechts 57 procent.
Door de huidige versobering zullen ouderen het in de toekomst moeilijker krijgen. Bekeken wordt hoe pensionering het huishoudensinkomen beïnvloedt en hoe het pensioenstelsel beter kan inspelen op veranderde behoeften tijdens pensionering.
CRISIS LEIDT TOT MEER ZELFDODINGEN
JOOP DE BEER
Het aantal mensen in Nederland dat overlijdt als gevolg van zelfdoding is sinds het uitbreken van de kredietcrisis toegenomen. In 2011 overleden 1.647 inwoners door zelfdoding, in 2007 waren dit er 1.353.
Een oorzakelijk verband tussen de economische recessie en het aantal zelfdodingen laat zich niet eenvoudig bewijzen. Maar de ontwikkeling van het aantal zelfdodingen in de afgelopen veertig jaar vertoont een zo duidelijke overeenkomst met de economische conjunctuurcycli, dat een oorzakelijke relatie wel heel aannemelijk is.
-
Jaargang 29, nummer 4 - april 2013
- Arbeidsmigratie en vergrijzing: geen simpele oplossing
- Worden we in de toekomst honderd jaar?
- In 10 jaar 5 miljoen minder verkeersdoden in de wereld?
Inhoud:
ARBEIDSMIGRATIE EN VERGRIJZING: GEEN SIMPELE OPLOSSING
ERIK SCHRIJVERS EN MONIQUE KREMER
Vergrijzing wordt vaak in een adem genoemd met het belang van arbeidsmigratie. De gedachte hierachter is dat door de instroom van mensen uit het buitenland onze (beroeps)bevolking op peil blijft. Deze gedachte is te kort door de bocht. Wat ontbreekt is aandacht voor hoe in een globaliserende wereld nieuwe banen en taken ontstaan en verdwijnen op de arbeidsmarkt blijkt uit een recente studie van de Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid (WRR).
WORDEN WE IN DE TOEKOMST HONDERD JAAR?
JOOP DE BEER
De levensverwachting is in ons land de afgelopen tien jaar sterker gestegen dan voorspeld. Het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) heeft de prognose enkele keren omhoog bijgesteld. In de meest recente bevolkingsprognose verwacht het CBS dat de levensverwachting bij geboorte voor mannen zal toenemen van 79 jaar nu naar 87 jaar in 2060. Voor vrouwen zal de levensverwachting toenemen van 83 tot 90 jaar. Sommige deskundigen verwachten een verdere stijging tot 100 jaar. Zal de prognose in de toekomst nog verder omhoog bijgesteld moeten worden? Een kijkje in de prognosekeuken.
IN 10 JAAR 5 MILJOEN MINDER VERKEERSDODEN IN DE WERELD?
PETER EKAMPER
Wereldwijd staan verkeersongevallen op nummer 8 van de ranglijst van meest voorkomende doodsoorzaken. Voor mensen in de leeftijdsgroep van 15 tot 30 jaar is het zelfs de belangrijkste doodsoorzaak. Jaarlijks overlijden er over hele wereld meer dan een miljoen mensen in het verkeer. Voetgangers en fietsers vormen 27 procent van de dodelijke slachtoffers.
-
Jaargang 29, nummer 3 - maart 2013
- Homohuwelijk in opmars; steeds rijkere keuze aan partnerrelaties
- Bevolkingsgroei en -krimp in de Europese Unie
- Kraamzorg; inhaalslag van allochtone moeders
Inhoud:
HOMOHUWELIJK IN OPMARS
DICK J. VAN DE KAA
Steeds rijkere keuze aan partnerrelaties
“Life is what happens to you while you’re busy making other plans”, wist John Lennon al. Deze wijsheid gaat ook op bij het kopen van een huis. Veel mensen met plannen om een huis te kopen slagen daar niet in. Onverwachte gebeurtenissen in het leven kunnen de plannen verstoren, maar kunnen juist ook de koopplannen in een stroomversnelling brengen. De kloof tussen plan en gedrag is door de crisis waarschijnlijk alleen maar groter geworden.
BEVOLKINGSGROEI EN -KRIMP IN DE EUROPESE UNIE
ROB VAN DER ERF
Sinds de eeuwwisseling is het aantal inwoners van de Europese Unie met 22 miljoen toegenomen.
Dat is een gemiddelde jaarlijkse groei van 0,4 procent. Per land en per regio zijn er echter grote verschillen. Zo zijn er geen of weinig krimpregio’s in België, Denemarken, Frankrijk, Ierland, Nederland, Spanje en het Verenigd Koninkrijk. Juist veel krimpregio’s zijn er in Centraal en Oost Europa, in landen als Bulgarije, Duitsland, Hongarije, Polen en Roemenië. Welke zijn de motoren van deze groei? Wat is de samenhang tussen groei, krimp en vergrijzing?
KRAAMZORG
Inhaalslag van allochtone moeders
Bijna alle jonge moeders in ons land maken gebruik van kraamzorg. Volgens de laatste gegevens van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) is dat gebruik sinds de eeuwwisseling min of meer stabiel rond zo’n 95 procent. In de jaren 80 van de vorige eeuw ontvingen veel minder, te weten twee van de drie jonge moeders in ons land kraamzorg. Destijds was de regering vooral bezorgd dat het gebruik van kraamzorg bij allochtone vrouwen ver achterbleef. Was de kraamzorg wel voldoende toegankelijk voor allochtone vrouwen?
-
Jaargang 29, nummer 2 - februari 2013
EEN HUIS KOPEN
MARJOLIJN DAS & CAROLA DE GROOT
Wat komt er van de mooie plannen terecht?
“Life is what happens to you while you’re busy making other plans”, wist John Lennon al. Deze wijsheid gaat ook op bij het kopen van een huis. Veel mensen met plannen om een huis te kopen slagen daar niet in. Onverwachte gebeurtenissen in het leven kunnen de plannen verstoren, maar kunnen juist ook de koopplannen in een stroomversnelling brengen. De kloof tussen plan en gedrag is door de crisis waarschijnlijk alleen maar groter geworden.
SCHEIDING EN TERUGKEER VAN GEZINSMIGRANTEN
STIJN VAN DOESELAAR & GOVERT BIJWAARD
Gezinsmigranten uit hoogontwikkelde landen vertrekken veel sneller uit Nederland dan andere groepen gezinsmigranten. Negen jaar na aankomst heeft van de gezinsmigranten uit de hoogontwikkelde landen al meer dan de helft Nederland verlaten, terwijl van de gezinsmigranten uit minder ontwikkelde landen na negen jaar nog bijna 80 procent in Nederland verblijft. Een belangrijke drijvende kracht achter terugkeer is echtscheiding.
GEMENGDE HUWELIJKEN IN EUROPA
NICO VAN NIMWEGEN
Gemengde huwelijken worden vaak gezien als een graadmeter voor de integratie van migranten. Ook kunnen zij een aanwijzing zijn voor sociale en culturele veranderingen. Uit een recente studie van Eurostat blijkt dat gemengde huwelijken in Europa steeds meer voorkomen. Een op de 12 gehuwden in Europa deelt tegenwoordig het huwelijksbootje met een buitenlandse partner.
WEG VAN JE WORTELS
PETER EKAMPER & GERRIT BLOOTHOOFT
De afstand tussen overgrootouders en achterkleinkinderen
Mensen blijven meestal niet wonen op de plek waar ze geboren zijn. In de loop der tijd raken mensen door verhuizingen vaak steeds verder verwijderd van hun geografische wortels. Dat geldt niet alleen voor de afstand tot hun eigen geboorteplaats, maar ook tot de geboorteplaats van hun ouders, grootouders en overgrootouders. Binnen Nederland zijn er echter wel verschillen. Vanuit de ene plaats of regio zijn generaties veel minder over het land uitgezworven dan vanuit de andere.
-
Jaargang 29, nummer 1 - januari 2013
- Zorgende vaders
- Kinderen willen en kinderen krijgen
- 10 jaar onderzoek naar familiebanden in Nederland
Inhoud:
ZORGENDE VADERS
RENSKE KEIZER & PEARL DYKSTRA
Vaders zijn in de afgelopen jaren meer tijd gaan besteden aan de zorg voor hun kinderen. Een grotere deelname van mannen aan de zorgtaken voor de kinderen is zowel belangrijk voor de ontwikkeling van kinderen als voor de arbeidsmarktparticipatie van moeders. Gegevens uit het onderzoek Familiebanden in Nederland (NKPS – Netherlands Kinship Panel Study) laten echter zien dat vaders de taken, die moeders meer vrijheid zouden moeten kunnen bieden om buitenshuis te werken, nog niet gelijk verdelen met hun partner.
KINDEREN WILLEN EN KINDEREN KRIJGEN
SIMON DE BRUIJN, MARTIJN HOGERBRUGGE & EVA-MARIA MERZ
Nederlandse vrouwen krijgen gemiddeld iets minder dan twee kinderen. Daarmee behoort Nederland tot de landen waar het kindertal boven het Europese gemiddelde ligt. Desalniettemin verwachten Nederlandse vrouwen en mannen net als in andere Europese landen meer kinderen te krijgen dan daadwerkelijk gebeurt. Welke factoren spelen een rol bij het realiseren van de kinderwens? Met behulp van gegevens uit het onderzoek Familiebanden in Nederland (NKPS – Netherlands Kinship Panel Study) wordt dit nader onderzocht.
10 JAAR ONDERZOEK NAAR FAMILIEBANDEN IN NEDERLAND
EVA-MARIA MERZ
De Netherlands Kinship Panel Study (NKPS) is een grootschalig onderzoek naar familiebanden in Nederland. Meer dan 9.000 respondenten, zowel Nederlanders als niet-Nederlanders, hebben meegedaan aan dit onderzoek. Zij werden herhaaldelijk ondervraagd zodat veranderingen in hun leven goed in beeld konden worden gebracht.
-
- 2012
-
Jaargang 28, nummer 10 - november/december 2012
- Vergrijzing, woningmarkt en woningvoorraad
- Hoe oud kunnen wij worden?
- Zware dilemma’s voor zware beroepen
Inhoud:
VERGRIJZING, WONINGMARKT EN WONINGVOORRAAD
CAROLA DE GROOT, FEMKE DAALHUIZEN & FRANK VAN DAM
De toename van het aantal ouderen in de nabije toekomst heeft een aanzienlijk effect op de dynamiek op de woningmarkt. Zo blijkt onder meer uit het onlangs verschenen rapport van het Werkverband Periodieke Rapportage Bevolkingsvraagstukken (WPRB) over “Actief ouder worden in Nederland”. De ouderen van nu zijn honkvaster dan de ouderen van vroeger. Dit zet lokale woningmarkten verder op slot. De vraag is of dat over tien, vijftien jaar anders zal zijn.
HOE OUD KUNNEN WIJ WORDEN?
CARLO VAN PRAAG
Grofweg nam de levensverwachting de laatste 150 jaar in elk decennium met gemiddeld drie jaar toe en de vergrijzing is daaraan mede te danken. Waar is het einde? Als je de ontwikkeling van de afgelopen anderhalve eeuw doortrekt, dan zouden de mensen over nog eens 150 jaar een gemiddelde leeftijd van 125 jaar bereiken. Kan dat? Carlo van Praag verkent hoe rekbaar het leven eigenlijk is.
ZWARE DILEMMA’S VOOR ZWARE BEROEPEN
LEX BORGHANS & BAS TER WEEL
“Zware beroepen” spelen een belangrijke rol in de discussie over de verhoging van de pensioenleeftijd. De algemene opinie is dat zware beroepen vooral belastend zijn voor ouderen. Mensen met een zwaar beroep stoppen daarom eerder met werken, terwijl de gedachte is dat iedereen langer zal moeten blijven werken en de AOW-leeftijd in stappen omhoog gaat richting 70. Is flexibilisering van de pensioenleeftijd een oplossing?
-
Jaargang 28, nummer 9 - October 2012
ARBEIDSPARTICIPATIE OUDEREN IN DE LIFT
KOOS ARTS & FERDY OTTEN
Het aantal ouderen in de beroepsbevolking stijgt snel. Vooral doordat meer vrouwen steeds langer doorwerken loopt de arbeidsparticipatie van ouderen verder op maar daalt de gemiddelde arbeidsduur. De gemiddelde pensioenleeftijd is inmiddels gestegen tot ruim 63 jaar. De vergrijzing van de beroepsbevolking is het grootst in het onderwijs, het openbaar bestuur en de landbouw en visserij, zo blijkt onder meer uit het onlangs verschenen rapport van het Werkverband Periodieke Rapportage Bevolkingsvraagstukken (WPRB) over “Actief ouder worden in Nederland”.
FAMILIENORMEN
Voor wie voelen we ons verantwoordelijk?
Voelen wij ons als kind meer verplicht om voor onze ouders te zorgen? Of vinden we vooral dat ouders verantwoordelijk zijn voor het welzijn van hun kinderen? In elke samenleving zijn er normen over deze rollen en verantwoordelijkheden van ouders en kinderen die werken als gedragscodes. Uit recent onderzoek dat in een aantal Europese landen is gehouden blijkt dat er systematische verschillen zijn tussen landen in deze gedragscodes. Net als in resultaten van veel ander onderzoek is er sprake van een scheidslijn tussen Oost en West.
ACTIEF OUDER WORDEN IS MEER DAN BEWEGEN
CRETIEN VAN CAMPEN & MIRJAM DE KLERK
Actief ouder worden in Nederland
Ouder worden gaat vanzelf. De roep om ‘actief’ ouder te worden, die we vaak van overheidswege horen, klinkt daarom wat vreemd in de oren. 2012 is nu zelfs door de Europese Commissie uitgeroepen tot Het Europees Jaar van actief ouder worden. Het doel van dit jaar is om ouderen in beweging te brengen.
LEEFTIJD VOLKSVERTEGENWOORDIGERS
HANNA VAN SOLINGE & PETER EKAMPER
Vergrijzing in lokaal bestuur, vergroening in landsbestuur
Net als in de rest van de samenleving slaat de vergrijzing ook toe in het lokale bestuur. De gemiddelde leeftijd van zowel gemeenteraadsleden, wethouders als burgemeesters is sinds 1998 flink toegenomen. Onze volkvertegenwoordiging in de Tweede Kamer volgt deze trend echter niet. De gemiddelde leeftijd van de net aangetreden Kamerleden is 44,2 jaar. Dat is vrijwel even oud als de nieuwe ploeg van 2010, die was bij beëdiging gemiddeld 5 dagen jonger.
-
Jaargang 28, nummer 8 - September 2012
- Een andere kijk op vergrijzing; actief ouder worden in Nederland
- Afscheid van de cultuur van vervroegd uittreden
- 30 jaar rapportage bevolkingsvraagstukken
Inhoud:
EEN ANDERE KIJK OP VERGRIJZING
NICO VAN NIMWEGEN & CARLO VAN PRAAG
Actief ouder worden in Nederland
Er verandert veel op de arbeidsmarkt voor ouderen. Nederland was vroeger het toonbeeld van vervroegd uittreden. Tegenwoordig laten de statistieken een stijgende arbeidsparticipatie onder 55-plussers zien en de wens om langer door te werken blijkt uit vele peilingen. Onder welke generatie(s) werknemers heeft deze omslag plaatsgevonden en welke krachten hebben daarbij een rol hebben gespeeld? De cultuur van vervroegd uittreden lijkt inmiddels tot het verleden te behoren.
AFSCHEID VAN DE CULTUUR VAN VERVROEGD UITTREDEN
HARRY VAN DALEN, KÈNE HENKENS & HANNA VAN SOLINGE
Er verandert veel op de arbeidsmarkt voor ouderen. Nederland was vroeger het toonbeeld van vervroegd uittreden. Tegenwoordig laten de statistieken een stijgende arbeidsparticipatie onder 55-plussers zien en de wens om langer door te werken blijkt uit vele peilingen. Onder welke generatie(s) werknemers heeft deze omslag plaatsgevonden en welke krachten hebben daarbij een rol hebben gespeeld? De cultuur van vervroegd uittreden lijkt inmiddels tot het verleden te behoren.
30 JAAR RAPPORTAGE BEVOLKINGSVRAAGSTUKKEN
Bijna dertig jaar geleden stelde de toenmalige regering het Werkverband Periodieke Rapportage Bevolkingsvraagstukken (WPRB) in. Men wilde de vinger aan de pols houden van de demografische ontwikkeling in Nederland en wereldwijd.
-
Jaargang 28, nummer 7 - July/august 2012
HOGER KINDERTAL HELPT NIET TEGEN VERGRIJZING
JOOP DE BEER
De belangrijkste oorzaak van de vergrijzing is de daling van het gemiddelde kindertal in de jaren zeventig. Een stijging van het kindertal biedt evenwel geen oplossing. Het leidt pas op de zeer lange termijn tot een geringe afzwakking van de vergrijzing, maar wel al op korte termijn tot hogere kosten (o.a. onderwijs) en tot een aanzienlijk hogere bevolkingsgroei.
VANAF NU ‘EERSTE GENERATIE AUTOCHTONEN’?
ARJEN LEERKES
Er is in Nederland al geruime tijd een discussie over het gebruik van de termen ‘autochtoon’ en ‘allochtoon’. De begrippen worden veelvuldig bekritiseerd, maar er is ook de nodige waardering voor. Aan alternatieve manieren om de herkomst van mensen te meten kleven trouwens ook de nodige bezwaren. Er lijkt eigenlijk geen goed alternatief voorhanden. In dit opiniestuk presenteert Arjen Leerkes een idee om de huidige Nederlandse praktijk van etnische categorisering te hervormen.
OLYMPISCHE MEDAILLES DEMOGRAFISCH GEWOGEN
PETER EKAMPER
Bij de afgelopen Olympische Zomerspelen in Londen behaalde de Nederlandse ploeg 6 gouden, 6 zilveren en 8 bronzen medailles. Nederland eindigde daarmee op de 13de plaats in het medailleklassement, achter Olympische grootmachten als China, de Verenigde Staten en het organiserend land, maar voor gerenommeerde sportlanden als Canada en Spanje. Hoe goed was de Nederlandse prestatie als we rekening houden met verschillen tussen landen in bevolkingsomvang en welvaart?
PRODUCTIVITEIT VAN OUDERE EN JONGERE WERKNEMERS IN DE OGEN VAN MANAGERS
KASIA KARPINSKA
De tijd dat werknemers voor hun zestigste de arbeidsmarkt definitief vaarwel zegden ligt achter ons. Nederland kent een sterk stijgende arbeidsdeelname van ouderen. Deze stijging kan niet los worden gezien van de ingrepen in de sociale zekerheid en de (pre)pensioenen in het voorbije decennium. Ondanks overheidsinitiatieven als de ‘Task Force Ouderen’ en ‘Grijs Werkt’ is de beeldvorming over oudere werknemers niet erg positief. Dit blijkt uit een onderzoek onder managers.
-
Jaargang 28, nummer 6 - juni 2012
TUSSEN TWEE WERELDEN
MOIRA GALLOWAY, I?IK KULU-GLASGOW & MONIKA SMIT
Zelfidentificatie van nieuwe Nederlanders
In hoeverre identificeren nieuwe Nederlanders zich met Nederland en het land van herkomst? Sluit het ene het andere uit of kunnen beide gevoelens naast elkaar bestaan?
Uit onderzoek van het WODC lijkt eerder sprake van een naar tijd en omstandigheden wisselende zelfidentificatie met Nederland en het herkomstland dan van een onveranderlijke zelfidentificatie met een van beide.
BEVOLKINGSONTWIKKELING VERSCHILT STERK PER PROVINCIE IN 2011
HANS KASPER & LOLKE SCHAKEL
De bevolking van Nederland is in 2011 met ruim 70 duizend toegenomen. De demografische processen van geboorte, overlijden, binnenlandse en buitenlandse migratie die de bevolkingsontwikkeling bepalen verschillen sterk per provincie. Hoe zagen deze ontwikkelingen er uit voor het afgelopen jaar? Er is samenhang tussen de migratiestromen en de provinciale banenmarkt.
LANGER DOORWERKEN IN EUROPA?
WIETEKE CONEN & HANNA VAN SOLINGE
Als gevolg van de vergrijzing zullen de kosten van onze welvaartsstaat stijgen. Ook zal het arbeidsaanbod op termijn afnemen. Sinds het midden van de jaren negentig staat daarom de verhoging van arbeidsdeelname van (onder andere) ouderen hoog op de agenda van de Nederlandse en Europese beleidsmakers. Maar hoezeer beleidsmakers ook overtuigd zijn van de noodzaak tot langer doorwerken, uiteindelijk zijn het werknemers die samen met hun werkgever alle plannen in de praktijk moeten gaan brengen. Wat vinden werknemers van de plannen over de verhoging van de pensioenleeftijd?
VRUCHTBARE GRENZEN?
MELINDA MILLS
Nieuwe benaderingen in levenslooponderzoek
Er is de afgelopen 50 jaar heel wat veranderd op het terrein van de relatie- en gezinsvorming. In haar oratie gaf Melinda Mills een samenvatting van de huidige kennis op dit terrein en presenteerde zij haar onderzoeksagenda waarin zij op zoek gaat naar ‘vruchtbare grenzen’ van het levenslooponderzoek.
-
Jaargang 28, nummer 5 - mei 2012
- Trouwen en scheiden in tijden van voor- en tegenspoed
- Landen vergelijken? Voetangels en klemmen
- Bevolkingskrimp en onderwijs; afscheid van 450 scholen?
Inhoud:
TROUWEN EN SCHEIDEN IN TIJDEN VAN VOOR- EN TEGENSPOED
JOOP DE BEER
Als het economisch goed gaat, besluiten meer mensen te trouwen, terwijl een recessie een negatief effect heeft op het aantal huwelijkssluitingen. De relatie tussen economie en echtscheiding lijkt minder eenduidig. Een recessie kan leiden tot meer echtscheidingen door financiële druk en stress. Maar, scheiden is ook duur. Als het economisch slechter gaat zou dat een rem kunnen vormen op het aantal echtscheidingen. Dit artikel laat zien hoe de ontwikkeling van trouwen en scheiden in de afgelopen veertig jaar is beïnvloed door de economische conjunctuur.
LANDEN VERGELIJKEN?
CARLO VAN PRAAG
Voetangels en klemmen
De globalisering heeft de wereld enorm veranderd. In menige onderwijsinstelling is de voertaal al lang geen Nederlands meer. Was het demografisch onderzoek vroeger vooral op het eigen land gericht, tegenwoordig stopt het onderzoek niet meer bij de landsgrenzen. Door de steeds nauwere samenwerking tussen Europese landen groeit de behoefte aan internationaal vergelijkend onderzoek. Carlo van Praag reflecteert op de haken en ogen van dit onderzoek.
BEVOLKINGSKRIMP EN ONDERWIJS
PETER EKAMPER
Afscheid van 450 scholen?
Hoewel de bevolking van Nederland voorlopig nog steeds groeit, slaat dit over een jaar of dertig mogelijk om in krimp. In sommige regio’s gaat dit al eerder gebeuren en in een aantal regio’s is er zelfs nu al sprake van bevolkingsdaling. Bevolkingskrimp heeft ontegenzeggelijk gevolgen voor het voorzieningenniveau in een gebied. Wat zijn de gevolgen voor het onderwijs?
-
Jaargang 28, nummer 4 - april 2012
- Groei beroepsbevolking EU ten einde?
- De hoge babysterfte in Nederland; zorg om zorg en leefstijl
- Meisjes drinken meer dan ooit; zorgwekkende cijfers kinderen en alcohol
Inhoud:
GROEI BEROEPSBEVOLKING EU TEN EINDE?
ROB VAN DER ERF
Hoewel de totale bevolking in de Europese Unie (EU) nog elk jaar iets toeneemt, vooral als gevolg van buitenlandse migratie, vindt er al jarenlang ontgroening en vergrijzing plaats door lage geboortecijfers en afnemende sterfterisico’s. In hoeverre hebben deze ontwikkelingen consequenties voor de omvang en leeftijdsopbouw van de (potentiële) beroepsbevolking? Groeit zij nog steeds en hoe sterk is de veroudering? Zijn er in dit opzicht grote verschillen tussen de EU-lidstaten? Wat kunnen we verwachten voor de komende jaren en hoe verhoudt de werkzame beroepsbevolking zich tot de potentiële beroepsbevolking?
DE HOGE BABYSTERFTE IN NEDERLAND
LIESBETH HEERING
Zorg om zorg en leefstijl
Al ruim 10 jaar staat Nederland in de Europese top drie van slechtst presterende landen op het gebied van de babysterfte. Afgelopen november was er voor het eerst goed nieuws: de sterfte van voldragen baby’s is met 40 procent gedaald sinds 2001.
MEISJES DRINKEN MEER DAN OOIT
JOKE LIGTERINK
Zorgwekkende cijfers kinderen en alcohol
Hersenen ontwikkelen zich tot het 24ste levensjaar. Tot het 18de levensjaar krijgen jongeren er nog dagelijks hersencellen bij. Alcohol verstoort die groei. Toch heeft bijna de helft van de Nederlandse kinderen rond zijn 12de jaar de eerste slok al geproefd. De oprichters van de alcoholpoli vertellen ons welke rol wij kunnen spelen om de hersenontwikkeling van kinderen te beschermen.
-
Jaargang 28, nummer 3 - maart 2012
- Bevolkingsgroei in de grote steden
- Tijd van leven? Verwachtingen en feiten lopen uiteen
- Subjectieve levensverwachting en pensioenplannen
- Nederlandse families internationaal vergeleken
Inhoud:
BEVOLKINGSGROEI IN DE GROTE STEDEN
DORIEN MANTING & MARK TER VEER
De bevolkingsontwikkeling in de vier grote steden wijkt al jaren af van die van Nederland. Waar de Nederlandse bevolking continu is gegroeid, nam de bevolking van de grote steden vanaf het midden van de jaren zestig tot halverwege de jaren tachtig van de vorige eeuw af. Vooral na de eeuwwisseling is er weer sprake van forse groei in Amsterdam, Den Haag en Utrecht. Zelfs Rotterdam groeit nu. Is er iets bijzonders aan de hand?
TIJD VAN LEVEN?
FEDERICA TEPPA
Verwachtingen en feiten lopen uiteen
Bewust of onbewust houden we ons allemaal wel eens bezig met de vraag hoe oud we zullen worden. De kans is groot dat we uit bijgeloof het antwoord hebben ‘afgeklopt’. Wat we ons waarschijnlijk niet realiseren, is dat het antwoord op deze vraag van invloed is op beslissingen die wij in ons leven nemen.
Hoeveel moet ik nu sparen voor mijn oude dag? Waar moet ik mijn spaargeld in beleggen en hoeveel? Hoe optimistisch of pessimistisch zijn we over onze eigen levensverwachting? Mannen lijken dit beter in te schattten dan vrouwen. Vooral vrouwen onderschatten stelselmatig hun eigen levensverwachting.
SUBJECTIEVE LEVENSVERWACHTING EN PENSIOENPLANNEN
HANNA VAN SOLINGE & KÈNE HENKENS
Een belangrijk argument in de discussie over de verhoging van de pensioenleeftijd is dat deze meer in de pas moet gaan lopen met de gestegen levensverwachting. Het NIDI onderzocht of de werknemers zelf zich in de besluitvorming rondom stoppen met werken laten leiden door ideeën over hun levensverwachting. Er blijkt meer belangstelling te zijn voor langer doorwerken bij hen die denken ouder te worden. Maar in de praktijk stoppen deze werknemers niet later met werken.
NEDERLANDSE FAMILIES INTERNATIONAAL VERGELEKEN
PEARL DYKSTRA
In vrijwel alle landen wordt de verantwoordelijkheid voor de zorg voor en de financiële ondersteuning van jong en oud gedeeld tussen families en de overheid. De wijze waarop verschilt sterk van land tot land, stelde Pearl Dykstra in haar oratie ‘Families: In alle staten?’ Dit heeft haar weerslag op de rol en functie van familie; bijvoorbeeld op die van grootouders bij de opvang van kleinkinderen.
-
Jaargang 28, nummer 2 - februari 2012
- Meer kinderen als opa en oma oppassen?
- Kampioen deeltijd; meer uren werken om de vergrijzing op te vangen?
- De familie Doorsnee op haar retour?
Inhoud:
MEER KINDEREN ALS OPA EN OMA OPPASSEN?
FLEUR THOMÉSE
Grootouders die oppassen op hun kleinkinderen hebben daar niet alleen zelf plezier van. Ook gezinnen profiteren ervan. Moeders blijven vaker aan het werk. En er zijn zelfs aanwijzingen dat er meer kinderen worden geboren. Waar grootouders nu nog moeten strijden om de gunst van hun schaarse kleinkinderen, zien we straks misschien wel een competitie om de kostbare tijd van opa en oma. Ze zijn met velen, maar worden ook steeds harder nodig.
KAMPIOEN DEELTIJD
INGE NOBACK
Meer uren werken om de vergrijzing op te vangen?
Deeltijdwerk heeft er voor gezorgd dat in Nederland veel vrouwen zijn gaan werken en ook blijven werken als ze kinderen krijgen. Maar het aantal uren dat wordt gewerkt is relatief laag. Gaat dat veranderen? Op dit moment zijn het vooral moeders van wie het jongste kind de middelbare schoolleeftijd heeft bereikt en vrouwen die alleenstaand zijn geworden die meer uren gaan werken. Ook mannen die voor de tweede of derde keer vader zijn geworden werken langer.
DE FAMILIE DOORSNEE OP HAAR RETOUR?
FRANS VAN POPPEL
“Steeds minder kinderen wonen bij beide ouders” kopte het Centraal Bureau voor de Statistiek vorige maand. Tegenwoordig woont bijna een op de vijf kinderen niet bij beide biologische ouders. Frans van Poppel liet in zijn oratie “De familie Doorsnee tegen het licht. Anderhalve eeuw veranderingen in de Nederlandse familiestructuur” zien dat deze situatie historische gezien allerminst bijzonder is. De oorzaak is wel veranderd. Ontstonden onvolledige gezinnen vroeger door het overlijden van een of beide ouders, tegenwoordig is echtscheiding de belangrijkste oorzaak.
-
Jaargang 28, nummer 1 - januari 2012
- Aruba, een vergrijzende multiculturele samenleving
- De ondergang van de Sovjet-Unie; migratie en gezondheid van Russische minderheden
- Nederlandse demografen klimmen naar de top in hun vak
Inhoud:
ARUBA, EEN VERGRIJZENDE MULTICULTURELE SAMENLEVING
FRANK EELENS
In 2010 werd in Aruba de Vijfde Volkstelling gehouden. In totaal werden iets meer dan 100.000 personen geteld. Migratie en vergrijzing zijn de belangrijkste thema’s binnen de demografische context van Aruba. Meer dan een derde van de bevolking is in het buitenland geboren. In totaal werden 99 verschillende nationaliteiten geteld. Een op de tien inwoners is 65 jaar of ouder.
DE ONDERGANG VAN DE SOVJET-UNIE
GEORGE GROENEWOLD & JEROEN VAN GINNEKEN
Migratie en gezondheid van Russische minderheden
Na het uiteenvallen van de Sovjet-Unie in 1991 maken Russische minderheden nog altijd een groot deel uit van de bevolking in de landen die voorheen de Sovjet-Unie vormden. De grote veranderingen – vooral verslechteringen – in de politieke en sociaal-economische status van deze etnische Russen in de voormalige Sovjetrepublieken hebben tien jaar later echter niet geleid tot grote gezondheidsverschillen met de oorspronkelijke bevolking.
NEDERLANDSE DEMOGRAFEN KLIMMEN NAAR DE TOP IN HUN VAK
HARRY VAN DALEN
Demografie is een vak dat aan de randen van enkele faculteiten op de Nederlandse universiteiten wordt gedoceerd of onderzocht. Alleen de Rijksuniversiteit Groningen heeft een masteropleiding demografie en het Nederlands Interdisciplinair Demografisch Instituut kent een stevige verankering in het demografisch onderzoek. Een open vraag is of Nederland met een dergelijke inzet wel meetelt in de wereld van het demografisch onderzoek.
-
- 2011
-
Jaargang 27, nummer 10 - november/december 2011
- Arbeidsmigratie; terug van (nooit) weggeweest
- Arbeidsmigratie door de jaren heen
- Poolse migratie; voorbode van gezinshereniging?
- Tweehonderd jaar burgerlijke stand
Inhoud:
ARBEIDSMIGRATIE
Terug van (nooit) weggeweest
Arbeid is altijd een belangrijke reden geweest voor buitenlanders om naar Nederland te komen. Na de Tweede Wereldoorlog was werk het belangrijkste motief. Ons land voerde een actief beleid om migranten te werven. De oliecrisis van 1973 was een keerpunt: de arbeidsmigratie zakte in en ´gezinsmigratie´ en ´asielmigratie´ gingen domineren. De laatste jaren is arbeidsmigratie echter terug aan kop. In deze aflevering bijdragen over recente historische ontwikkelingen in de arbeidsmigratie en de Poolse migratie in het bijzonder.
ARBEIDSMIGRATIE DOOR DE JAREN HEEN
JEANNETTE SCHOORL
Nederland kent een lange geschiedenis van arbeidsmigratie. Grootschalige arbeidsmigratie kwam echter pas op gang in de periode van naoorlogse wederopbouw. In de jaren zestig en zeventig kwamen grote aantallen arbeidsmigranten uit het Middellandse Zeegebied; aanvankelijk vooral uit Italië en Spanje en niet veel later ook uit Turkije en Marokko. De politieke, sociaaleconomische en demografische context is inmiddels sterk veranderd. De arbeidsmigranten komen tegenwoordig vooral uit Oost-Europa.
POOLSE MIGRATIE
HAN NICOLAAS
Voorbode van gezinshereniging?
In de afgelopen jaren is het aantal Polen in Nederland snel toegenomen. De toetreding van Polen tot de Europese Unie op 1 mei 2004 was een belangrijke impuls. Vanaf dat moment konden Polen zich in Nederland vrij vestigen. In 2010 ging het om 15 duizend personen. Daarmee is Polen goed voor ruim een kwart van de totale migratie uit EU-landen. Van de Polen die in de afgelopen 10 jaar naar Nederland kwamen, is bijna 60 procent weer vertrokken. Van grootschalige gezinshereniging onder Poolse immigranten is vooralsnog geen sprake.
TWEEHONDERD JAAR BURGERLIJKE STAND
HANNA VAN SOLINGE
Inzicht in de omvang, samenstelling en mutaties van de bevolking is onontbeerlijk voor bestuurders. Nederland kreeg in 1811 zijn eerste landelijke registratie: de burgerlijke stand. Gemeenten maken nog steeds akten op van belangrijke demografische gebeurtenissen, zoals een geboorte, huwelijk, echtscheiding of overlijden. Dit wordt nu verwerkt in de Gemeentelijke Basis Administratie (GBA). De historische registers van de burgerlijke stand vormen een belangrijk bron voor stamboomonderzoek.
-
Jaargang 27, nummer 9 - October 2011
ZEVEN MILJARD MENSEN
NICO VAN NIMWEGEN & PETER EKAMPER
… hoe laat je die in hun waarde?
Op 31 oktober is de 7 miljardste wereldburger geboren. Ondanks het feit dat de wereldbevolking jaarlijks groeit met 78 miljoen mensen (de omvang van een land als Egypte), neemt het groeitempo af. Wereldwijd kiezen ouders voor kleinere gezinnen. De verschillen tussen landen zijn echter nog groot en de bevolkingsgroei is ongelijk verdeeld over de wereld.
EUROPESE WERKGEVERS EN VERGRIJZING OP DE WERKVLOER
WIETEKE CONEN, HARRY VAN DALEN, KÈNE HENKENS & JOOP SCHIPPERS
De visie van Nederlandse werkgevers in Europees perspectief
Vrijwel alle Europese landen worden geconfronteerd met een vergrijzende beroepsbevolking. Hoewel op de korte termijn de huidige economische crisis zorgt voor een ruimer arbeidsaanbod, krijgen veel Europese landen op de wat langere termijn te maken met tekorten op de arbeidsmarkt. De vergrijzing brengt, door de toenemende kosten van zorg en pensioenen, ook stijgende kosten van welvaartsstaten met zich mee. In veel landen is het beleid dan ook gericht op het verlengen van de arbeidsloopbaan. Het NIDI onderzocht of Europese werkgevers beseffen dat de vergrijzing de arbeidsmarkt zal beroeren en welke maatregelen zij nemen om de gevolgen van vergrijzing te beteugelen.
HOEVEEL MENSEN HEBBEN ER OOIT OP DE AARDE GELEEFD?
PETER EKAMPER
De wereldbevolking heeft met 7 miljard inwoners een nieuwe mijlpaal bereikt. Zoveel mensen hebben er nooit tevoren tegelijkertijd op de aarde rondgelopen. Een hiermee samenhangende vraag, die met enige regelmaat opkomt, is hoeveel mensen er tot nu toe eigenlijk ooit op de aarde hebben geleefd.
-
Jaargang 27, nummer 8 - September 2011
- De Arabische wereld; een demografische tijdbom?
- Kleinkinderen gezocht
- Nederlanders en Europa; een dubbel gevoel
Inhoud:
DE ARABISCHE WERELD
THEO ENGELEN & PAUL PUSCHMANN
Een demografische tijdbom?
Het jaar 2011 zal de geschiedenis ingaan als het jaar van de revoluties in de Arabische wereld. Jongeren lijken in de opstanden een prominente rol te spelen. De helft van de bevolking in dit deel van de wereld is jonger dan 25 jaar. Heeft de Arabische Lente een demografische oorzaak?
KLEINKINDEREN GEZOCHT
CARLO VAN PRAAG
Demografie gaat over mensen. Demografische ontwikkelingen zijn een optelsom van keuzes en gedrag van individuen. Andersom zijn die demografische ontwikkelingen ook weer van invloed op de individuele levenssfeer. Carlo van Praag reflecteert vanuit zijn persoonlijke situatie op de veranderende verhoudingen op de familiemarkt: het ruime aanbod aan grootouders en de schaarser wordende kleinkinderen.
NEDERLANDERS EN EUROPA
PETER EKAMPER & JEANNETTE SCHOORL
Een dubbel gevoel
Hoewel Nederlanders tot de meest internationaal gerichte burgers van Europa behoren, voelen zij zich nauwelijks verbonden met de Europese Unie. Is Nederland daarmee een buitenbeentje in Europa?
-
Jaargang 27, nummer 7 - July/august 2011
- Europeanen zonder grenzen; internationale verbondenheid in de Europese Unie
- Oud, ouder, …oudst
- Op weg naar de 10 miljard? Nieuwe VN-bevolkingsprognose
Inhoud:
EUROPEANEN ZONDER GRENZEN
PETER EKAMPER & JEANNETTE SCHOORL
Internationale verbondenheid in de Europese Unie
Is Europa ‘uit’? De belangstelling voor Europa lijkt al jaren af te nemen. De opkomst bij de verkiezingen voor het Europees Parlement is onverminderd laag. De financiële crisis en de daaropvolgende Eurocrisis stellen de solidariteit binnen de Europese Unie bovendien danig op de proef. Door de crises wordt ook steeds duidelijker hoe landen en economieën in Europa met elkaar verbonden zijn. Maar geldt dat ook voor de burgers? Hoe internationaal zijn we eigenlijk in Europa?
OUD, OUDER, …OUDST
JEROEN VAN GINNEKEN & NICO VAN NIMWEGEN
De maximale levensverwachting is in een aantal rijke landen in de afgelopen 160 jaar met bijna 40 jaar gestegen. Dit is één van de meest opvallende demografische ontwikkelingen. Volgens sommige vooraanstaande demografen zal deze stijging in een tempo van bijna drie extra levensmaanden per jaar ofwel ongeveer zes uur extra per etmaal doorzetten. Maar waar ligt de grens? Vooral de laatste decennia neemt het aantal mensen dat superhoge leeftijden bereikt in ieder geval flink toe. Op zoek naar Methusalem.
OP WEG NAAR DE 10 MILJARD?
NICO VAN NIMWEGEN
Nieuwe VN-bevolkingsprognose
Binnenkort zal de wereldbevolking de grens van 7 miljard passeren. Hoewel het groeitempo afneemt zal de wereldbevolking daarna nog flink doorgroeien, waarbij op zeer lange termijn de 10 miljard in zicht kan komen.
-
Jaargang 27, nummer 6 - juni 2011
- Wat beweegt kennismigranten?
- Met pensioen: wat te doen? Tijdsbesteding van vroeggepensioneerden
Inhoud:
WAT BEWEEGT KENNISMIGRANTEN?
ERNEST BERKHOUT & MAIKEL VOLKERINK
De arbeidsmarkt van een kenniseconomie stopt niet bij de landsgrenzen. Om de kenniseconomie op peil te houden zal Nederland zijn kenniswerkers in toenemende mate ook uit het buitenland moeten halen. Arbeidsmarkt, loon, reputatie van het hoger onderwijs en kennisinfrastructuur zijn belangrijk voor kennismigranten. Ook in andere landen is echter het belang van de hoogopgeleide arbeidsmigrant doorgedrongen. SEO Economisch Onderzoek onderzocht hoe Nederland er voor staat in de slag om de kennismigrant.
MET PENSIOEN: WAT TE DOEN?
ELLEN DINGEMANS & HANNA VAN SOLINGE
Tijdsbesteding van vroeggepensioneerden
Jaarlijks nemen ongeveer 100 duizend werknemers afscheid van de arbeidsmarkt vanwege VUT, prepensioen of het bereiken van de pensioengerechtigde leeftijd. Een van de uitdagingen waarvoor deze uittredende werknemers staan, is de aanpassing aan een leven waarin werk niet meer de hoofdrol speelt. NIDI onderzoek laat zien dat een actief leven na pensioen bijdraagt aan tevredenheid van ouderen.
-
Jaargang 27, nummer 5 - mei 2011
NEDERLANDERS OVER BEVOLKINGSDRUK EN LEVENSGELUK
HARRY VAN DALEN & KÈNE HENKENS
Bevolkingsdruk heeft op mensen een verschillende uitwerking. Sommigen vinden de drukte van bijvoorbeeld de stad heerlijk en gruwelen van het platteland en anderen gruwelen juist van de stad en komen pas tot leven waar rust en ruimte heerst. In onderstaand artikel wordt bezien wat het vermogen van Nederlanders is om met bevolkingsdruk om te gaan en wat het met hun geluksgevoel doet. Het is vooral de ervaren en niet de feitelijke bevolkingsdruk die bepalend is voor het geluksgevoel. En mensen die niet overweg kunnen met bevolkingsdruk zijn over het algemeen minder gelukkig dan de meer drukbestendige Nederlanders.
KERNENERGIE EN DEMOGRAFIE
LUC BONNEUX
De zeebeving en de daaropvolgende tsunami in Japan vergden 24.000 doden, aannemend dat er bij de 8.000 vermisten geen overlevenden meer zijn (status 1 juni). In de zwaarst getroffen prefectuur Miyiagi, waar hele dorpen van de kaart werden geveegd, zijn bijna 14.000 mensen dood of vermist. Toch werd het nieuws gedomineerd door de getroffen kerncentrales van Fukushima, hoewel daar tot nog toe geen slachtoffers vielen te betreuren. Dit artikel geeft een kort overzicht van de medisch wetenschappelijke stand van zaken en trekt conclusies ten aanzien van de demografische kern van deze vraagstukken.
MEER GELD NAAR HIV/AIDS, MINDER NAAR FAMILY PLANNING EN REPRODUCTIEVE GEZONDHEIDSZORG
GIJS BEETS
Verdwijnt de Europese empathie?
Sinds de Internationale VN-Conferentie voor Bevolking en Ontwikkeling (Cairo, 1994) hebben ontwikkelde landen veel toezeggingen gedaan om de ontwikkelingslanden te steunen. Hoe gaat het met die toezeggingen en wat gebeurde er sinds de economische crisis? Nu de cijfers over 2009 beschikbaar zijn, is te zien dat er minder geld beschikbaar wordt gesteld dan eerder overeengekomen, ook al konden enkele, vooral kleinere landen hun budgetten verhogen. De consequentie is dat allerlei targets niet gehaald dreigen te worden. Ook voor 2010 ziet het er somber uit, hoewel niet alle donoren zoveel last van de crisis lijken te hebben (gehad). Opvallend is verder dat de laatste jaren verhoudingsgewijs meer geld wordt besteed aan HIV/AIDS en minder aan family planning en reproductieve gezondheidszorg.
LANGER LEVEN MET EEN JONGERE PARTNER
SVEN DREFAHL
Leeftijdsverschil met partner heeft verschillend effect op levensverwachting mannen en vrouwen
Het leeftijdsverschil tussen partners heeft invloed op het sterfterisico, maar blijkt tegengesteld voor mannen en vrouwen. Terwijl mannen ‘profiteren’ wanneer zij met een jongere partner samenwonen, blijkt het sterfterisico voor vrouwen het gunstigst indien zij het leven met een even oude partner delen.
-
Jaargang 27, nummer 4 - april 2011
DAKLOOS IN NEDERLAND
MONIEK COUMANS
Over aantallen en kenmerken
Actuele en betrouwbare cijfers over het aantal daklozen op nationaal niveau ontbreken al jaren. De cijfers die er zijn variëren nogal afhankelijk van de gebruikte methode en de afbakening.
Dit artikel gaat in op de vraag of dakloosheid nog een rol speelt in onze maatschappij en zo ja, over welke groep we het dan eigenlijk hebben.
DE MAN ALS BLOK AAN HET BEEN VAN VROUWELIJKE ARBEIDSMIGRANTEN?
VINA WIJKHUIJS & ROEL JENNISSEN
Over de indirect discriminerende rol van het arbeidsmigratiebeleid
Cijfers van het CBS wijzen uit dat ook de afgelopen jaren de geregistreerde arbeidsmigratie naar Nederland voor het grootste deel bestond uit mannen. Slechts een derde van de arbeidsmigranten was vrouw.
Voor een deel komt dit door biologische verschillen tussen mannen en vrouwen, en door het geheel aan sociale percepties en interacties in een samenleving waaruit typisch ‘mannelijke’ en typisch ‘vrouwelijke’ gedragspatronen voortkomen. De vraag is of daarnaast het Nederlandse arbeidsmigratiebeleid nog een rol speelt.
DEMOGRAFISCH BELEID IN EUROPA
MARK TER VEER, ANDRIES DE JONG & ROB LOKE
In Nederland bestaat er weinig beleid met de expliciete doelstelling om het demografisch gedrag te beïnvloeden. Toch grijpen verschillende beleidsmaatregelen hier – direct of indirect – wel in op. Bijvoorbeeld het heffen van accijnzen op sigaretten om een gezonde levenswijze te stimuleren, wat tot minder sterfte moet leiden. Ook in andere landen van Europa worden diverse beleidsmaatregelen genomen met expliciete of impliciete demografische effecten. Om hiervan een indruk te krijgen is vorig jaar een elektronische enquête afgenomen bij een aantal experts uit Europa. Uit de resultaten van de enquête blijkt dat er duidelijke verschillen bestaan in de mate van beleidsinspanningen tussen Noord-Europa enerzijds en Zuiden Oost-Europa anderzijds; West-Europa zit hier tussenin. De overheid in Noord-Europa loopt duidelijk voorop, vooral ten aanzien van migratie, kinderen krijgen en bevordering van gezond gedrag. In Zuid- en Oost-Europa lijkt het beleid daarentegen weinig geneigd om het demografisch gedrag te beïnvloeden.
-
Jaargang 27, nummer 3 - maart 2011
THEMANUMMER DEMIFER – GROEI EN KRIMP VAN EUROPESE REGIO’S
De Europese Commissie heeft verschillende programma’s ingesteld die tot doel hebben om duurzame welvaartsgroei in Europa te bevorderen. Het ESPON 2013 Programma is gericht op het ontwikkelen van beleid op het terrein van territoriale cohesie. Eén van de prioriteiten van dit programma is het onderzoeken van de relatie tussen demografische trends in Europa en economische, sociale en ecologische ontwikkelingen. In het kader van dit programma is het project DEMIFER (Demographic and Migratory Flows affecting European Regions and Cities) uitgevoerd. Deze aflevering van Demos presenteert de belangrijkste resultaten van het DEMIFER-project.
Dit nummer werd samengesteld door Joop de Beer en Nicole van der Gaag (NIDI). De artikelen in deze aflevering van Demos zijn gebaseerd op het eindrapport en de deelrapporten die voor dit project zijn geschreven.
EUROPESE REGIO’S GROEIEN VOORAL DOOR MIGRATIE
In ruim een kwart van de Europese regio’s loopt de bevolkingsomvang terug. Door de lage geboortecijfers is de natuurlijke aanwas in veel Europese regio’s laag. Hierdoor is migratie de belangrijkste oorzaak van bevolkingsgroei geworden. In ongeveer driekwart van de regio’s vestigen zich meer mensen dan er vertrekken. Voor het grootste deel betreft dit migratie vanuit andere landen. In minder dan de helft van de regio’s is het saldo van de binnenlandse migratie positief.
DEMOGRAFISCHE UITDAGINGEN VERSCHILLEN TUSSEN EUROPESE REGIO’S: EEN TYPOLOGIE
De demografische ontwikkeling in Europa wordt gekenmerkt door vergrijzing en teruglopende bevolkingsgroei. Er bestaan echter flinke verschillen tussen Europese regio’s. In bijna alle regio’s is een groeiende beroepsbevolking niet vanzelfsprekend meer. De demografische en economische uitdagingen voor beleidsmakers verschillen tussen de regio’s.
HET EFFECT VAN MIGRATIE OP REGIONALE BEVOLKINGSONTWIKKELING
Migratie heeft een belangrijke invloed op regionale bevolkingsontwikkelingen in Europa. In welvarende regio’s zorgt migratie voor bevolkingsgroei en een demping van de vergrijzing. In minder welvarende regio’s is het effect omgekeerd. Deze regio’s worden geconfronteerd met een emigratieoverschot en een versterkte vergrijzing. Zonder expliciet beleid zal migratie dan ook eerder bijdragen aan het vergroten van regionale verschillen dan aan het verkleinen ervan.
DE INVLOED VAN BELEID OP BEVOLKINGSDYNAMIEK
Hoewel op basis van verschillende beleidsscenario’s een verschillende mate van bevolkingsgroei kan worden verwacht, zijn de verschillen in termen van vergrijzing en regionale herverdeling beperkt. Vergrijzing blijft onder alle omstandigheden de meest belangrijke demografische uitdaging en alle scenario’s voorspellen een substantiële herverdeling van armere naar rijkere regio’s.
GROEI BEROEPSBEVOLKING LOOPT TERUG
Als de arbeidsparticipatie niet stijgt en de immigratie laag is, zal in de meeste regio’s het arbeidsaanbod in de komende decennia gaan krimpen. Maar zelfs als de arbeidsparticipatie wel stijgt, zal het groeitempo van de beroepsbevolking teruglopen. In de toekomst kan de economie alleen blijven groeien als de productiviteit groeit.
PIEMONTE: VERGRIJZING IN EEN DYNAMISCHE CONTEXT
Piemonte is een duidelijk voorbeeld van een regio die zich ondanks de vergrijzing continu economisch heeft kunnen ontwikkelen. Telkens als het nodig was, bleek de economische setting in staat om migranten aan te trekken waarmee tekorten op de arbeidsmarkt gecompenseerd, en de economische en demografische vitaliteit gewaarborgd konden worden.
LONDEN: EEN MAGNEET VOOR BEVOLKINGSGROEI
Als één van de centra van de wereldeconomie heeft Londen een grote aantrekkingskracht op migranten. Als gevolg hiervan heeft de bevolking van Londen een etnisch zeer diverse samenstelling. De verschillende demografische scenario’s tonen ook voor de komende decennia een omvangrijke groei.
IS BEVOLKINGSBELEID EFFECTIEF?
Bevolkingsontwikkeling is niet slechts het resultaat van demografische transities. Hoe de bevolking in een bepaalde regio zich ontwikkelt, hangt nauw samen met de economische context van de regio en het tijdperk waarin de demografische transities plaatsvinden. Zo krijgen jonge mannen en vrouwen doorgaans minder kinderen in tijden waarin zij weinig vertrouwen in de toekomst hebben omdat de economische omstandigheden slecht zijn. Verder geldt in het algemeen dat rijkere regio’s aantrekkelijker zijn voor migranten dan armere regio’s. Ook hebben veranderingen op het gebied van globalisering en de komst van internet in de afgelopen decennia grote gevolgen gehad. Waar tot voor kort migratie en het verhogen van de arbeidsparticipatie voor de hand liggende antwoorden waren op een tekort op de arbeidsmarkt, is tegenwoordig het uitbesteden van activiteiten naar andere landen een gangbaar alternatief. Daarnaast zijn mensen steeds mobieler geworden, zowel internationaal als interregionaal, wat niet alleen gevolgen heeft voor de omvang, maar ook voor de samenstelling van de bevolking in de verschillende regio’s.
-
Jaargang 27, nummer 2 - februari 2011
KAN DE IMMIGRATIE VAN NIET-WESTERSE ALLOCHTONEN WORDEN GEHALVEERD?
JOOP DE BEER
Toen het regeerakkoord werd gepresenteerd heeft PVV-leider Wilders gesproken over een daling van de immigratie van nietwesterse allochtonen met 50 procent. Tijdens de formatie heeft een ambtelijke werkgroep geschat dat door de voorgestelde maatregelen de instroom van niet-westerse immigranten met slechts 5 à 15 procent zou kunnen dalen. Minister Leers voor Immigratie en Asiel heeft gezegd dat de gevolgen van alle maatregelen kwantitatief niet te voorspellen zijn omdat dit van teveel omstandigheden afhangt. In dit artikel wordt de vraag gesteld of de immigratie van niet-westerse allochtonen de komende jaren kan halveren. Het antwoord luidt dat dit mogelijk is. De volgende vraag is of een dergelijke daling volledig aan de voorgestelde maatregelen valt toe te schrijven. Het antwoord hierop is: waarschijnlijk niet. En de laatste vraag is: zou een dergelijke daling blijvend zijn? Het antwoord daarop is: vermoedelijk niet.
SCHEIDING ALTIJD SCHADELIJK VOOR WELBEVINDEN?
JOSJA ROKVEN & CHRISTIAAN MONDEN
Scheiding wordt vaak geassocieerd met negatieve gevolgen voor het welzijn van de ex-partners. Is dat in alle gevallen terecht? Het negatieve effect van scheiden op welbevinden blijkt af te hangen van het vinden van een nieuwe partner en de mate van conflict in de verbroken relatie. Het welbevinden van mensen die tijdens het huwelijk geen conflicten hadden, gaat er door scheiding het sterkst op achteruit. Althans als ze geen nieuwe partner hebben. Wanneer ze wel een nieuwe partner hebben, gaat het welbevinden er juist op vooruit. Als er veel conflicten waren, leidt een nieuwe partner evenwel nauwelijks tot een stijging van welbevinden.
DE GEBOORTEPIEK VAN 1946
GIJS BEETS
Het begin van Nederlands grootste babyboom wordt 65 jaar
Nooit eerder werden in Nederland in één kalenderjaar zoveel kinderen geboren als in 1946. Dat betekent dus ook dat er in 2011 erg veel mensen 65 jaar worden. Afgaande op de maandelijkse geboortecijfers van 1946 komt die piek pas in maart flink op gang. Na de geboortepiek van 1946 bleven de geboortecijfers in Nederland nog een tijd hoog tot de jaren zeventig. Circa 36 procent van de huidige bevolking van Nederland behoort tot de naoorlogse geboortegeneratie.
-
Jaargang 27, nummer 1 - januari 2011
- Vier toekomstscenario’s voor de multi-etnische samenleving
- Boemerangkinderen; weer terug naar het ouderlijk huis
Inhoud:
VIER TOEKOMSTSCENARIO’S VOOR DE MULTI-ETNISCHE SAMENLEVING
GEORGE GROENEWOLD & JOOP DE BEER
Uitgaande van veronderstellingen over de economische ontwikkeling in Nederland, de rol van de overheid en de aard van het migratie- en inburgeringsbeleid heeft het NIDI vier scenario’s van de toekomst van multi-etnisch Nederland opgesteld.
Naast de getalsmatige ontwikkeling beschrijven de vier scenario’s mogelijke gedragsreacties van verschillende groepen en spanningen die daardoor kunnen ontstaan in een multi-etnische samenleving.
BOEMERANGKINDEREN
ELMA WOBMA & ARIE DE GRAAF
Weer terug naar het ouderlijk huis
Het verlaten van het ouderlijk huis vormt een belangrijke stap in de levensloop. Met deze stap begint de fase van zelfstandigheid. Soms keert een kind, nadat het een periode op zichzelf heeft gewoond, terug naar het ouderlijk huis. Zo’n terugkerend kind wordt een boemerangkind genoemd als het, om wat voor reden ook, vier maanden of langer opnieuw bij de ouders gaat wonen. De laatste jaren neemt het aantal boemerangkinderen toe. In dit artikel wordt naar een verklaring gezocht.
-
- 2010
-
Jaargang 26, nummer 10 - november/december 2010
- Waarom werken Nederlanders nauwelijks over de grens?
- Bevolkingsbeleid en jongensoverschot in China
Inhoud:
WAAROM WERKEN NEDERLANDERS NAUWELIJKS OVER DE GRENS?
HARRY VAN DALEN & KÈNE HENKENS
De bereidheid van Nederlandse werknemers om voor een aantal jaren in het buitenland te werken lijkt groot, maar toch blijft het meestal bij dromen. De geringe arbeidsmigratie in de praktijk is in belangrijke mate te herleiden tot het feit dat werknemers maar weinig kansen in het buitenland zien en niet het idee hebben dat buitenlandervaring bij terugkomst door Nederlandse werkgevers wordt gewaardeerd. Daarnaast is het huishouden een factor van belang: alleen als beide partners iets zien in migratie is de bereidheid tot werken over de grens groot.
BEVOLKINGSBELEID EN JONGENSOVERSCHOT IN CHINA
DICK VAN DE KAA
Vrijwel overal in de westerse wereld worden ongeveer 105 jongens per 100 meisjes geboren. In Zuid-Oost- Azië ligt het anders. In verschillende landen – bijvoorbeeld Zuid-Korea, India, Vietnam en China – heeft het jongensoverschot zo’n grote omvang aangenomen dat het regeringen bezorgd maakt. In dit artikel worden de ontwikkelingen in China nader bezien.
-
Jaargang 26, nummer 9 - October 2010
Jubileumnummer ter gelegenheid van het 40-jarig bestaan van het Nederlands Interdisciplinair Demografisch Instituut
Inhoud:
GIJS BEETS
De gezinnen zijn veel kleiner geworden. In het begin van de 20ste eeuw bedroeg het gemiddeld kindertal rond vier kinderen per vrouw. Nu ligt het gemiddelde onder de twee. Het meest voorkomende kindertal is tegenwoordig twee en kinderloosheid komt veel vaker voor. Als je maar twee kinderen wenst te krijgen kun je je ook gemakkelijker permitteren om wat later te beginnen. Met de komst van effectieve geboorteregeling kwam voor het eerst in de geschiedenis een scheiding tot stand tussen seksueel en reproductief gedrag: het risico op een ongewenste zwangerschap is tegenwoordig minimaal. Als zich dan toch zo’n zwangerschap voordoet, is er nu de weg van een veilige abortus. Een en ander betekent dat zwangerschappen ons tegenwoordig niet meer overkomen, het wel of niet krijgen van kinderen is een welbewust afwegingsproces geworden waarbij beide partners elkaar moeten vinden. Dit artikel geeft een kort overzicht van de belangrijkste ontwikkelingen.
VERANDERINGEN IN PARTNERRELATIES
AART LIEFBROER
De levens van de vier generaties die in het boek En zij die na ons komen aan het woord komen, beslaan tezamen een periode van zowat een eeuw. In die eeuw is er veel veranderd in de manier waarop mensen vorm geven aan hun relaties. Hier worden die veranderingen besproken. Er wordt ingegaan op de vraag of mensen gaan samenleven met een partner, en zoja, wanneer ze dat doen, hoe ze dat doen – trouwen of samenwonen – en hoelang die relatie standhoudt. Eerst wordt per generatie geschetst hoe zij vorm gaven aan relaties. Daarna wordt kort stilgestaan bij de achtergronden van de veranderingen die hebben plaatsgevonden.
CONSEQUENTIES VAN STERFTE VOOR FAMILIEBANDEN
FRANS VAN POPPEL, PETER EKAMPER & ANTOINE PIERRARD
Het sterftepatroon bepaalt niet alleen hoelang iemand leeft, maar voor een deel ook met wie. Ouders, grootouders en broers en zussen vormen sleutelfiguren in het leven van kinderen. In welke mate ze aanwezig zijn wordt mede bepaald door de sterftekansen waaraan de verschillende generaties zijn onderworpen en de veranderingen die daarin optreden.We brengen in dit artikel de sterfteveranderingen van de afgelopen anderhalve eeuw in kaart en de gevolgen voor de levensloop van de Nederlanders.
MIGRATIE TUSSEN INDONESIË EN NEDERLAND
GERT OOSTINDIE & JEANNETTE SCHOORL
Eeuwenlang was Nederland een koloniale mogendheid. Vanaf de vroege 17e eeuw vertrokken Nederlanders naar de koloniën in Afrika, de Amerika’s en Azië. Andersom arriveerden inwoners uit die koloniën in het ‘moederland’. Het ging om kleine aantallen; in de koloniale tijd, vooral in de 20ste eeuw, werd alleen het Nederlands-Indische migratiecircuit uiteindelijk getalsmatig betekenisvol. De naoorlogse dekolonisaties veroorzaakten immigratie naar Nederland op veel grotere schaal; daartegenover stond slechts geringe emigratie of retourmigratie naar de voormalige kolonie. Hoe heeft de migratie tussen Indonesië en Nederlands-Indië zich in de afgelopen eeuw ontwikkeld; wat waren de achtergronden en wie migreerden er?
DE VERSTEDELIJKING VAN NEDERLAND
PETER EKAMPER
De levens van vier generaties familieleden – kinderen, ouders, grootouders en overgrootouders – overlappen samen al gauw een periode van een eeuw. De Nederlandse samenleving heeft gedurende die eeuw grote veranderingen meegemaakt, niet alleen economisch, technologisch en infrastructureel, maar ook demografisch. De demografische werkelijkheid van onze overgrootouders was dan ook een totaal andere dan de huidige.Woonden er rond 1900 ruim vijf miljoen mensen in Nederland, in 2010 zijn dat er meer dan drie keer zoveel. Die bevolkingsgroei is binnen Nederland echter ongelijk verdeeld. In de provincie Utrecht wonen nu bijna vijf keer zoveel mensen als een eeuw geleden. In Groningen, Friesland en Zeeland zijn dat er minder dan twee keer zoveel.
GIJS BEETS
In de afgelopen eeuw is de samenstelling van de bevolking naar kerkelijke gezindte enorm veranderd. Terwijl nu vier op de tien inwoners aangeven zich niet tot enige kerkelijke gezindte te rekenen, kwam die categorie tot 1850 in het geheel niet voor. Rond 1920 kruiste maar een handjevol mensen in de volkstellingen die categorie aan. Toen behoorde circa de helft van de bevolking tot de Nederlands-hervormden. Nu is dat nog geen tien procent. De rooms-katholieken kennen een wat stabieler verloop evenals de gereformeerden. Moslims en hindoes/boeddhisten waren er in Nederland rond 1900 niet of nauwelijks. Ons land was aan het begin van de vorige eeuw een volstrekt christelijk land. Het behoren tot een bepaalde kerk was een belangrijke bindende factor. Vanaf de jaren 1960 veranderde de samenleving evenwel en zette de ontzuiling in. Nu gaan we nog maar sporadisch naar de kerk, wat niet wil zeggen dat religie geen rol meer zou spelen. In onze moderne samenleving is veel meer pluriformiteit gekomen op het gebied van zingeving en levensbeschouwing, en veel minder automatisme. Nog steeds doen zich echter opvallende verschillen gelden tussen de kerkelijke gezindten. Dit artikel geeft een overzicht.
-
Jaargang 26, nummer 8 - September 2010
- In 2009 tijdelijk minder echtscheidingen via Nederlandse rechter
- De krimpregio’s van de toekomst; regionale demografische ontwikkelingen tot 2040: omslag van groei naar krimp
Inhoud:
IN 2009 TIJDELIJK MINDER ECHTSCHEIDINGEN VIA NEDERLANDSE RECHTER
ARNO SPRANGERS & NIC STEENBRINK
Continuïteit en verandering
In 2009 werden 31.700 huwelijken door de Nederlandse rechter ontbonden. Dit zijn er iets minder dan in 2008, toen 32.900 echtscheidingen werden uitgesproken. Het afschaffen van de flitsscheiding per 1 maart 2009 en de kredietcrisis hebben dus in 2009 niet tot een stijging van het aantal echtscheidingsprocedures geleid. Hier blijkt echter sprake te zijn van ’uitstel‘. In het eerste halfjaar van 2010 is het aantal echtscheidingsprocedures weer met acht procent gestegen. Bij ruim zes op de tien echtscheidingen waren minderjarige kinderen betrokken. Het ging in totaal om 33.300 kinderen. Ongeveer de helft van hen was op het moment van scheiding jonger dan tien jaar.
DE KRIMPREGIO’S VAN DE TOEKOMST
MARK TER VEER, SANNE BOSCHMAN & FEMKE VERWEST
Regionale demografische ontwikkelingen tot 2040: omslag van groei naar krimp
Traditionele prognosekaarten laten zien in welke regio’s de bevolking in 2040 kleiner is dan nu. Er zijn echter meer regio’s die in de toekomst krimp zullen meemaken. In dit artikel worden daarom omslagkaarten gepresenteerd die laten zien op welk moment regio’s te maken zullen krijgen met demografische krimp. Met behulp van deze kaarten kunnen bestuurders van deze regio’s beter op krimp anticiperen en kan worden voorkomen dat de problemen die met krimp kunnen samengaan, zoals leegstand en overaanbod van woningen en voorzieningen, verergeren.
-
Jaargang 26, nummer 7 - July/august 2010
- Nieuw family planning initiatief in Indiase deelstaat; een financiële bonus voor uitstel van geboorte
- Steeds verder voorbij de natuurlijke levensverwachting
- Aantal adoptiekinderen gedaald
Inhoud:
NIEUW ONDERZOEK ONDER JODEN IN NEDERLAND
HANNA VAN SOLINGE & CARLO VAN PRAAG
Continuïteit en verandering
In 1999 werd een groot onderzoek uitgevoerd onder Joden in Nederland. Voor het eerst kon er op basis van een mondelinge enquête, waaraan meer dan 1.000 respondenten meewerkten, een min of meer representatief beeld worden gegeven van de Joden in Nederland en hun binding met het Jodendom. Een nieuw onderzoek uit 2009 bouwt daar op voort.De oorspronkelijke steekproef werd aangevuld met leden van de volgende generatie.De overdracht van de Joodse binding van ouders op kinderen en de Joodse binding van jongeren vormen dan ook belangrijke onderwerpen in dit onderzoek.
RUSSISCHE MANNEN DRINKEN VEEL EN STERVEN VROEG
DAVID A. LEON, VLADIMIR M. SHKOLNIKOV & MARTIN MCKEE
Levensverwachting is in Rusland nog steeds laag
In geen ander land schommelt de levensverwachting zo sterk als in Rusland.Bovendien is deze laag,vooral bij de mannen. Overmatig alcoholgebruik speelt hierbij een voorname rol.Schattingen wijzen uit dat circa een derde van alle overlijdensgevallen onder mannen in de arbeidsgeschikte levensfase alcoholgerelateerd is. Dat komt jaarlijks overeen met circa 170.000 sterfgevallen.Om dat aantal omlaag te krijgen moet het onderwerp hoog op de politieke agenda komen en zijn drastische maatregelen nodig.
IN VEEL WESTERSE LANDEN STIJGEN DE VRUCHTBAARHEIDSCIJFERS WEER
JOSHUA R. GOLDSTEIN, TOMÁS SOBOTKA & AIVA JASILIONIENE
Een meer duurzame trendombuiging lijkt mogelijk
De tijden van extreem lage vruchtbaarheidscijfers lijken voorbij. De (demografische) verwachtingen voor de toekomst zien er daarmee minder somber uit dan we tot voor kort dachten. Voornaamste reden daarvan is dat ouders de geboorte van hun kinderen nauwelijks meer verder uitstellen. Nog niet in alle landen is het echter zo ver, want er bestaan aanzienlijk faseverschillen in uitstelgedrag.
-
Jaargang 26, nummer 5 - 6 - mei 2010
- Nieuw family planning initiatief in Indiase deelstaat; een financiële bonus voor uitstel van geboorte
- Steeds verder voorbij de natuurlijke levensverwachting
- Aantal adoptiekinderen gedaald
Inhoud:
NIEUW FAMILY PLANNING INITIATIEF IN INDIASE DEELSTAAT
SABU PADMADAS
Een financiële bonus voor uitstel van geboorte
Sinds kort krijgen pasgetrouwde stellen in het Indiase district Satara bezoek van een gezondheidswerker die een financiële bonus in het vooruitzicht stelt als een pasgetrouwd koppel enkele jaren wacht met kinderen krijgen, de zogenoemde ‘honeymoon package’. Dat stimuleert mensen om hun opleiding te voltooien, extra geld te sparen voor later en maar een beperkt aantal kinderen te krijgen. Het helpt op lokaal en nationaal niveau om India betere kansen te geven en te investeren in gezondheid en welzijn van de inwoners, want dat gaat gemakkelijker als de bevolkingsomvang stabieler wordt.
STEEDS VERDER VOORBIJ DE NATUURLIJKE LEVENSVERWACHTING
LUC BONNEUX
De menselijke levensverwachting is sterk toegenomen.We zijn het langstlevende zoogdier op aarde. De maximale levensduur van halfapen is 30 jaar, van grote apen 50 tot 60 jaar. Homo erectus, de eerste succesvolle mens, kon 65 jaar worden, de primitieve Homo sapiens haalde de 80. De moderne Homo sapiens haalt net geen 120. De vraag is niet waarom de menselijke levensloop zo kort is, maar waarom de levensloop langer is dan die van alle dieren en waarom deze eindigt in ouderdom en gebrek.
AANTAL ADOPTIEKINDEREN GEDAALD
ARNO SPRANGERS, ARIE EILBRACHT & HAN NICOLAAS
De laatste jaren worden in Nederland minder kinderen geadopteerd dan eerder deze eeuw. Tussen 2004 en 2008 is het aantal adoptiekinderen bijna gehalveerd. Vooral het aantal adoptiekinderen uit China vertoont een dalende lijn. Dit artikel gaat in op de opzet en uitkomsten van de nieuwe adoptiestatistiek van het CBS.
-
Jaargang 26, nummer 4 - april 2010
- Naar een wereld met steeds meer goed opgeleide mensen
- De Volkstellingsronde van 2010
- Ontwikkelingen in het denken over het gezin
Inhoud:
NAAR EEN WERELD MET STEEDS MEER GOED OPGELEIDE MENSEN
WOLFGANG LUTZ
In vrijwel alle landen is een aanzienlijke verbetering zichtbaar van het opleidingsniveau. Als dat zich doorzet en als de hoger opgeleiden voor kleinere gezinnen kiezen, ligt een toekomst in het verschiet met veel meer goed opgeleide en welvarende mensen dan nu. Bovendien zal de totale bevolkingsomvang kleiner zijn, ook al leven hoger opgeleide mensen langer dan lager opgeleiden.
DE VOLKSTELLINGSRONDE VAN 2010
PAOLO VALENTE
Hoe wordt de bevolking van Europa geteld?
In veel landen wordt, meestal eens in de tien jaar, de bevolking geteld, zodat de behoefte aan allerlei (lokale) voorzieningen kan worden vastgesteld. Volkstellingen zijn echter kostbaar en steeds vaker aarzelen of weigeren mensen om mee te werken. In Nederland bijvoorbeeld wordt al sinds 1971 geen volkstelling meer gehouden. Om toch aan de benodigde informatie te komen zijn daarom nieuwe telmethoden ontwikkeld, waarbij bestaande databronnen worden ingezet. Dit artikel geeft een overzicht van de alternatieven die anno 2010 in Europa worden gebruikt
ONTWIKKELINGEN IN HET DENKEN OVER HET GEZIN
RENÉ HOKSBERGEN
In de laatste decennia van de vorige eeuw zien we grote veranderingen in het denken over het gezin. De vanzelfsprekendheid van het gezin, de hoeksteen van de samenleving, kwam ter discussie te staan. Aan de hand van Nederlandse literatuur wordt in dit artikel een overzicht gegeven van veranderingen in het denken over het gezin. Tevens worden suggesties gedaan hoe vanuit het algemene beleid het gezin zou kunnen worden ondersteund.
-
Jaargang 26, nummer 3 - maart 2010
Promotieonderzoek binnen de Netherlands Kinship Panel Study (NKPS):
FAMILIEBANDEN IN LEVENSLOOPPERSPECTIEF
ZORGEN VOOR JE DIERBAREN
EVA-MARIA MERZ
Ouder-kindrelaties gedurende de levensloop
De eerste relaties die mensen ontwikkelen zijn die tussen ouder en kind. Het zijn ook vaak de belangrijkste relaties. Ze geven steun en veiligheid in de jeugd maar ook op latere leeftijd. De kwaliteit en balans in hulpuitwisseling van deze relaties kan echter per persoon verschillen en gedurende het leven veranderen, hetgeen gevolgen heeft voor de ontwikkeling, de gezondheid en het welbevinden van kinderen, adolescenten en volwassenen. Met behulp van gegevens uit de Netherlands Kinship Panel Study (NKPS) zijn kenmerken en veranderingen van ouder-kindrelaties gedurende de levensloop en de associatie met welbevinden onderzocht.
MANNEN IN HET GEZIN
RENSKE KEIZER
Vaderschap is de laatste tijd onderwerp van het maatschappelijke debat. Niet alleen door de uitspraak van demissionair Minister van Jeugd en Gezin André Rouvoet dat het voor mannen gemakkelijker moet worden om tijd te maken voor het gezin, maar ook door de beslissing van de heren Eurlings en Bos die aangeven wat voor druk een carrière op het priv?leven kan hebben.
De reden dat de rol van vaders in het gezinsleven de laatste tijd zowel wetenschappelijke als maatschappelijke aandacht krijgt is tweeledig. Ten eerste is de houding ten opzichte van vaderschap veranderd nu steeds meer vrouwen zijn gaan werken en ook na de komst van hun kind(eren) zijn blijven werken. Ten tweede is de bijdrage van vaders in de opvoeding en de verzorging van hun kinderen in de loop van de jaren maar licht gestegen, in vergelijking met de forse stijging van het aantal vrouwen op de arbeidsmarkt en met haar aandeel in de zorg voor de kinderen.
ZO MOEDER, ZO DOCHTER; ZO VADER, ZO ZOON
ANNE VAN PUTTEN
Gedrag ouders beïnvloedt later arbeidspatroon kinderen
Mannen zijn meer geneigd om te stofzuigen, koken, en te wassen als hun vaders ook flink wat deden in het huishouden tijdens hun kindertijd. Vrouwen werken gemiddeld meer uren op de arbeidsmarkt wanneer zij zijn opgegroeid met een werkende moeder. En moeders met jonge kinderen werken gemiddeld meer uren wanneer zij hulp van hun eigen ouders ontvangen in het huishouden en bij klusjes. Deze bevindingen suggereren dat overdracht van generatie op generatie een rol speelt in de betaalde en onbetaalde arbeidspatronen van mannen en vrouwen in Nederland.
AARD FAMILIERELATIES TIJDENS JEUGD BEÏNVLOEDT KRIJGEN VAN KINDEREN
ARIEKE RIJKEN
Uit veel studies is gebleken dat het ouderlijk gezin invloed heeft op het krijgen van kinderen. Mensen die opgroeien in een gezin met veel broers en zussen krijgen zelf meer kinderen dan mensen die opgroeien in een klein gezin. En mensen van wie de ouders relatief oud waren toen ze werden geboren krijgen zelf ook op latere leeftijd kinderen. Onderzoek op basis van gegevens van de Netherlands Kinship Panel Study (NKPS) laat evenwel zien dat ook de relaties binnen het gezin en in breder familieverband tijdens de jeugd invloed hebben op de leeftijd waarop mensen hun eerste kind krijgen en op het aantal kinderen dat ze krijgen
INVLOED OUDERS OP WOONSITUATIE VOLWASSEN KINDEREN
ANNIKA SMITS
Kinderen begeven zich meestal niet ver van hun ouders. In figuurlijke zin, maar ook letterlijk. Het is al langer bekend dat de sociaal?economische status van kinderen deels kan worden verklaard vanuit die van hun ouders. Nu blijkt evenwel dat dit ook geldt voor hun woonsituatie: woonkwaliteit wordt van ouders op kinderen overgedragen en ook de woonlocatie en het verhuisgedrag van volwassen kinderen staan niet los van die van hun ouders.
-
Jaargang 26, nummer 2 - februari 2010
KINDERSTERFTE IN DE WERELD
LUC BONNEUX
De ‘Millennium development goal 4’ (MDG 4) beoogt een daling van de kindersterfte met 2/3 tussen 1990 en 2015, wat neerkomt op een wereldkindersterfte die daalt van negen procent in 1990 naar drie procent in 2015. Zonder een wonder zullen we dit doel niet halen: de kindersterfte was in 2008 nog steeds 6,5 procent. Er zullen ongetwijfeld oproepen komen om de inspanningen te intensiveren. Dit globale falen verhult echter successen in grote delen van de wereld.Waar we falen, doen we dit als wereldgemeenschap, die er niet in slaagt om (vooral) zwart Afrika mee te trekken in de vaart der volkeren.
TUSSEN DEMOGRAFIE EN SCIENCE FICTION
LUC BONNEUX
Op 3 oktober vorig jaar publiceerden gerenommeerde demografen in de Lancet een artikel over onze verouderende bevolkingen. De auteurs openden met een stevige ‘eye-catcher’, door te voorspellen dat van de huidige baby’s de helft 100 jaar zal worden “als de huidige trends doorlopen”. Het was uiteraard de bedoeling om de aandacht van de pers te trekken, maar het had een averechtse uitwerking. Het bericht werd weliswaar gretig overgenomen door de pers, maar in het artikel ging het verder eigenlijk niet meer over deze voorspelling. De schat aan informatie over gezondheid op oudere leeftijd ging behoorlijk de mist in. Dit soort voorspellingen zijn doorberekeningen van de sterfte uit het verleden naar de toekomst. Methodologisch is daar niets mis mee, inhoudelijk valt er veel over te zeggen.
GELD MAAKT NOG GEEN NEDERLANDER
RIK VAN DER VLIET
Het hebben van werk blijkt voor de identificatie met Nederland belangrijker dan de financiële situatie. Bovendien speelt de beheersing van de Nederlandse taal een substantiële rol bij de invloed van werk op de identificatie van niet-westerse allochtonen met Nederland. Dat blijkt uit onderzoek dat zich richt op de invloed van de financiële situatie en het hebben van werk op de identificatie van niet-westerse allochtonen met Nederland. Waarmee en met wie iemand zich identificeert kan voor een groot deel zijn of haar positie in de maatschappij bepalen. Daarnaast bevordert een gedeelde identiteit de sociale cohesie. Voor mensen die hun wortels niet hebben in de maatschappij waarin zij leven, is het identiteitsvraagstuk extra van belang.
-
Jaargang 26, nummer 1 - januari 2010
NEDERLANDSE DEMOGRAFIEDAG 2009
Op 22 oktober 2009 organiseerde de Nederlandse Vereniging voor Demografie (NVD) voor de derde maal met groot succes een Nederlandse Demografiedag. In het Utrechtse Academiegebouw konden rond de 150 deelnemers hun hart ophalen in 15 sessies, waaronder drie Engelstalige, met in totaal 56 presentaties over de meest uiteenlopende onderwerpen. Daarbij werden behalve wetenschappelijke ook beleidsmatige aspecten volop belicht. De deelnemers kwamen vooral uit kringen van wetenschap (universiteiten, onderzoeksinstituten en kennisorganisaties) en beleid (ministeries). De openingslezing werd in de aula gehouden door Ina Brouwer, voorzitter van de MOgroep Kinderopvang. Zij ging in op de arbeidsparticipatie van vrouwen in Nederland en het beleid ten aanzien van kinderopvang. De dag werd georganiseerd door een organisatiecomité bestaande uit Wilma Bakker (Universiteit van Amsterdam), Annemarie Ernsten en Eva-Maria Merz (NIDI) en Marieke van der Pers (Rijksuniversiteit Groningen).
Het Nederlands Interdisciplinair Demografisch Instituut (NIDI) stelde voor de derde maal een prijs beschikbaar van € 500 voor de beste van de ingezonden masterscripties. De prijs werd gewonnen door Eefje Steenvoorden met een scriptie getiteld ‘Hoe werkt opleiding? Een internationaal vergelijkend onderzoek naar opleidingsverschillen in de arbeidsparticipatie van vrouwen’. Eefje studeerde sociologie, mondialisering en diversiteit aan de VU te Amsterdam en is momenteel als wetenschappelijk onderzoeker werkzaam bij het Sociaal en Cultureel Planbureau (SCP). De prijs werd uitgereikt door prof. dr. ir. Frans Willekens, directeur NIDI.
In deze aflevering van DEMOS wordt een kleine selectie van de papers gepresenteerd.
LANGER LEVEN, MAAR OOK LANGER GEZOND?
JAN-WILLEM BRUGGINK
In de discussie rond de AOW-leeftijd spelen levensverwachting en gezonde levensverwachting een belangrijke rol. Als argument voor een hogere leeftijdsgrens wordt gewezen op de gestegen levensverwachting sinds de invoering van de AOW. Die is de laatste decennia inderdaad gestaag gestegen, voor zowel mannen als vrouwen en zowel bij de geboorte als op de 65-jarige leeftijd. De extra levensjaren worden echter niet altijd doorgebracht in goede gezondheid. De diverse varianten van de gezonde levensverwachting laten een wisselend beeld zien; soms stijging, soms daling. Er zijn verder grote verschillen in (gezonde) levensverwachting tussen laag- en hoogopgeleiden. Sinds kort is er ook iets bekend over de ontwikkeling in de tijd van deze verschillen tussen de opleidingsniveaus. In dit artikel wordt een overzicht gegeven van de momenteel beschikbare cijfers over (gezonde) levensverwachting.
HÉT PLATTELAND BESTAAT NIET
RIXT BIJKER EN TIALDA HAARTSEN
Verschillende verhuisbewegingen naar en binnen het Noord-Nederlandse platteland
Rust en ruimte in een aantrekkelijke woonomgeving; de zoektocht naar de rurale idylle zou migratie naar het platteland verklaren. Dit blijkt echter vooral op te gaan voor populaire plattelandsgebieden. Minder populaire plattelandsgebieden trekken ook migranten aan, maar dan vanuit persoonlijke en praktische motieven.
MEER DAN HERSENS ALLEEN
ANU KÕU, LEO VAN WISSEN EN AJAY BAILEY
De levensloop van hoogopgeleide migranten
Veel van de lidstaten van de Europese Unie, waaronder Nederland, zijn op zoek naar manieren om hoogopgeleide migranten binnen te halen als (partiële) remedie tegen bevolkingskrimp en vergrijzing. Naast economische motieven is het dan zaak om ook aandacht te besteden aan hoe deze migranten hun leven in hun nieuwe woonland willen vormgeven: kennismigratie is wellicht omgeven door specifieke aspecten van geografische en sociale mobiliteit.
ARBEIDSPARTICIPATIE VAN WAJONGGERECHTIGDEN
ANJA HOLWERDA, SANDRA BROUWER, JOHAN GROOTHOFF, JAC VAN DER KLINK
Op zoek naar voorspellers
Jongeren met een beperking hebben geen werkervaring en nemen daarom op de arbeidsmarkt een kwetsbare positie in. Bij de aanvraag van een Wajong-uitkering blijkt dat een flink deel met aanpassingen of ondersteuning wel zou kunnen werken. Omdat werk tot verhoging van de kwaliteit van leven kan leiden, is het van belang om te weten welke factoren daarbij een rol spelen. Uit onderzoek blijken aard en ernst van de ziekte of aandoening niet de belangrijkste voorspeller te zijn. Dit artikel geeft een overzicht van vooral de psychosociale en omgevingsfactoren. In de nieuwe Wajong-wetgeving, zojuist in werking getreden, staat arbeidsparticipatie voorop; daartoe wordt een persoonlijk participatieplan opgesteld.
-
- 2009
-
Jaargang 25, nummer 10 - november/december 2009
25 JAAR DEMOS: 1985-2009 – MET DE INZICHTEN VAN NU EEN VISIE OP TOEN
DEMOS beleeft zijn 25ste jaargang. In de periode van 1985 tot nu heeft de redactie zich consequent ten doel gesteld om de maatschappelijke discussie over de bevolkingsontwikkeling te voeden met uitkomsten van wetenschappelijk onderzoek naar de demografische ontwikkeling in het verleden, naar de actuele situatie van het moment en naar de verwachtingen voor de toekomst: theorieën en uitkomsten van prognoses werden toegelicht, scenario’s werden geformuleerd. Daarbij kregen beleidsmatige en politieke aspecten ruime aandacht. Een zeer gevarieerd scala aan onderwerpen passeerde de afgelopen decennia de revue. De demografie raakt aan disciplines als sociologie, economie, geschiedenis, geneeskunde en epidemiologie en heeft daardoor een sterk interdisciplinair karakter. DEMOS besteedde onder meer aandacht aan ouderdom en vergrijzing, aspecten van internationale migratie, familierelaties, vruchtbaarheid en gezinsvorming, abortus, binnenlandse migratie, bevolkingsgroei- en krimp, de arbeidsmarkt en (vervroegde) pensionering, epidemische ziekten als HIV/AIDS en griep, en aan sterfte, levensverwachting en doodsoorzaken.
Natuurlijk is er de afgelopen kwart eeuw maatschappelijk gezien veel veranderd. Toch is ook verrassend veel hetzelfde gebleven. Om een klein beetje een indruk te krijgen van de demografische ontwikkelingen sinds 1985 heeft de DEMOS-redactie enkele auteurs ‘van het eerste uur’ in de gelegenheid gesteld om in een kort essay te reageren op hun artikel van toen. Hiertoe werden zes artikelen geselecteerd die werden geschreven in 1985/1986 en die zo op het eerste gezicht hun actualiteitswaarde niet hebben verloren. Van de oorspronkelijke artikelen is ook een ingekorte versie opgenomen. De vraag aan de auteurs was om hun inzichten van toen te plaatsen in het licht van de huidige ontwikkeling.
-
Jaargang 25, nummer 9 - October 2009
- De crisis en de vruchtbaarheid in de westerse wereld
- De crisis en internationale migratie
- Immigratie en werkloosheid in Nederland
Inhoud:
THEMANUMMER – GEVOLGEN VAN DE KREDIETCRISIS VOOR VRUCHTBAARHEID EN MIGRATIE
De crisis op de financiële markten (kredietcrisis) die in de zomer van 2007 in de Verenigde Staten ontstond en sindsdien de wereld veroverde en nog steeds economisch in zijn greep houdt, heeft ook een aantal demografische effecten. Menselijk gedrag (geboorte, migratie, relatievorming en ?ontbinding) laat zich nu eenmaal ook door financieel-economische tegenslagen sturen.
DE CRISIS EN DE VRUCHTBAARHEID IN DE WESTERSE WERELD
TOMÁSV SOBOTKA, VEGARD SKIRBEKK & DIMITER PHILIPOV
Naar aanleiding van de huidige economische crisis bracht het Duitse weekblad Der Spiegel een artikel over ‘crisisbaby’s’: een waarschuwing dat instabiliteit op de arbeidsmarkt zal leiden tot ongunstiger vooruitzichten voor de toekomst en tot een daling van de vruchtbaarheid. Al in 2002 zei de Australische Minister van werkgelegenheid gevat dat “children are the ultimate vote of confidence in the future”. Kennelijk is het logisch om naar aanleiding van een recessie dalende geboortecijfers te verwachten. Dit artikel gaat na of die logica stand kan houden.
DE CRISIS EN INTERNATIONALE MIGRATIE
GIJS BEETS & FRANS WILLEKENS
De gevolgen van economische crises openbaren zich soms eerst jaren of generaties later, zo is in het verleden gebleken. Dit artikel geeft een overzicht van hetgeen tot nu toe bekend is over de effecten van de huidige crisis op internationale migratie. Gedetailleerde studies komen pas over enige tijd beschikbaar, soms pas jaren later. Voorlopig staat min of meer vast dat van alle typen migratie vooral arbeidsmigratie een flinke knauw heeft gekregen, terwijl de aantallen vluchtelingen – om humanitaire of milieuredenen – nauwelijks lijken veranderd.
IMMIGRATIE EN WERKLOOSHEID IN NEDERLAND
JOOP DE BEER
Het effect van de huidige economische crisis op de immigratie in Nederland is nog niet in de cijfers te zien. Op grond van ervaringen in de afgelopen 30 jaar valt evenwel te verwachten dat de toegenomen werkloosheid tot een daling van de immigratie zal leiden.
-
Jaargang 25, nummer 8 - September 2009
- Werkgevers worstelen met verhoging pensioenleeftijd
- Huwelijken tussen bloedverwanten
Inhoud:
WERKGEVERS WORSTELEN MET VERHOGING PENSIOENLEEFTIJD
WIETEKE CONEN, HARRY VAN DALEN & KÈNE HENKENS
Het overheidsbeleid is sterk gericht op langer doorwerken, terwijl voor werkgevers bij het snijden in het personeelsbestand vervroegd pensioen de meeste voorkeur heeft. Oudere werknemers worden vooral geassocieerd met hogere arbeidskosten, verhoogd ziekteverzuim en lagere productiviteit.Werkgevers zijn daarom sterk verdeeld over een verhoging van de pensioenleeftijd.
HUWELIJKEN TUSSEN BLOEDVERWANTEN
FRANS VAN POPPEL
Onlangs stuurde de Minister voor Wonen, Wijken en Integratie, Van der Laan, samen met de Minister en de Staatssecretaris van Justitie een voorstel naar de Tweede Kamer om huwelijksmigranten niet meer toe te laten als het een huwelijk tussen bloedverwanten betreft en ook de sluiting van dergelijke huwelijken in Nederland niet langer toe te staan. Neef/nicht-huwelijken waren wettelijk al heel lang in Nederland toegestaan, maar kwamen maar in beperkte mate voor. Vooral door de toevloed van Turkse en Marokkaanse Nederlanders is het een belangrijk thema geworden.
-
Jaargang 25, nummer 7 - July/august 2009
THEMANUMMER WPRB – VAN GROEI NAAR KRIMP; EEN DEMOGRAFISCHE OMSLAG IN BEELD
In het nieuwste rapport van het Werkverband Periodieke Rapportage Bevolkingsvraagstukken (WPRB) richten de drie planbureaus, het CBS en het NIDI zich op de bevolkingskrimp. Vooral in Europa dient de krimp zich aan. Enkele Centraal en Oost-Europese landen zien hun inwonertal nu al teruglopen en ook in sommige landsdelen, waaronder in Nederland, loopt de bevolkingsomvang terug. Het WPRB-rapport gaat in op de gevolgen van de krimp voor verschillende maatschappelijke sectoren en op beleidsmatige aspecten. In dit themanummer onder redactie van Nico van Nimwegen en Liesbeth Heering een samenvatting van het rapport.
-
Jaargang 25, nummer 6 - juni 2009
- De groeppandemie; verwachtingen
- Maken de babies een come back?
- Kinderen in migrantengezinnen; een statistisch portret
Inhoud:
DE GRIEPPANDEMIE
LUC BONNEUX
Verwachtingen
Griepepidemieën en -pandemieën door Influenza A, een griepvirus dat naast de mens ook velerlei diersoorten kan besmetten, traden frequent op in de geschiedenis van de mensheid. Doorgaans verlopen ze vrij goedaardig: het virus heeft zich aangepast aan de mens en de mens aan het virus. Dit artikel plaatst de nieuwe pandemie in een perspectief van seizoensgriep en maakt voorspellingen gebaseerd op de recente pandemieën, de Hongkonggriep uit 1968-69 en de Aziatische griep uit 1957-58. Griep kenmerkt zich door een hoge tol van (hoog)bejaarden en chronisch zieken, maar verloopt goedaardig bij gezonde personen.
MAKEN DE BABIES EEN COME BACK?
NICO VAN NIMWEGEN & JOOP DE BEER
Een recente publicatie in het vooraanstaande wetenschappelijke tijdschrift Nature over de relatie tussen het geboorteniveau van een land en de mate van ontwikkeling kwam met verrassende uitkomsten. Dat het geboortecijfer daalt als het ontwikkelingsniveau van een land stijgt was geen nieuws. Wel nieuw was dat in veel landen met een zeer hoog ontwikkelingsniveau het geboortecijfer stijgt in plaats van daalt. Deze opmerkelijke uitkomst gaf direct aanleiding tot hoopvolle commentaren. De bij veel politici en beleidsmakers bestaande zorgen over lage geboortecijfers en de daarmee verband houdende vergrijzing, lage bevolkingsgroei en te verwachten bevolkingsdaling leken direct een stuk lichter. Als we maar rijker worden, lossen deze problemen zich als ’vanzelf’ op. Is dat terecht? De onderzoekers zelf zijn voorzichtig en springen niet verder dan hun onderzoekspolsstok lang is.
KINDEREN IN MIGRANTENGEZINNEN
HELGA DE VALK & GIJS BEETS
Een statistisch portret
Veel migranten die de afgelopen decennia naar Nederland kwamen namen partner en kinderen mee, lieten deze later overkomen of kregen hier kinderen. Om meer over deze kinderen te weten te komen nam Unicef het initiatief tot een onderzoek in zeven westerse landen, waaronder Nederland. Met gegevens van het Centraal Bureau voor de Statistiek wordt hier de situatie in Nederland in beeld gebracht.
-
Jaargang 25, nummer 5 - mei 2009
- Herkomst en vestiging van de eerste generatie Marokkanen
- Het Palestijnse groeiwonder in het interbellum
Inhoud:
HERKOMST EN VESTIGING VAN DE EERSTE GENERATIE MAROKKANEN
TINEKE FOKKEMA & CAREL HARMSEN
De eerste generatie Marokkanen kwam in de jaren zestig en zeventig als ‘gastarbeider’ en als gevolg van de daaropvolgende gezinshereniging en -vorming, naar Nederland. Een groot deel van hen woont nog steeds in Nederland. Uit welke delen van Marokko kwamen zij oorspronkelijk en in welke Nederlandse gemeenten wonen zij nu? Recent zijn de geboorteplaatsen van de eerste generatie Marokkanen ingedeeld naar regio en provincie. Koppeling met de huidige woonplaats biedt een meer gedifferentieerde kijk op netwerkgestuurde migratie.
HET PALESTIJNSE GROEIWONDER IN HET INTERBELLUM
HARRY VAN DALEN & HARRIE VERBON
Wanneer immigratie en economische groei samengaan
Het economisch belang van immigratie kan groot zijn. Dat bewees de instroom van Joodse immigranten in Palestina ten tijde van het Britse mandaat. Immigratie was echter ook de kern van het conflict tussen Joden en Arabieren. In combinatie met een sterke instroom van kapitaal groeide in de periode 1922-1946 de Joodse economie met 13 procent op jaarbasis; een ‘Palestijns’ groeiwonder waar ook de Arabische economie in beperkte mate van profiteerde. De toegenomen welvaart heeft het conflict niet kunnen verminderen.
-
Jaargang 25, nummer 4 - april 2009
PROSTAATKANKERSCREENING
LUC BONNEUX
Grote schade, kleine baten
Onlangs verschenen twee grote studies over prostaatkankerscreening in het gerenommeerde New England Journal of Medicine. Een grote Amerikaanse studie onder 76.700 mannen toonde geen effect van screening op sterfte. Een nog grotere Europese multicenter studie onder 182.000 mannen concludeerde dat de prostaatkankersterfte na screening met 20 procent daalde, maar ten koste van veel overdiagnose en overbehandeling. Hier wordt de prostaatkankerscreeningcontroverse samengevat en wordt getoond wat een daling van de prostaatkankersterfte met 20 procent betekent in de levensloop.
POSTKOLONIALE IMMIGRANTEN
ULBE BOSMA
Generatiewisseling en organisatiebehoefte
De mensen uit de voormalige Nederlandse koloniën die vanaf de Tweede Wereldoorlog in Nederland gingen wonen en hun kinderen, samen ruim zes procent van de huidige Nederlandse bevolking, hebben hun draai hier over het algemeen wel gevonden. Dat blijkt onder meer uit de dalende behoefte van postkoloniale migranten om zich in organisatorisch verband een plaats in de Nederlandse samenleving te verwerven. Wel zijn er duidelijke verschillen tussen de diverse groepen: zo hebben de Indische Nederlanders de afgelopen zes decennia relatief weinig organisaties opgericht om die draai te vinden, de Surinaamse Nederlanders en Molukkers juist relatief veel. Een nieuwe studie geeft de achtergronden en betekenis voor de multiculturele samenleving die Nederland is geworden. Hier een korte impressie.
VN-BEVOLKINGSPROGNOSE 2008
De omvang van de wereldbevolking nadert met rasse schreden de zeven miljard en zal daarna, zo verwacht de VN, nog wel even doorgroeien (tot ruim negen miljard rond 2050 volgens de middenvariant van de nieuwe prognose). Vooral in de ontwikkelingslanden neemt de bevolkingsomvang sterk toe; in de meer ontwikkelde wereld zal het inwonertal nauwelijks veranderen. Dat verschil heeft vooral te maken met de leeftijdsopbouw: de ontwikkelingslanden hebben nog steeds een jonge bevolking, de meer ontwikkelde landen zijn al veel verder vergrijsd. Maar ook in de ontwikkelingslanden is het proces van vergrijzing onderweg en groeit bijvoorbeeld het aantal 60-plussers snel. Verder wordt aanzienlijke vooruitgang verwacht met de HIV/AIDS-preventie en behandeling: patiënten zullen veel minder snel overlijden. Mocht de vruchtbaarheidsdaling anders verlopen dan in de middenvariant wordt verwacht dan heeft dat uiteraard een navenant effect op de toekomstige omvang van de wereldbevolking.
PENSIOENMIGRANTEN OP ZOEK NAAR HET ZWITSERLEVEN
HARRY VAN DALEN & KÈNE HENKENS
Pensioenmigratie spreekt tot de verbeelding. Nederlandse werknemers worden bijna dagelijks gebombardeerd met beelden en stereotypen van pensioenmigranten. In het verleden verbeeldden acteurs als Kees Brusse en Huub Stapel het uiteindelijke doel van onze spaarcenten: Zwitserland of anders wel een tropisch eiland. Maar is het wel een massaal fenomeen en als mensen vertrekken, waar gaan ze dan uiteindelijk naar toe?
-
Jaargang 25, nummer 3 - maart 2009
- Langer doorwerken; gemakkelijker gezegd dan gedaan
- De aanpak van eenzaamheid; feiten en misverstanden
Inhoud:
LANGER DOORWERKEN
HANNA VAN SOLINGE, KÈNE HENKENS & HARRY VAN DALEN
Gemakkelijker gezegd dan gedaan
De Nederlandse arbeidsmarkt vergrijst in rap tempo. Van diverse zijden wordt er daarom voor gepleit om werknemers langer te laten doorwerken. Het mes snijdt – zo is de gedachte – aan twee kanten: het arbeidsaanbod wordt gestimuleerd en de belasting- en premiebasis van pensioen en sociale zekerheidsstelsels worden verbreed. In tal van adviezen aan de Nederlandse regering wordt de nadruk gelegd op dit publieke belang, maar de praktijk van langer doorwerken lijkt toch weerbarstiger. Een recent NIDI-onderzoek laat zien dat tweederde van de werknemers eerder stopt dan gepland.
DE AANPAK VAN EENZAAMHEID
TINEKE FOKKEMA & PEARL A. DYKSTRA
Feiten en misverstanden
Veel mensen in Nederland zijn eenzaam. Vaak heeft dat te maken met het overlijden van een naaste, scheiding, ziekte, pensionering, verhuizing en een opeenstapeling van problemen. Meestal is eenzaamheid tijdelijk. Langdurige eenzaamheid vermindert de kwaliteit van leven en kan leiden tot ernstige lichamelijke en psychische klachten. Eenzaamheid is ook een maatschappelijk probleem. Denk aan maatschappelijk ongewenst gedrag, verwaarlozing en verslaving. Eenzaam zijn is nog steeds taboe en daardoor ook een verborgen probleem. Mensen willen noch aan zichzelf noch aan anderen toegeven dat ze eenzaam zijn. Via interventies wordt geprobeerd om de eenzaamheid te bestrijden. Er bestaan evenwel hardnekkige misverstanden rond eenzaamheid. Zo zou eenzaamheid zijn toegenomen door de voortschrijdende individualisering, zouden vooral ouderen en alleenstaanden er last van hebben en zou een contactrijke omgeving de eenzaamheid verminderen. Veel zaken kunnen de interventie echter in de weg staan en daardoor de kans op succes verminderen. Eenzaamheid is een complex verschijnsel, van buitenaf niet waarneembaar, en kent vele oorzaken en oplossingsmogelijkheden.
-
Jaargang 25, nummer 2 - februari 2009
- Traditionele jongeren en onafhankelijke ouderen; opvattingen over familie en gezin in Nederland
- Verhuizen; discrepantie tussen wensen en gedrag
Inhoud:
TRADITIONELE JONGEREN EN ONAFHANKELIJKE OUDEREN
MATTHIJS KALMIJN & ANNETTE SCHERPENZEEL
Opvattingen over familie en gezin in Nederland
Aangaande familie en gezin is in Nederland de afgelopen decennia heel wat veranderd. Mensen krijgen minder kinderen, veel moeders zijn gaan werken, meer mannen doen huishoudelijk werk en er wordt veel meer gescheiden. Ook wordt tegenwoordig anders over familie- en gezinskwesties gedacht dan in de jaren vijftig en zestig. De literatuur spreekt wel van een overgang van ‘traditionele’ naar ‘moderne’ opvattingen. Tussen leeftijdsgroepen blijven evenwel op bepaalde punten grote verschillen in opvattingen bestaan. De mening van de oudste generatie wordt daarentegen soms juist gedeeld door de jongeren.
VERHUIZEN
CAROLA DE GROOT, DORIEN MANTING & SANNE BOSCHMAN
Discrepantie tussen wensen en gedrag
Uit een recent bij het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL) uitgevoerd onderzoek blijkt dat iemands wens om te verhuizen niet altijd iets zegt over zijn of haar verhuisgedrag kort daarna, in ieder geval veel minder dan tot nu toe vaak wordt aangenomen. Van de mensen die hebben aangegeven dat ze van plan zijn om binnen twee jaar te gaan verhuizen, verhuist maar een klein deel daadwerkelijk in die periode. Starters verhuizen vaker dan doorstromers, maar stellen hun woonwensen ook vaker bij. Doorstromers zijn kieskeuriger en kunnen verhuisplannen eenvoudiger uitstellen. Overigens zegt ook het niet hebben van een verhuisplan soms niet zoveel. Een klein deel van hen verhuist toch, en in absolute zin gaat het daarbij zelfs om een aanzienlijke groep. Onvoorziene verhuizingen komen vooral vaak voor in de grensstreken en onder ouderen.
-
Jaargang 25, nummer 1 - januari 2009
THEMANUMMER – GROEI EN KRIMP IN NEDERLAND
De bevolkingsomvang van Nederland neemt nog steeds toe. Op gemeentelijk niveau krimpt de bevolking echter in een deel van de plattelandsgemeenten en in economisch minder aantrekkelijke gebieden in het noorden, oosten en zuiden van ons land. Vooral jonge mensen trekken daar weg op zoek naar betere onderwijsvoorzieningen en aantrekkelijker uitgaansmogelijkheden in steden in de regio en in de Randstad. Gevolg is dat de betrokken gemeenten te maken krijgen met een veranderde leeftijds- en huishoudenssamenstelling waardoor bijvoorbeeld de vraag naar woningen wijzigt.
Op donderdag 9 oktober organiseerde de 80-jarige Nederlandse Vereniging voor Demografie (NVD) haar jaarlijkse congres in het gebouw van de Sociaal-Economische Raad (SER) in Den Haag. Het thema stond volledig in het teken van bevolkingskrimp en had als titel Veranderd demografisch tij. Oorzaken en gevolgen van bevolkingsdaling in Nederland en Europa.
De bevolkingskrimp werd door de diverse sprekers vanuit verschillende invalshoeken benaderd. Onder voorzitterschap van achtereenvolgens prof. dr. Leo van Wissen (Rijksuniversiteit Groningen) en prof. dr. Clara Mulder (Universiteit van Amsterdam) konden de 130 deelnemers luisteren naar prof. dr. Jan Latten (Universiteit van Amsterdam/Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS)) over veranderend demografisch tij, prof. dr. Pieter Hooimeijer (Nethur/Universiteit Utrecht) over krimp en toekomst, prof. dr. Paul Schnabel (directeur Sociaal en Cultureel Planbureau (SCP)) over krimp in sociaal-cultureel perspectief, drs. Wim Derks (Universiteit Maastricht) over krimp en woningbouwbeleid, drs. Femke Verwest (Planbureau voor de Leefomgeving (PBL)) over krimp en woningvoorraad, Christian Vandermotten (IGEAT/ULB – Vrije Universiteit Brussel) over krimp in Europa, drs. Niek Bargeman (Provincie Noord-Brabant) over krimp in Brabant en prof. dr. Leo van Wissen over krimp in het noorden.
In dit nummer van Demos worden zes lezingen in beknopte vorm weergegeven.
KRIMP OF VERPLAATSING
PAUL SCHNABEL
Daling lokale bevolkingsomvang bij een groeiende landelijke bevolking
Bevolkingskrimp is op gemeentelijk niveau in Nederland al meer dan een eeuw vooral een kwestie van bevolkingsverplaatsing door verhuizing. Voornamelijk jonge mensen trekken weg uit economisch minder aantrekkelijke gebieden. Bij een ruimere woningmarkt en minder sociale zekerheid zou de krimp door verplaatsing zeker nog sterker zijn.
VERANDEREND DEMOGRAFISCH TIJ
JAN LATTEN
Krimp trekt de aandacht maar Nederland wordt de komende jaren alsnog voller. Volgens de CBS-prognose van december 2008 komen er de komende drie decennia nog één miljoen inwoners bij. Dat zullen ook bijna net zoveel huishoudens zijn, vooral alleenstaanden. De grootstedelijke gebieden in de Randstad staan aan de vooravond van nieuwe groeistuipen. Perifere en landelijke plekken zullen juist in groei achterblijven of zelfs kunnen ontvolken. De nieuwe urbanisatie wordt voor een deel veroorzaakt door vertrek van ‘jong’ en ‘dynamisch’ uit gebieden ‘in de luwte’. Dat zal ook leiden tot een andere spreiding over het land van kenniskapitaal, inkomens, welvaart en sferen: intensere tegenstellingen tussen groeipolen en plekken in de luwte dan we nu gewend zijn.
KRIMPENDE GEMEENTEN
WIM DERKS
Structurele bevolkingsdaling wordt steeds algemener verschijnsel
Gemiddeld over de periode 1995-2001 had 9% van alle Nederlandse gemeenten een sterfteoverschot en trad in 14% van de gemeenten bevolkingsdaling op. Gemiddeld over de afgelopen zeven jaar (2002-2008) is het aantal gemeenten met een sterfteoverschot opgelopen naar 15% en het aantal gemeenten met bevolkingsdaling naar 39%. Een uitgaand migratiesaldo heeft de bevolkingsdaling aanzienlijk versterkt. Naar verwachting is in de periode 2018-2024 in meer dan de helft van de gemeenten sprake van een sterfteoverschot en zal over tien jaar in meer dan de helft van de gemeenten structurele bevolkingsdaling optreden.
KRIMP VRAAGT OM VERANDERINGEN WONINGVOORRAAD
FEMKE VERWEST, NIELS SOREL & EDWIN BUITELAAR
Wanneer gemeenten worden geconfronteerd met een daling van het aantal huishoudens zal dit gevolgen hebben voor de woningmarkt. Lokale en regionale bestuurders zullen te maken krijgen met een transformatieopgave. Vanwege de huishoudensdaling en de gevolgen die dat heeft voor de woningvraag zullen zij zich moeten richten op het verkleinen en veranderen van de woningvoorraad in plaats van het uitbreiden ervan.
AANDACHT VOOR KRIMP NEEMT TOE
WIM DERKS
Wie wil er bestuurder zijn van een krimpende gemeente?! De boodschap van bevolkingsdaling is ongewenst. Gemeentebesturen doorlopen een rouwproces bij het afscheid nemen van het groeidenken. Woningcorporaties hebben minder problemen met het oppakken van het onderwerp bevolkingsdaling. Dit overzicht is niet compleet, maar geeft wel een globaal beeld van de snelle ontwikkeling in de aandacht voor bevolkingsdaling sinds 2006.
KRIMP IN BRABANT
NIEK BARGEMAN
Afnemende groei, krimp rond 2030, maar nog wel een flinke woningbouwopgave
Ook in Noord-Brabant loopt de bevolkingsgroei terug en krijgen steeds meer gemeenten de komende decennia te maken met krimp. Desondanks groeit het aantal huishoudens nog behoorlijk en ligt er dus ook nog een flinke woningbouwopgave.Wel vragen de afnemende bevolkingsgroei en krimp (op termijn) – juist ook omwille van de voortgang van de woningbouw – om een stevige regionale aanpak. Hier ligt een centrale rol voor de provincie.
MIGRATIE EN KRIMP IN HET NOORDEN
LEO VAN WISSEN
Inspelen op krimp en vergrijzing grote uitdaging voor de toekomst
De bevolking van de drie noordelijke provincies krimpt. In de provincie Groningen komt dat voor een deel door een opvallend migratiepatroon en de rol van de stad Groningen daarin. Doordat plattelandsjongeren in de stad gaan studeren lopen de plattelandsgebieden leeg. Migratie vanuit de Randstad naar dat platteland kan dat niet voorkomen. Maar ook de stad krimpt doordat meer studenten naar het westen vertrekken dan er binnenkomen. De stad heeft in die zin een transfer- en een roltrapfunctie.
-